In de media

Plan om burgemeester te kiezen ‘onwettig’

‘Stuitende onjuistheden en flinterdunne argumenten.’ Het plan om de nieuw te benoemen Haagse burgemeester via een referendum te kiezen klopt van geen kant. Oud-Kamerlid Niesco Dubbelboer deed die opriep in een open brief naar de Haagse gemeenteraad.

Redactie - 14 februari 2020
Het stadhuis van Den Haag (Foto: Wikimedia Commons)

Een plan van actiegroep Meer Democratie om de Haagse burgemeester via een referendum te kiezen, lijkt op het eerste gezicht een stap richting meer burgerzeggenschap. Maar volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, gaat het voorstel regelrecht in tegen de bedoelingen van de wetgever. ‘Het is onwettig. Je vraagt de raad mee te doen aan iets wat helemaal niet mag. Dat druist in tegen alles wat de wetgever heeft bedoeld.’

In een open brief pleitte Niesco Dubbelboer namens de actiegroep voor een verkiezing voorafgaand aan de formele aanbeveling door de raad. Dat zou inwoners meer invloed geven. Maar Bijl ziet daarin een ondermijning van het wettelijke proces. ‘Je maakt geen kans als je niet aan het referendum meedoet, terwijl de Gemeentewet juist toelaat dat sollicitanten onbekend blijven. Dat voelt ongemakkelijk – en staat haaks op de bedoeling van de wet.’

‘Je bent eigenlijk verplicht om je bekend te maken als je burgemeester wilt worden. Het mag van de Gemeentewet onbekend blijven. Ik krijg daar een ongemakkelijk gevoel bij. Je maakt geen kans als je niet aan het referendum meedoet. Dat staat haaks op de intentie van de Gemeentewet.’

Bijl is ook kritisch op de uitleg die Dubbelboer geeft bij de recente grondwetswijziging. ‘Die is niet doorgevoerd om een gekozen burgemeester mogelijk te maken, maar om de kroonbenoeming uit de Grondwet te halen. De benoeming door de Kroon staat nog gewoon in de Gemeentewet. Die kun je niet zomaar negeren.’

Los van de juridische bezwaren, ziet Bijl ook inhoudelijke risico’s. Een burgemeester is in Nederland geen politiek bestuurder, maar een onafhankelijk ambtsdrager. ‘Zijn besluiten zijn onderworpen aan achterafcontrole en gaan over orde en veiligheid. Als je daar verkiezingsretoriek op loslaat, krijg je machtsconflicten in plaats van inhoudelijke samenwerking. In Japan en de VS zie je waar dat toe leidt: bestuurlijke verlamming als raad en burgemeester elkaar tegenwerken.’

En dat is precies wat Den Haag níet nodig heeft, benadrukt Bijl. ‘Onze democratie is zo ingericht dat de macht bij de raad ligt – 45 volksvertegenwoordigers, geen machtsblok maar een collectief. Daar zit het gezag, niet bij één gekozen functionaris. Het laatste wat Den Haag kan gebruiken is een virtuele machtsstrijd over wie het grootste kiezersmandaat heeft.’

De roep om meer burgerinvloed is begrijpelijk – maar moet wél op de juiste plek landen. De raad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Meer invloed voor inwoners begint dus bij de volksvertegenwoordiging, niet bij het benoemingsproces van een burgemeester. Wie democratie wil versterken, versterkt de raad. Niet het ambt dat erbuiten staat.