De burgemeester heeft verregaande bevoegdheden. In het boek Orde in de openbare orde analyseerden bestuurskundigen Hansko Broeksteeg, Rian de Jong, Henk Kummeling, en anderen het gebruik. Hun conclusie: juist de vaag omschreven karakteristiek zorgt voor a-politiek gebruik.
Er was een tijd, dat de burgemeester alle aanzien had. De archetypische burgervader – gedistingeerd streepjespak, snor en ambtsketen – leek haast zélf het hoogste orgaan. Inmiddels is er wel wat veranderd in maatschappelijk en bestuurlijk Nederland, maar de plaats van de burgemeester is nog steeds een bijzondere.
In het boek Orde in de openbare orde onderzoeken zes bestuurswetenschappers onder leiding van de Utrechtse hoogleraar Henk Kummeling het belangrijkste instrumentarium uit het burgemeesterlijke takenpakket met betrekking tot de openbare orde en veiligheid.
De mogelijkheden van de burgervader zijn immers ongewoon. Als functionaris boven de partijen kan hij, bij wijze van spreken, als judge, jury and executioner optreden. Die mogelijkheden zijn de laatste jaren alleen maar groter geworden. Het preventief fouilleren, het sluiten van drugpanden en het ophangen van camera’s zijn allemaal nieuwe mogelijkheden die bij elke evaluatie de discussie over potentieel schending van grondrechten doen oplaaien.
Voor het angstzweet u uitbreekt, helemaal de vrije hand heeft de eerste burger ook weer niet. De praktijk van opgelegde overlegstructuren met de officier van justitie en korpschef en de aanwijzingen van die de gemeenteraad hoort te geven, beperken de zijn macht aanzienlijk, leggen de auteurs uit. Maar de belangrijkste beveiliging voor machtsmisbruik blijkt de bijzonderheid van de middelen zelf te zijn. De onderzoekers concluderen dat de weinig scherp omschreven mogelijke aanleidingen voor een burgemeestersoptreden de sterkte én de zwakte van het instrumentarium is.
Dat de wet nauwelijks uitspraken doet over wat ‘openbare orde’ nu precies is, geeft de burgemeester dan wel ruime discretionaire bevoegdheid om daar zelf een interpretatie aan te geven maar noopt tegelijkertijd de bestuurders tot voorzichtigheid. Als de burgemeester een al een poldersheriff is, is het wel een voorzichtige. De auteurs tonen hoe kwetsbaar de burgemeestersbevoegdheden zijn, wanneer ze buiten de politieke luwte gehanteerd zouden kunnen worden. Het a-politieke optreden maakt de instrumenten sterk in plaats van kwetsbaar.
Wellicht zonder het te willen, dragen de auteurs een flink steentje bij in het debat over de politiek onafhankelijke positie die de burgemeester nú inneemt — of dat wellicht zou moeten veranderen. Helemaal ontijdig komt dat niet. De geruchten dat de nieuw te vormen regering de wens een gekozen burgemeesterschap in te voering in haar akkoord nemen alleen maar toe. En of die eventueel gekozen burgemeester zijn feitelijk verregaande mogelijkheden ook later moet behouden, is hopelijk een debat dat we voor die ingrijpende verandering gaan voeren.
Orde in de openbare orde, Hansko Broeksteeg, Rian de Jong, Henk Kummeling, en anderen Wolters Kluwer 418 pagina’s ISBN 9789013144093
Dit artikel verscheen eerst in Binnenlands Bestuur.