In de media

Bedreigde raadsleden doen zelden aangifte

Bijna een kwart van alle raadsleden wordt weleens bedreigd. Een verdubbeling ten opzichte van 2015. Toch doen raadsleden maar zelden aangifte of een melding. Dat meldt het Periklesinstituut op basis van het door hen uitgevoerde onderzoek.

Natalie Bosch - 24 februari 2016
Het aantal bedreigde raadsleden (beeld: EenVandaag op basis van cijfers Periklesinstituut)

Het onderzoek van het PeriklesinstituutBijna een kwart van de raadsleden wordt wel eens bedreigd. Dat meldt het Periklesinstituut op basis van hun onderzoek. Het instituut ondervroeg samen met het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en de Vertrouwenslijn de raadsleden naar de aard van de bedreiging en hun aangifte bereidheid.

Die is opmerkelijk laag. Slechts een op de vijf bedreigde raadsleden doet aangifte. Bij verbale agressie en scheldpartijen via social media wordt meestal geen aangifte gedaan. Vernieling van persoonlijke spullen is voor de meesten wel een reden om naar de politie te stappen. Bij bedreiging van familieleden doet 80 procent aangifte.

Volgens EenVandaag stuiten raadsleden die wel aangifte doen, vaak op onbegrip bij de politie. Zowel agenten als de gemeenten zouden niet goed weten hoe ze om moeten gaan met raadsleden die melden dat ze bedreigd worden.

In de rapportage van het Periklesinstituut doet het daarom vijf aanbevelingen aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie. Kamerlid Manon Fokke (PvdA) heeft er al schriftelijke vragen over gesteld. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken heeft al aangegeven deze over te willen nemen.