De Hilversumse raad probeerde met een korte verklaring de affaire rond wethouder Bart Heller af te sluiten. Maar volgens John Bijl van het Periklesinstituut maakte juist de geheimzinnigheid de kwestie groter dan nodig. ‘Geen commentaar is geen optie.’
Met een verklaring van amper 255 woorden probeerde de Hilversumse gemeenteraad woensdagavond de kwestie rond wethouder Bart Heller te beëindigen. Maar volgens deskundigen blijft veel onduidelijk. De maandenlange stilte, de besloten vergaderingen en de summiere toelichting maken de affaire juist uitzonderlijk, zegt John Bijl, directeur van het Periklesinstituut tegen NH Nieuws.
De zogenoemde ‘zaak-Heller’ begon met een e-mail waarin de wethouder aandacht vroeg voor Palestijnse kinderen, als reactie op een oproep om solidariteit te tonen met een Israëlisch gezin. De mail leidde tot onrust binnen het college en Hellers vertrek. Dat vo-iel blijkbaar niet in de goede aarde bij de gemeenteraad van Hilversum; de raad benoemde kort daarna Heller opnieuw als wethouder.
De verklaring die de raad gisteravond voorlas, moest duidelijkheid bieden – maar deed dat nauwelijks. Volgens Bijl is dat precies het probleem. ‘Het is opmerkelijk,’ zegt Bijl. ‘Ik kan me goed voorstellen dat iedereen, en zeker het college, best wel in hun maag zit met hoe ze dit hebben aangepakt,’ zegt hij. ‘Het voelt dan toch wel aan alsof ze best wel snappen dat ze het verkeerd hebben aangepakt, maar het liefst de hele situatie zoveel mogelijk willen downplayen en hopen dat het zo snel mogelijk weggaat.’
De raad erkende in de verklaring dat het college ‘zorgvuldiger had kunnen en moeten informeren’. Toch bleef een openbare toelichting van de burgemeester uit – iets wat volgens Bijl zelden verstandig is. ‘Mijn vuistregel is: geen commentaar is geen optie. Het waait niet weg.’
Die terughoudendheid is volgens hem niet alleen een Hilversums probleem, maar raakt aan de kern van bestuurlijke openheid. ‘Als mensen niet begrijpen wat er is gebeurd, gaan ze hun eigen invulling geven en dan krijg je Indianenverhalen. Mensen zijn best bereid fouten te vergeven, maar maak wel duidelijk wat er is gebeurd en zorg ook dat ze het snappen. Dan kunnen ze denken: lesje geleerd, en doorgaan met wat belangrijk is. Want wat belangrijk is, zijn inwoners.’