Nieuwsbericht

‘Een raadsakkoord zet bestuurscultuur prominent op de agenda’

Coalitieakkoord, maatschappelijke agenda, raadsakkoord. Hoe de samenwerking straks ook mag heten, de raad is aan zet. Die doet er goed aan vooraf al duidelijk te maken welke verwachtingen hij van zichzelf ´n van het college heeft. Een verslag van de bijeenkomst Hoe vorm je een college.

Natalie Bosch - 4 december 2021

Na de verkiezingen heeft de raad als eerste een prominente taak op tafel: het benoemen van de nieuwe wethouders. Pas daarna is het gemeentebestuur compleet en kan de bestuursperiode echt beginnen. Hoe doe je dat?

In de bijeenkomst Hoe vorm je een college gaven onderzoeker Lianne van Kalken van de Erasmus universiteit en John Bijl van het Periklesinstituut tips. Raadsgriffier Ruurd Palstra deelde zijn ervaringen van deze bestuursperiode. Zijn gemeenteraad was een van de 57 gemeenten die deze periodieke met een zogeheten raadsakkoord werkte.

‘Het verbaast ons dat veel gemeente een andere bestuurscultuur wensen maar weinig afspreken over hoe dat er dan uit moet zien,’ zegt Van Kalken. Terwijl juist in de formatie-periode de bestuurscultuur het meest kneedbaar is, meent Bijl. ‘Wil je als raad een wethouder die met een kant-en-klaar doorwrocht voorstel voor een akkoord naar de raad komt omdat dat nu eenmaal wettelijk moet? Of heb je liever een wethouder die zegt: Ik heb begrepen dat u het belangrijk vindt om het over de bereikbaarheid van het centrum te hebben. Wat vindt u zelf?’

Tijdens de formatie liggen er steeds twee zaken op tafel. Wat wil je bereiken? En wie moet dat uitvoeren? Volgens Bijl gaat er een vraag aan vooraf: wat wil de raad zelf? Juist die vraag stelt de raad maar weinig. ‘Dan delegeer je eigenlijk de bestuurscultuur naar het college, en dat is niet waar de keizer je voor heeft gekozen,’ zegt Bijl.

De gemeenteraad van Velsen zette deze onderwerpen wél op de agenda. Min-of-meer onbewust, want doordat de raad werkte met een raadsakkoord werden deze thema’s vanzelf op de agenda gezet. ‘Het raadsakkoord ging uiteindelijk meer over de thema’s waarover overeenstemming was, dan over de verhouding tussen raad en college en over de participatie,’ legt Palstra uit.

Van Kalken deed uitgebreid onderzoek naar het werken met raadsakkoorden. ‘Wisselende meerderheden kunnen ook meer mogelijkheden geven om te profileren en verschillen kunnen meer ruimte krijgen omdat je niet vastgeklonken zit aan een coalitieakkoord.’ Bijl begeleidde met het Periklesinstituut meerdere evaluaties van werken met raadsakkoorden. ‘Een raadsbreedakkoord is een goede reden om de bestuurscultuur eens effectief en in al haar aspecten op tafel te krijgen. En er echt wat aan te doen.’

Lees het hele verslag van de bijeenkomst hier.