In de media

Commissaris van het volk? De Jonge zet Zeeland op scherp

Zelden werd er zó veel gespeculeerd over een commissaris van de Koning. Is Hugo de Jonge de uitgesproken kandidaat die Zeeland nodig heeft, of staat zijn zichtbaarheid hem juist in de weg?

Redactie - 1 maart 2025
Hugo de Jonge wint in 2014 de prijs voor de Beste Politicus van Rotterdam (foto: Periklesinstituut)

Het waarnemerschap van Hugo de Jonge als commissaris van de Koning in Zeeland heeft één ding glashelder gemaakt: het ambt leeft als nooit tevoren. Waar de meeste commissarissen hun werk grotendeels buiten het publieke oog verrichten, slaagt De Jonge erin om zichzelf én de provincie volop in het nieuws te houden. ‘Ik heb nog nooit zoveel over Zeeland gehoord en gelezen als in de afgelopen maanden’, constateert Marja van Bijsterveldt.

Of De Jonge daadwerkelijk heeft gesolliciteerd op de vacature, blijft onduidelijk. Maar dat zijn optreden als een publieke campagne voelt, is geen geheim. Volgens John Bijl van het Periklesinstituut past zijn profiel goed bij wat Zeeland vraagt: ‘Uitgesproken, proactief, bewust van de publieke kant van het ambt.’ Toch waarschuwt hij: ‘Het komt me niet over als een profiel dat voor hem is geschreven – ik heb vacatureteksten gezien die veel opzichter hengelden naar een specifieke kandidaat.’

De Jonge zet stevig in op zichtbaarheid en ambitie, met als opvallend voorbeeld zijn pleidooi voor een forse bevolkingsgroei. Die publieke profilering levert hem zowel bijval als weerstand op. ‘Bij mensen die heel graag een functie willen, wordt eerder getwijfeld of ze het voor zichzelf doen in plaats van voor de gemeenschap’, merkt Bijl op. Bovendien kunnen Statenleden zich ‘knorrig’ gaan voelen bij openlijke speculaties: ‘Het vergroot niet je gunfactor.’

Ook De Jonges verleden als coronaminister blijft op de achtergrond meespelen. Niet vanwege nieuwe feiten, maar vanwege het beeld. Een aanstaande parlementaire enquête en een zichtbaar verdeeld publiek maken hem kwetsbaar. ‘Als mensen zich gedwongen voelen een bepaalde keuze te maken, zijn ze eerder geneigd voor een andere optie te gaan’, zegt Bijl. Paradoxaal genoeg kan zijn populariteit buiten de commissie hem binnen de commissie juist in de weg zitten.

Toch is er ook waardering voor zijn leiderschap in moeilijke tijden. ‘Hugo had het lef om naar voren te stappen in die coronaperiode’, zegt Van Bijsterveldt. ‘Dat is wat we nodig hebben.’ En hoe de enquête ook uitpakt, John Bijl verwacht dat De Jonge zich er niet door laat verrassen: ‘Ik denk dat hij zijn beleid vanuit oprechtheid zal verdedigen. In de wetenschap dat de dingen niet altijd gelopen zijn zoals hij had gewild. Zo gaat dat altijd met besturen. En al helemaal tijdens een pandemie waar je nog niks van weet.’

De uiteindelijke beslissing ligt bij Provinciale Staten. Hun afweging zal iets moeten zeggen over het ambt, over het type leiderschap dat Zeeland nu nodig heeft – en misschien ook over wat voor provincie Zeeland zelf wil zijn. Stilstand is geen optie, zei De Jonge zelf. Maar te veel beweging kan óók vragen oproepen.