Het is volstrekt logisch dat de sollicitatieprocedure voor het burgemeesterschap met geheimhouding plaats vindt. Dat moet echter er niet toe leiden dat de vertrouwenscommissie wordt beperkt in informatievoorziening, zegt John Bijl tegen Binnenlands Bestuur. ‘Googlen is het minste.’
Nog voor zijn benoeming kreeg beoogd burgemeester Marvin Polak het al voor zijn kiezen. De aanleiding was een aantal tweets die hij eerder had gestuurd, waarin hij zich laatdunkend had uitgelaten over GroenLinks en minister Sigrid Kaag.
Voor de vertrouwenscommissie, die Polak net had voorgedragen, was kritiek een verrassing. Ze hadden de tweets niet gezien. Het is, zo legde men uit, hen niet toegestaan bijvoorbeeld zelf op zoek te gaan naar informatie over de kandidaat of bijvoorbeeld het openbare profiel op sociale mediakanalen te bekijken.
Dat zou wel moeten, vindt Bijl. De informatie is belangrijk om een goed beeld te krijgen.
Hij vindt het een absolute voorwaarde dat de vertrouwenscommissie goed kan checken wie de kandidaat is. ‘Anders neem je het ambt van burgemeester niet serieus.’
Er is wel aandacht nodig voor de kwaliteit van de informatie. Door de leden van de vertrouwenscommissie in een gezamenlijke ruimte, op computers bij de provincie, tegelijk informatie te laten zoeken én te bespreken kan geheimhouding worden gegarandeerd. En de gevonden informatie beter worden beoordeeld.
‘Je moet heel voorzichtig zijn met informatie over kandidaten die je via Google vindt’, stelt John Bijl, directeur van het Periklesinstituut. ‘Het is niet uitgesloten dat je iets leest over een gerucht dat je al eens voorbij hebt horen komen. Dat kleurt je blik.’