#hetgaatnietovergeld

Schokkend goed

We weten: er komt een extra rekening voor de GGD’en op gemeenten af als gevolg van de coronacrisis. Al dat testen en bron- en contactonderzoek is niet gratis en het was natuurlijk ook niet begroot. Aangezien de gemeenten – verplicht – de 25 GGD’en financieren, is duidelijk waar die rekening komt te liggen.

Michiel van der Eng - 27 mei 2020

Hoe groot die rekening wordt, is vooralsnog giswerk. Ook gissen is het naar de uiteindelijke bereidheid van de rijksoverheid om bij te dragen in die rekening. Maar laat ons in de tussentijd even stilstaan bij de GGD’en en bij het eersterangswerk dat zij moeten doen voor minder dan een dubbeltje.

Dit is een financiële column, dus soms komt de inspiratie uit tabellen. Zo ook dit keer en wel uit de tabel op pagina 49 van het rapport van de werkgroep ‘Herziening gemeentelijk belastinggebied’. De tabel biedt een overzicht van alle gemeentelijke lasten per beleidsveld in 2018 en of dat een eigen taak van gemeenten is, een gedeelde taak met het rijk of een door het rijk opgedragen taak.

Wat blijkt? In totaal hebben alle gemeenten bij elkaar voor 2018 grofweg 27 miljard euro aan lasten begroot. Dat is overigens nog geen 10% van de uitgaven die de rijksoverheid in 2018 had begroot (circa 350 miljard), dus de 355 gemeenten zijn redelijk efficiënt te noemen. Het rijk betaalde in 2018 bijna twee keer zoveel aan rente op de staatsschuld (48 miljard!) als de gemeenten gezamenlijk uitgaven.

Raad nu eens welk deel van die 27 miljard euro voor alle gemeenten bestemd was voor volksgezondheid? Het is minder dan een dubbeltje. Zelfs een stuiver is nog veel te ruim bemeten. En ook een cent dekt nog altijd meer dan de lading. In het redelijk normale jaar dat 2018 was, betaalden wij onze GGD’en 0,66% (afgerond) van alle gemeentelijke lasten: 172 miljoen euro. Voor dat bedrag kan de gemeente Leidschendam-Voorburg pakweg een jaar draaien. En dat dan gedeeld door 25 GGD’en. Ter vergelijking, zelfs zónder brandweerzorg gaat er jaarlijks 2,5 keer zoveel geld naar openbare orde en veiligheid.

Wat doen die GGD’en voor dat geld, in een normaal jaar? GGD’en beschermen, bewaken en bevorderen de volksgezondheid. Lood in kraanwater? Pestprogramma’s op scholen? Anti-rookprogramma’s? Toezicht op kinderopvang? Hygiëne in tattooshops? SOA-test? GGD aan zet. En, niet onbelangrijk, zich voorbereiden op de bestrijding van infectieziekten van allerhande soort. Van tuberculose tot Covid-19.

Wij zijn er in dit land dus in normale omstandigheden in geslaagd om de uitvoering van de gehele lokale volksgezondheid te doen voor ruim minder dan één procent van alle gemeentelijke lasten. En dat werkt kennelijk. Daar krijgen GGD’en zelden een applaus voor (integendeel zelfs), maar alleen al vanuit financiële invalshoek is dat schokkend goed geregeld te noemen.

Zo bezien is het helemaal niet zo raar dat er in deze tijden van uitzonderlijke crisis op volksgezondheidsgebied een extra rekening aankomt. We hebben de plicht om die rekening zonder morren, ja zelfs dankbaar, te betalen. En het zou een schande zijn als het rijk niet ten minste de helft voor zijn rekening neemt. Om zulke grote bedragen gaat het immers niet.

Michiel van der Eng is senior trainer en specialist gemeentefinanciën bij het Periklesinstituut. Maandelijks schrijft hij de column #hetgaatnietovergeld voor Binnenlands Bestuur. Deze column verscheen daar op 27 mei 2020.