Opinie

Nee, Losser krijgt geen PVV-burgemeester

Gister maakte de provincie Overijssel bekend dat er 20 kandidaten zijn voor het burgemeesterschap in Losser. Één ervan zou van de PVV zijn, aldus de woordvoerder van Commissaris van de Koning Ank Bijenveld in de verklaring. Maar dat kan helemaal niet, legt John Bijl uit.

John Bijl - 5 oktober 2017
Het ambtsketen van Losser

Een betrekkelijk unicum. Waar er altijd prominente leden en oudgedienden van de traditionele partijen solliciteren naar een burgemeesterspost, is dat bij de PVV nog betrekkelijk nieuw. Sinds de eerste keer, dat er in 2013 een PVV’er voor het burgemeesterschap in Woensdrecht naar het ambt van eerste burger had gesolliciteerd, is het slechts vijf keer voorgekomen.

Dat is ongetwijfeld niet de enige reden waarom het bericht uit Losser stof doet opwaaien. Mede door het scherpe profiel van de PVV, en ongetwijfeld ook de anti-establishment houding, leverde het bericht direct nieuwskoppen en speculaties op.

Ook bij de PVV was de verwarring groot. Binnen de fractieburelen en de partijtop weet niemand welke kandidaat wordt bedoeld. Heel verrassend is dat niet. Niet alleen is de sollicitatieprocedure van het burgemeesterschap geheim, ook is de genoemde partijverbondenheid van kandidaten van generlei waarde. Ze is slechts gebaseerd op de affiliatie die iemand zélf op het sollicitatieformulier heeft ingevuld. Gecontroleerd wordt dat niet. Iedereen kan in de procedure noemen dat hij ‘van een partij’ is, of-ie nu 12 jaar Kamerlid is geweest of enkel een keer heeft overwogen op de partij te stemmen, maakt dan niet uit.

Ernstiger is, dat de partij-signatuur van een burgemeesterskandidaat volstrekt irrelevant is. Burgemeesters worden door een gemeenteraad geselecteerd op een kundigheid, verbindend vermogen, leiderschap, of lobby vaardigheden — en niet op een partij-affiliatie. Dat is maar goed ook, want een burgemeester heeft in ons huidige bestel eigenlijk geen politieke ruimte om ineens beleid naar z’n hand te zetten. Een PVV-burgemeester kan niet ineens een PVV-koers gaan varen, tenzij de gemeenteraad hem daartoe opdracht geeft.

Het noemen van de partijsignatuur is daarmee niet alleen onzinnig. De provincie voedt ermee ook nog eens het waanidee dat het hebben van partijverbondenheid er toe zou doen. Ze houdt er zelf de verhalen van partijkartels en vriendjesbenoemingen mee levend.

Genoeg reden om met deze vraag of het sollicitatieformulier en zeker het noemen van de partijverbondenheid te stoppen. Het zou de commissarissen sieren als ze het apolitieke karakter van burgemeesterschap, zeker in tijden van sollicitatieprocedures, Staatsrechtelijk zuiver houden en iemands partij-affiniteit, lidmaatschap, of een mogelijk gefingeerde verbondenheid achterwege laten.