Ineens was de VVD in Deventer een zeteltje rijker. En niet omdat de kiezer op zijn meest recente uitspraak is teruggekomen. Raadslid Eva Sipman stapte van de partij waar ze op de lijst stond over naar de VVD-fractie. Dat is raar en onnodig, schrijft John Bijl in Binnenlands Bestuur.
Toen de Deventenaar zich met de raadsverkiezingen van 21 maart uitsprak, is het mandaat van de gemeenteraad muurvast vastgelegd. De enige die dan nog iets aan de samenstelling van het hoogste orgaan van de gemeente kan doen, is de gemeenteraad zelf. En dat gebeurde ook. Vanwege frictie in de fractie besloot het voor D66 gekozen raadslid Eva Sipman zich na het reces aan te sluiten bij een andere fractie: die van de VVD.
De aanleiding voor Sipmans overstap is het stemgedrag van haar voormalige fractiecollega’s bij het faillissement van werkbedrijf Werkmakelaar-Oost. Het kostte de gemeente tonnen — en de financiële misère moest nota bene via een klokkenluider naar buiten komen. Volgens Sipman hadden haar eerdere partijgenoten in de Deventer raad een motie van wantrouwen tegen verantwoordelijk wethouder Jan Jaap Kolkman moeten steunen. Nu stemde ze als enige voor, de andere D66’ers in de Deventer raad durfden het niet aan coalitiegenoot PvdA ermee tegen de haren in te strijken.
Naar verluidt heeft D66-fractievoorzitter Jan Schuring alles uit de kast gehaald om Sipman op andere gedachten te brengen. Voor Sipman was dat te veel. Ze stapt op en wil niets meer met de fractie te maken hebben. En om te voorkomen dat ze de rest van de periode er als fractie alleen voor staat, sluit ze zich aan bij de VVD.
Natuurlijk is het aan Sipman zelf om te besluiten wat ze met haar zetel doet. De Pavlov-reactie ‘zetelroof!’ van haar voormalige fractiegenoten is staatsrechtelijke kolder. Met de uitspraak van de kiezer in haar kontzak, is Sipman immers zonder last tot lid van de gemeenteraad gekozen. Ze heeft daarmee, zoals dat dan heet, een vrij mandaat. Niemand mag haar stemgedrag beïnvloeden. Net zo goed als dat ze lekker zelf uitmaakt van welke fractie ze lid is, is het aan haarzelf te oordelen waar de D66-kiezer het meest mee is geholpen: het steunen van de coalitie óf het politieke lot van wethouder Kolkman bezegelen.
Toch knaagt het.
Met haar overstap naar de VVD doet Sipman het voorkomen alsof er inhoudelijk iets is veranderd. Alsof D66 bijvoorbeeld het eigen verkiezingsprogramma niet meer nakomt of er een politieke kwestie is waardoor Sipman’s eigen mening is veranderd. Maar dat is niet zo. ‘Ik blijf actief voor Deventer met dezelfde aandachtsgebieden als bij D66,’ zegt ze tegen de Stentor.
Voor de kiezer is dat verwarrend. Ze doet alsof er geen verschillen zijn tussen de Deventer D66 en de VVD, terwijl één blik op de verkiezingsprogramma’s genoeg is om het tegenovergestelde te beweren.
Logischer is wanneer Sipman de samenwerking met de fractie had opgezegd en als zelfstandige D66-fractie haar raadsperiode voortzet, met alle ondersteuning die daarbij hoort.
Sipman kan met haar kiezersmandaat immers net zo veel aanspraak maken op de naam D66 als de andere gekozenen op de kieslijst. Hoeveel stemmen ze daar persoonlijk bij haalde, is dan niet eens relevant. Door Sipman op de lijst te plaatsen heeft D66 haar zélf de verantwoordelijkheid gegeven de kiezer te vertegenwoordigen. Dat vertrouwen is, nu Sipman via de kieslijst in de raad is gekomen, onherroepelijk.
Dat de Deventer raad dan getooid is met twee fracties van dezelfde politieke kleur is volgens mij makkelijker uit te leggen dan krampachtig partij-affiliatie boven de inhoud plaatsen — en politiek voor te spiegelen als een spelletje over macht in plaats van een goed gesprek over de inhoud.
Dit artikel verscheen eerst in Binnenlands Bestuur.