Nog voor zijn installatie heeft kandidaat gedeputeerde Henk Emmens het al moeilijk. Zijn sociale media-gebruik krijgt van Statenleden veel kritiek. Kan een – nieuwe – politieke partij dit wel voorkomen? John Bijl sprak er over met EenVandaag.
De BoerBurgerBeweging heeft in Groningen te maken met groeistuipen. Kort na zijn aantreden stapte een Statenlid op wegens scheldpartijen op Twitter. En ook de beoogd gedeputeerde Henk Emmens moest zich excuseren voor omstreden likes op sociale media, variërend van complottheorieën tot oproepen voor een ‘nieuw Neurenberg-tribunaal’. De Statenleden die hem straks moeten benoemen twijfelen erdoor aan zijn geschiktheid.
Voor Caroline van der Plas is dit een ongemakkelijke wending. Zij benadrukte eerder dat de partij vroeg was begonnen met kandidaatselectie om LPF-achtige toestanden te vermijden. Komt BBB nu in hetzelfde vaarwater terecht? Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, is dat geen verrassing: ‘Bij partijen die plotseling hard groeien, wordt er in korte tijd uit een beperkt aantal leden gevist. Dan zit er soms een niet zo fris appeltje in de kakelverse mand.’
De kwestie draait niet om een tweet, maar om tientallen ‘likes’ van berichten vol wantrouwen en verdachtmakingen. Emmens bood excuses aan en gaf aan mensen ‘onbewust te hebben gekwetst’. Maar of dat voldoende is? ‘Excuses zijn geen eenzijdige handeling’, aldus Bijl. ‘Als ik iemand een klap geef en zeg “sorry, nu is het klaar”, dan werkt dat ook niet zo. Het is aan Provinciale Staten om te beoordelen of hij nog geloofwaardig kan functioneren.’
Had de toch nog jonge politieke partij BBB beter op moeten letten? John Bijl vraagt zich af of dat wel kan. ‘Politieke verenigingen die in een klap groeien moeten kiezen uit een toch karig ledenbestand,’ zegt hij. Minder dan twee procent van de Nederlandse kiesgerechtigden is slechts actief voor een politieke partij. ‘Vaak moeten dingen ook nog met spanning en met snelheid gebeuren,’ weet Bijl.
Dan kan er weleens iets fout gaan, denkt Bijl. Helemaal te voorkomen is het niet. ‘Je kunt natuurlijk iemands doopceel lichten, maar dat kost tijd en geld. En dat zijn precies twee zaken waar politieke partijen altijd te kort aan hebben.’
De zaak raakt ook aan een breder probleem: hoe ga je als partij om met kandidaten in tijden waarin alles online is terug te vinden? ‘Je kunt een profiel screenen, maar dat kost geld en tijd – en daar hebben politieke verenigingen juist een tekort aan’, stelt Bijl. Tegelijkertijd waarschuwt hij voor profilering die uitsluitend veilig is. ‘Als je je hele profiel opschoont, ben je niet transparant maar verdacht. En misschien moeten we vooral stoppen met mensen online voor rotte vis uit te maken. Democratie is geen scheldpartij.’
De casus Groningen laat zien dat politiek meer vraagt dan een mening en een Twitteraccount. ‘In een democratie hoort het debat de plaats te zijn waar je verschil van inzicht uitvecht met argumenten. Niet met verdachtmakingen, niet met vijanddenken.’