In veel gemeenten zitten partijen te springen om nieuwe raadsleden. Vooral mensen uit het bedrijfsleven en dertigers zijn gewenst want zzp’ers, pensionado’s en ambtenaren zijn oververtegenwoordigd in de gemeentepolitiek.’Zij hebben meer tijd. Zo krijgen ambtenaren voor raadswerk politiek verlof: ze mogen vier jaar in deeltijd gaan werken en daarna terugkomen.’ zegt John Bijl tegen NRC.
De politiek ingaan is natuurlijk een roeping, maar vraagt de tijd van een carrière. NRC besteedt vandaag uitgebreid aandacht aan het raadslidmaatschap als loopbaan. Die aandacht kan het raadslidmaatschap best gebruiken. Het blijkt dat het ambt niet altijd gewild is.
Om te beginnen kost een raadslidmaatschap veel tijd. Volgens John Bijl van het Periklesinstituut, dat gemeenteraden en politici traint, ben je er in grote steden zo dertig uur per week aan kwijt. In wat kleinere gemeenten schat hij dat op ongeveer twintig uur. Er circuleren ook lagere inschattingen, maar de combinatie met een fulltimebaan lijkt zwaar.
Het imago speelt ook mee: lange vergaderingen die tot weinig leiden. En als er iets fout gaat, komt het meteen in de krant.
’Mensen hebben vaak geen zin in het gedoe’, zegt Bijl. Daarnaast houdt de vergoeding mensen tegen. Die loopt op naarmate de gemeente groter is, van minimaal 990,55 euro per maand voor gemeenten tot 40.000 inwoners, zoals Sittard en Goes, tot 2.427,48 euro voor Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Bruto.
Daarnaast wijst Bijl op de spcifieke vaardigheden voor het raadslidmaatschap. ‘De kern van het ambt is toch dat je structureel hartstochtelijk met anderen oneens bent. Daar moet je wel tegen kunnen.’
‘Je moet flexibel van geest zijn, echt willen luisteren naar je opponenten. Alleen je eigen stokpaardjes berijden en het verkiezingsprogramma uitleggen is niet genoeg.’ zegt Bijl. Verder moet je volgens Bijl lol hebben in debatteren en durven spreken voor een groep.