Politici blijven maar klagen dat burgers zich zo weinig aantrekken wat er in het gemeentehuis gebeurt. Terecht. Maar je kunt het de inwoners van Westland niet kwalijk nemen dat de hele gemeentepolitiek hen geen lor interesseert. De gemeentepolitiek heeft zich flink wat aan te rekenen, vindt John Bijl vandaag in Binnenlands Bestuur.
Afgelopen dinsdag moest de gemeenteraad van de Zuid-Hollandse kasgemeente op stel en sprong vergaderen. Nog volop in de vakantiestemming werden de raadsleden opgetrommeld voor een spoedoverleg.
Dat is uitzonderlijk. Hoe relevant en belangrijk de lokale politieke ook is, haast heeft het zelden. Toch vond burgemeester Agens van Ardenne het hoogst noodzakelijk dat de leden van volksvertegenwoordiging in Westland dinsdag meteen bijeenkwamen. Nadat ze op vrijdag de griffier al voorzichtig een vergaderdatum had laten polsen, ontvingen de raadsleden op de vergaderdag zelf pas de uitnodiging.
Niet dat ze daar heel veel wijzer van werden. Volgens de agenda moest er ‘urgent een besluit genomen worden in een ruimtelijk dossier’. Dat zegt niks. De Gemeentewet geeft met artikel 19 lid 2 de burgmeester dan wel de bevoegdheid om zonder opgaaf van reden een raadsvergadering uit te schrijven, maar deze vaagtaal geeft een raadslid nauwelijks kans zich voor te bereiden. Van de 276 miljoen euro die Westland jaarlijks te besteden heeft, geeft ze zelf al 52 miljoen uit aan ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Met de omzet die de gemeente met beleidsregels mogelijk maakt, mag je de waarde van dit beleidsterrein gemakkelijk vertienvoudigden.
Toch werd er vergaderd. Pas op de avond zelf wisten in ieder geval de raadsleden waarover. Met drie A4’tjes werden ze voor een uurtje de fractiekamers ingestuurd om zich in te lezen. Krap een uur later namen ze een besluit. Met excuus van Van Ardenne dat het fatsoenlijk uitnodigen er niet was van gekomen. ‘We waren met de voorbereidingen voor deze vergadering bezig,’ sprak ze.
Waar het nou over ging? Joost, of Agnes, mag het weten. Op voordracht van Van Ardenne behandelde de raad de kwestie in beslotenheid en is ook 24 uur na de vergadering nog steeds niet duidelijk wáár de gemeenteraad over heeft gesproken. Laat staan dat duidelijk is welk besluit er is genomen. Naar verluid zou het gaan om de huisvesting van vijfduizend arbeidsmigranten. Volgens de laatste geruchten zou het besluit daartoe al in het lokale huis-aan-huisblad worden gepubliceerd en was in de ambtelijke organisatie even vergeten dat eerst de raad daar over moet spreken.
Dat laatste lijkt niet te worden ontkend door de gemeentewoordvoerder. Die laat De Telegraaf weten dat het wel vaker voorkomt dat collegebesluiten als fait accompli naar de krant gaan, nog voor dat de raad er over heeft vergaderd — waarschijnlijk om de deadline van de krant te halen. Normaal gesproken zal tussen deadline en publicatie een gebruikelijke raadsvergadering zitten maar nu de raad met reces was, liep dat even anders.
Het zet Van Ardenne’s excuus in een heel ander licht. Dus wel vaker is men ‘zo druk met het maken van beleid dat de raad er even bij inschiet’. Dat getuigt niet alleen van bestuurlijk amateurisme, maar meer van een defect democratisch besef. De gemeenteraad zit er niet voor spek-en-bonen, ook niet in komkommertijd.
Ogenschijnlijk mist in Westland een noodzakelijk diep inzicht dat besluiten beter worden wanneer ze publiekelijk besproken worden door mensen die weten wat er in de lokale samenleving leeft. Eerder lijkt het er op, dat de Westlandse volksvertegenwoordiging als stempelclubje wordt gezien. Waar bestuurders zo min mogelijk last van moeten hebben. Die gedachtegang zet niet alleen de politiek, maar ook de inwoner op afstand. Dat de genomen beslotenheid dan is ingegeven om het prutswerk van de gemeente weg te stoppen in plaats van de gebruikelijke redenen, maakt het er niet fraaier op.
Terug van reces, zal de volksvertegenwoordiging van Westland zich vast nog eens buigen over deze vergaderflater. Hopelijk kijkt hij dan ook even naar de bestuurscultuur waaronder dit voorval kon ontstaan. Zodat politiek en democratie niet alleen in de samenleving, maar eerst eens bij de gemeente zelf kunnen gaan leven.