Met hun kaderstellende en controlerende rol stelt de gemeenteraad of de Staten namens de inwoners vast waar het met de gemeente of provincie naartoe moet. Samen, want het zijn van een bestuursorgaan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die niet alleen aan één of slechts enkele fracties kan worden toebedeeld. Juist in gezamenlijkheid bepaalt de raad welke politieke afwegingen er gemaakt moeten worden — en welke opdracht het college ermee krijgt.
Politiek is het vak van belangen afwegen. In dit programma laten we de raadsleden zien hoe ze middels een argumentatieve afweging niet alleen beter beleid maken, maar ook hoe ze hun kaderstellende rol kunnen vergroten. En hoe juist het vergroten van de kaderstellende rol de controlerende en vertegenwoordigende beiden versterkt.
Naar onze visie begint effectieve politiek met het goed kunnen stellen van kader. Dat is niet alleen een kader in tijd en geld, maar juist ook in wat wij noemen ‘beoogd maatschappelijk effect’. Juist dan heeft de raad de meeste grip het politieke beleid — en het komt het politieke debat ten goede. Dat is toch iets anders dan gaan zitten wachten tot het college met een stuk komt.
In dit programma laten we de raad zien en ervaren hoe ze met het kaderstellend debat tot een opdracht aan het college komen, en zich daarmee meteen in de positie brengen voor hun controlerende taak.
In een korte beschouwing werkt de raad eerst aan gezamenlijke begripsvorming: wat is kaderstellen en hoe past het in onze manier van besluitvorming? In deelsessies laten we ze zien welke argumentatieve vaardigheden er nodig zijn om die kaderstellende rol goed invulling te geven en voor te bereiden — en hoe deze kunnen worden ingepast in hun eigen vergadermodel.
Met het oefening brengen ze het kaderstellend debat meteen in de praktijk. Het oefent fracties en individuele volksvertegenwoordigers in de vaardigheden én wijst de gehele raad op het belang van goed invulling geven aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid én meerwaarde van een goed kaderstellend debat.
Het programma biedt inzicht in het belang van mogelijke manieren waarop de rol van de raad invulling kan krijgen én geeft de raad instrumenten in handen om de rol te versterken.
We eindigen het programma met het maken van afspraken daarover: wat heeft de raad nodig om de kaderstellende rol belegd te krijgen in de besluitvorming? En wie moet dat gaan veranderen: de raad zelf? Wordt er iets van het college verwacht? Kan de griffie iets doen? Deze afspraken zijn een to do-lijst of route kaart naar een sterkere positie voor de raad — en betere politieke besluitvorming.
Het programma sluit goed aan bij de modules Wat heeft het hoogste orgaan eigenlijk te vertellen? en De politieke stijlentest uit het Inwerkprogramma. Eventueel kunnen ze in samenhang worden verzorgd. Dat geeft de raad of Staten beter inzicht in de onderlinge dynamiek én versterkt de vooral kaderstellende en opdrachtgevende rol van de de raad of Staten.