Van profiel naar kandidaat

Hoe vorm je nu een beeld van het ambt burgemeester? Op een willekeurige dinsdag zit de burgemeester ’s ochtends de collegevergadering voor, feliciteert hij ’s middags echtelieden met een diamanten huwelijk en treedt hij ’s avonds op bij een uit de hand gelopen betoging. Een veelzijdig en daarom complex ambt.Hoe vorm je een beeld van het ambt van burgemeester? Het Periklesinstituut helpt gemeenteraden ideeën en opinies te vormen over wat zij van een burgemeester verwachten, passend bij de verschillende functie en rollen van het ambt. En passend bij de cultuur van de gemeente en haar inwoners.

Doel en opzet

In ons programma betrekken we eerst de gehele raad om de uitgangspunten voor de burgemeestersprocedure te formuleren. Tijdens een raadsconferentie gaan we in op de vragen wat voor type burgemeester bij de gemeente past en helpen we bij het maken van de keuzes over het verder verkrijgen van input voor de profielschets. Aan het eind deze bijeenkomst ligt er een concreet plan van aanpak.

Tegelijk gebruiken we deze fase graag om met de raad te kijken naar de verordening voor de vertrouwenscommissie én de procedure bij de herbenoeming en klankbordgesprekken. Ook bepalen we dan wat er verder nodig is voor het tot stand komen van het profiel. Het verslag van de bijeenkomst, aangevuld met tips en advies, vormt de basis voor het profiel waarop de burgemeester kan worden geworven.

Programma

In de eerste bijeenkomst met de gehele raad zorgen we dat alle leden een goed maar ook gedeeld beeld hebben van het ambt burgemeester. Met een enthousiasmerende methode formuleren ze wensen en verwachtingen over het type burgemeester en welke bestuursstijl persoonlijkheidskenmerken daarbij passen. We maken hierbij gebruik van onze ervaringen in het maken van functieprofielen, de onderwijskunde en het openbaar bestuur.

Samen met de keuzes voor het samenstellen van de verordeningen én voor het eventueel organiseren van andere activiteiten zoals enquêtes of inloopbijeenkomsten voor bewoners, leidt dit tot een vervolgaanpak. We ondersteunen de (beoogd) vertrouwenscommissie bij het verzamelen en analyseren van alle input en bij het schrijven van de profielschets.

Na afloop

Een goede profielschets heeft vijf functies. Het geeft de context weer van het ambt burgemeester. Het beschrijft ook de competenties, en bestuursstijl waar de burgemeester over moet beschikken. Maar het beschrijft vooral de verwachtingen van de raad én van de samenleving over de persoon die het ambt moet gaan vervullen. Samen met de raad komen we tot een toepasbaar profiel, dat niet alleen gebruikt kan worden voor de gesprekken met de kandidaten maar ook de samenleving én potentiële kandidaten laat zien wat er van het burgemeestersambt wordt verwacht.

Voor de meeste raadsleden zijn sollicitatieprocedures geen core-business. Toch wordt in de gesprekken die de vertrouwenscommissie met de kandidaten voert van ze gevraagd dat ze in één, of meestal twee gesprekken een goed beeld hebben of deze persoon geschikt is voor een baan die ze zelf nooit hebben gehad. Van de meeste raadsleden mag worden verwacht dat ze hun woordje paraat hebben en in staat zijn een goed vraaggesprek te voeren. Een sollicitatiegesprek met een kandidaat-burgemeester is een context die ze niet gewend zijn. Door middel van techniek en oefening leren wij ze zich goed voor te bereiden op het goed leren kennen van een kandidaat én deze te toetsen aan het door de raad vastgestelde profiel.

Doel en opzet

Wat is een goed selectiegesprek, toegespitst op het ambt burgemeester? Welk doel heeft het? Hoe bouw je een gesprek op? Hoe breng je de competenties van kandidaten in kaart? Hoe evalueer je elk gesprek? Met een trainingsacteur oefenen de commissieleden met hulp van onze casuïstiek met vraagtechnieken, gespreksmodellen en gespreksvaardigheden. We helpen ze met de structuur en de opzet van het sollicitatiegesprek zelf, de rolverdeling, wie stelt welke vraag, en de randvoorwaarden voor de omgeving waarin het gesprek plaatsvindt. Ook leren we de leden van de commissie een gestructureerde evaluatie van elk gesprek te maken.

Daarbij helpen we de vertrouwenscommissie ook met de voorbereidingen voor de presentatie van de twee geselecteerde kandidaten aan de raad. Zodat ook daar een eerlijk en openhartig gesprek kan plaatsvinden over welke kandidaat-burgemeester de aanbeveling van heel de raad krijgt.

Programma

We organiseren een bijeenkomst van twee dagdelen, bij voorkeur aansluitend, op één dag. Tijdens deze sollicitatietraining leren de deelnemers de kenmerken van een goed selectiegesprek hanteren. We staan stil bij het effect van de eerste indruk en hoe je deze met elkaar objectiveert tot een bruikbaar uitgangspunt.

Daarnaast oefenen ze met een trainingsacteur technieken voor een eerste kennismaking waar vooral de waarden van de kandidaat uit voort moeten komen. Als laatste leren we de kandidaten met een oefenkandidaat om gericht door te vragen naar de competenties uit het vastgestelde profiel. Tijdens het programma laten we de deelnemers kennismaken met verschillende opzetmogelijkheden voor een goed selectiegesprek. Zo bepalen de commissieleden zelf het format en de rolverdeling van het gesprek.

We leren de leden ook hoe ze, met behulp van een gestructureerd evaluatieformulier na afloop van elk interview de kandidaat moeten beoordelen. Door dit steeds direct na afloop van het gesprek te doen, zijn de leden in staat om na afloop van alle gesprekken de kandidaten op een gestructureerde manier te vergelijken en te beoordelen.

Na afloop

Aan het eind van de trainingsdag zijn de leden van de vertrouwenscommissie in staat bij de selectiegesprekken om een betrouwbaar oordeel te vormen door een objectieve vraagtechniek. Met het format hebben ze een draaiboek voor de gesprekken in handen. Dat vullen we aan met formulieren om de gesprekken na afloop te evalueren — en gezamenlijk een goed beeld van elke kandidaat te vormen. En een afgewogen selectie te maken.

De gemeentefinanciën zijn voor sommige raadsleden nog steeds een doolhof. Met de training Sturen met geld bieden we de raadsleden een routekaart — én hulp om in hun eigen begroting de financiën te vinden voor hun eigen politieke plan.

Om hun groeiende verantwoordelijkheden te kunnen waarmaken hebben gemeenten financiële middelen nodig. Het grootste deel van deze financiën komt binnen via het Rijk. Maar hoe beschikken gemeenten over die gelden en onder welke voorwaarden? Nieuwe taken, extra budget, maar ook bezuinigingen: gemeenteraden staan voor de uitdaging om de juiste financiële keuzes te maken.

Doel en opzet

Geld is de basis van het reilen en zeilen van de gemeente. Toch is weten hoe de begroting werkt zelfs voor de ervaren volksvertegenwoordigers een mysterie. Wat wordt er nu van de raad of Staten – als hoogste orgaan met het budgetrecht – verwacht? Welke vragen kan je stellen? 

Met de Masterclass Sturen met geld leren we de leden aan de hand van hun eigen begroting de de begroting te lezen, maar vooral te gebruiken. En inzien dat geld slechts een middel is; goed om bij tijd en wijle het debat over te voeren, maar dat debat moet niet afleiden van de hoofdzaak: het beoogd maatschappelijk effect. De workshop is geschikt voor heel de raad of Staten, maar kan ook worden verzorgd voor bijvoorbeeld alleen de woordvoerders financiën.

Programma

Met de begroting in de hand laten we de leden zelf kennis maken met de begroting én de andere financiële producten zoals de kadernota, de jaarrekening en voortgangsrapportages. We laten ze zien hoe ze beleid in deze begrotingsproducten kunnen volgen.

Aan de hand van de taakhulp Hoe vind ik geld voor mijn voorstel? leren ze financiële onderbouwing vinden voor hun eigen politieke plan — en hoe ze dit in een amendement kunnen zetten. In het tweede deel van de bijeenkomst zien ze met welke financiële kengetallen ze de gezondheid van de financiën kunnen beoordelen. Om de route door de begroting goed uit te leggen, zorgen we voorafgaand aan de training voor een gedegen analyse van de begroting.

Na afloop

Door met de leden van de raad of Staten de leesbaarheid en opbouw van de begroting te behandelen, willen we voorkomen dat debatten over geld gaan, en er juist voor zorgen dat  de raad bij de hoofdlijnen van beleid kan blijven, zonder de controle op de begroting te verliezen.

Virtueel vergaderen is anders dan fysiek vergaderen. Je ziet minder van elkaar en de aandachtspanne is veel korter. Deelnemers praten al snel door elkaar heen, verliezen de draad van de vergadering en voor je het weet zit de helft z’n mail te checken of Farmville te spelen.

Het vraagt het andere vaardigheden van volksvertegenwoordigers: korter spreken, signaalwoorden gebruiken en helder toewerken naar de gevraagde beslissing. En om de vergadering overzichtelijk te houden, moet er minder geïnterrumpeerd worden — en dus moet je leren hoe je je reactie wél kwijt kunt.

Doel en opzet

In de training is er vooral aandacht voor het verbeteren van de kwalitatieve interactie. Hoe ga je zo goed mogelijk in op de standpunten van de andere fracties? Hoe vat je goed samen? Ook laten we zien hoe je je opmerkingen voor de tweede termijn bewaart, in plaats van ze direct als interruptie te plaatsen, en waarom dat in een virtuele vergadering effectiever is. Kortom, we helpen de raad om óók in een virtuele vergadering naar een gezamenlijke afweging toe te werken en daarmee de politieke besluitvorming te verbeteren.

Programma

Met een korte online inventarisatie vragen we de deelnemers zelf wat ze moeilijk vinden aan het virtueel vergaderen én wat ze zouden willen leren. De resultaten bespreken we in een voorgesprek. Zo stellen we samen een op maat gemaakt programma voor de training vast.

De training bestaat uit twee blokken van anderhalfuur waar we plenaire presentatie afwisselen met meer interactieve vormen: testvragen, voorbeelden uit andere gemeenten en opdrachten in deelgroepen. Deelnemers krijgen feedback op hun presentaties, oefenen met virtueel betogen en virtueel vragen stellen en we simuleren een heuse raads- of Statenvergadering.

Na afloop

Na afloop ontvangen de deelnemers natuurlijk het Handboek Virtueel Vergaderen voor Volksvertegenwoordigers mét de Snel aan slag-gids. Daarnaast krijgen ze modellen en taakhulpen, bijvoorbeeld om het korter en levendiger betogen zelf voor te bereiden of interrupties uit te stellen. Daarnaast helpen we bijvoorbeeld graag met het evalueren van de eerstvolgende raads- en/of commissievergadering!

Handboek virtueel vergaderenIn opdracht van het programma Democratie in Actie van BZK en VNG schreven John Bijl en Victor Vlam van het Periklesinstituut het Handboek virtueel vergaderen voor volksvertegenwoordigers. Het gaat niet alleen in op de beperkingen van vergaderen in een virtuele omgeving maar vooral hoe je in een videovergadering een politiek overleg of debat voert.

Het bevat uitleg en toelichting maar ook een praktische Snel aan de slaggids voor je eerste virtuele vergadering én een evaluatieformulier om de volgende nóg beter te laten zijn. Bekijk het boek hier.

Elke vier jaar treedt een nieuwe gemeenteraad en een nieuwe Provinciale Staten aan. En elke periode doet het gemeente- of provinciebestuur weer nieuwe ervaringen op hoe er in de eigen gemeente of provincie ‘het best’ politieke te bedrijven is. Welke vergaderstructuur het vraagt. Hoe het beste bewoners te zijn betrekken. En hoe het samenspel tussen volksvertegenwoordiging en college moet worden georganiseerd.

Gemiddeld genomen treed elke bestuursperiode voor een derde nieuwe leden aan. Dat levert niet alleen gezond, fris bloed op maar vaak ook een verlies van kennis en ervaring. Het Periklesinstituut ontwikkelde een methode om samen met de oude leden van de volksvertegenwoordiging vast te leggen wat men heeft geleerd én deze leerpunten door te geven aan de opvolging.

Doel en opzet

Iedere raad, of Staten, is anders. Met de gemeenteraadsverkiezingen voor de boeg, is het een mooi moment voor de huidige raad om eens stil te staan bij de vraag ‘hoe het is gegaan?’ Welke lessen heeft de raad of Staten geleerd? Wat moet er de volgende periode anders en wat moet er zeker behouden blijven? Kortom, hoe kan de nieuwe volksvertegenwoordiging en een eígen frisse start maken zonder de wijsheid van de oude tekort te doen?

Het Periklesinstituut ontwikkelde een evaluatieprogramma om de raad hierbij te ondersteunen. In drie fasen – van onderzoek, raadsconferentie en dan aanbevelingen – laten we de raad tot een evaluatie komen over zijn eigen politieke proces — en aanbevelingen doen voor de nieuwe.

Programma

In de eerste fase brengen we in kaart hoe het gaat. We kiezen de belangrijkste evaluatiepunten en met een geavanceerde vragenlijst onderzoeken we ervaringen over wat goed ging — en wat beter moet. In een raadsconferentie presenteren we de resultaten en ook de meningsverschillen. We zorgen ervoor dat de conferentie eindigt met een gezamenlijk beeld over het functioneren van de raad, concrete acties en aanbevelingen voor verder onderzoek of experimenten.

Daarna kijken we met bijvoorbeeld een werkgroep of begeleidingscommissie welke specifieke punten aandacht of aanpassing behoeven. De stukkenstroom? De briefing van de vergadervoorzitters? Werken met een raadsprogramma? Of het functioneren van de agendacommissie? We helpen met het plannen van experimenten en het formuleren van aanbevelingen.

Na afloop

Het eindresultaat wordt als een cadeautje van de oude raad of Staten aan de nieuwe aangeboden, bijvoorbeeld bij de installatievergadering. Een set met ervaringen én aanbevelingen. Een set afspraken die de vergadercultuur bekrachtigt en de vergaderstructuur versterkt. Om er zelf mee aan de slag te gaan, want na de verkiezingen is het goed inrichten van een goede vergadercultuur immers de verantwoordelijkheid van de nieuwe raad of Staten. Maar dan wel gebaseerd op ervaringen uit het verleden.

Als je raads- of Statenleden vraagt ‘hoe gaat het’ is eerlijk gezegd het antwoord niet eens het belangrijkste. Interessanter is hoe ze tot dat oordeel zijn gekomen. Het Periklesinstituut ontwikkelde in de loop der jaren behoorlijk gedetailleerde sets van vragen om met de leden van de volksvertegenwoordiging zelf te kijken naar hoe de besluitvorming beter kan. De kwaliteit van politieke besluitvorming wordt door meer factoren beïnvloed dan alleen de vaardigheden van de vergaderdeelnemers. Al deze thema’s werken ook nog eens op elkaar in. Met het Raadstevredenheidsonderzoek brengen we middels een enquête en een gezamenlijk gesprek beter in kaart hoe de raad of Staten het werken ervaart.

Doel en opzet

Om de besluitvorming beter te maken, zul je uiteraard eerst moeten weten waar de leden het meest tegen aanlopen. Het gebruik van het vergadermodel, de functionaliteit van de vergaderstukken, de toepasbaarheid van het Reglement van Orde en helderheid over de raadsinstrumenten, maar ook de onderlinge verhoudingen of de ‘debatcultuur’, politieke stijlen, verhouding tot en samenwerking met het college en het werk van de vergadervoorzitters.

Met het Raadstevredenheidsonderzoek brengen we ervaringen van de raads- of Statenleden met deze verschillende thema’s in kaart. Om ze vervolgens met elkaar over deze indrukken constructief in gesprek te brengen. En af te sluiten met een plan voor hoe het beter kan.

Voorbereiding

In een voorbereidend gesprek van anderhalf uur met de griffie, eventueel aangevuld met leden een werkgroep bespreken we de aanleiding voor het raadstevredenheidsonderzoek. We kijken naar jullie vergaderstructuur en -cultuur en stemmen af welke thema’s aan bod moeten komen in het raadstevredenheidsonderzoek. Op basis van dit gesprek kunnen we het onderzoek voor jullie gemeente, of provincie, op maat samenstellen.

Programma

Middels een vragenlijst, stellingen en andere vraagtechnieken inventariseren we de opinies en ervaringen over de huidige manier van vergaderen. Eventueel kunnen deze evaluaties worden aangevuld met verdiepende interviews. Hierdoor zijn we goed in staat de volksvertegenwoordiging mee te nemen in een meer geavanceerde beoordeling over zichzelf én de kwaliteit van de politieke besluitvorming.

De uitkomsten ervan presenteren we in een programma van ongeveer twee uur, waarin we de meest in het oog springende resultaten laten zien, en waar we de raads- of Statenleden enkele door de enquête opgebrachte dilemma’s voorleggen. In het verdiepende Meetlintdebat spreken we dan over nuances, uitgangspunten en achtergronden. De opbrengst levert een eindrapportage met aanbevelingen voor de bestuursstructuur (het RvO of het vergadermodel) en de bestuurscultuur.

Na afloop

In de rapportage vatten we samen wat er mogelijk is om de effectiviteit van de politieke besluitvorming in het gemeente- of provinciebestuur beter te maken en wat de volksvertegenwoordiging nodig heeft om zijn rol als hoogste orgaan verder te ontwikkelen. Hiermee heeft de raad of Staten een concrete te-doen lijst voor het verbeteren van de besluitvorming. Én, niet te vergeten, zelfinzicht en begrip van het eigen functioneren.

De tijden veranderen. Waar voorheen nagenoeg direct na de verkiezingen al duidelijk was hoe er in de raad of Staten een meerderheid te vormen was, ligt het in de moderne, meer pluriforme democratie vaak anders. Daarnaast stelt de kiezer ook inhoudelijk andere eisen aan de rol die de volksvertegenwoordiging inneemt. 

Meer aansprekende politiek en een duidelijke afweging, gemaakt door de volksvertegenwoordiging. Om beide uitdagingen aan te gaan kiest een gekozen raad steeds vaker voor een gezamenlijk raadsprogramma. In dit programma, soms aangeduid met de toch meer verwarrende term ‘raadsakkoord’, maken de leden met elkaar afspraken over hoe de komende bestuursperiode politiek wordt bedreven. Een goed raadsprogramma zorgt zo dan voor heldere politiek waar transparantie en overleg voorop staat.

Doel en opzet

Deze vernieuwing wordt alleen bereikt wanneer zowel de leden van de volksvertegenwoordiging en van het college samen de schouders eronder zetten. Voor raadsleden betekent dit niet langer alleen maar wachten op waar het college mee komt, maar juist proactief zelf aan de slag met het raadsprogramma. Voor het college betekent het de volksvertegenwoordiging uitdagen het onderling debat aan te gaan én vragen om een goede bestuurlijke opdracht.

Dit vraagt andere vaardigheden én een andere werkmentaliteit. Het Periklesinstituut helpt bij het ontwerp van het akkoord (wat staat er in?) én met het werken met het akkoord (hoe gaan we ermee aan de slag?).

Programma

Werken met een raadsakkoord is vernieuwend politiek bedrijven. Om het gemeente- of provinciebestuur goed voor te bereiden op het ermee werken ontwikkelden we een programma bestaande uit drie delen. Er is een inspirerende bijeenkomst om te laten zie wat een raads- of Statenprogramma kan betekenen. 

Ten tweede ontwierpen we een actieve werkconferentie waar we de belangrijkste dilemma’s en vaardigheden behandelen en keuzes gemaakt kunnen worden over de totstandkoming van een akkoord. Als laatste helpen we graag met het tussentijds evalueren van het werken met het raadsakkoord en het daarna eventueel bijstellen van de manier van werken of het oefenen van de benodigde vaardigheden bij raad of Staten, college en de agendacommissie.

In een aansprekende lezing laat John Bijl zien welke ervaringen er al zijn met het werken van een raadsprogramma. Het leert de raad de doens maar zeker ook niet-doens ervan kennen. En de belangrijkste uitdagingen en voordelen en nadelen ervan te zien. Daarna gaan we met de raads- of Statenleden in gesprek over hoe een raadsprogramma hén zou kunnen helpen in het sterker maken van de democratie en het verbeteren van de politieke besluitvorming.

Met de werkconferentie laten we zien welke randvoorwaarden er nodig zijn om succesvol met een raads- of Statenprogramma te werken. Dat gaat over alle doelgroepen in het gemeente- of provinciebestuur: de leden van de volksvertegenwoordiging zelf, maar ook het college, de agendacommissie en de griffie. Ook wat er verwacht mag worden van de collegevoordrachten, die de ambtelijke organisatie voor hen voorbereidt, komen aan bod. We bespreken de belangrijkste dilemma’s én hoe deze – eventueel – in een raads- of Statenakkoord moeten worden verwoord.

Een vernieuwende manier van werken vraagt dat je tussentijds ook even kijkt of alles nog goed verloopt. Daarnaast kan het soms geen kwaad om – bijvoorbeeld halverwege de bestuursperiode – je af te vragen of het doel nog wel glashelder is. Met een enquête onder de raads- en commissieleden én het college vragen we de belevingen maar zeker ook naar de grootste valkuilen van het werken met een raads- of Statenprogramma. De resultaten van de evaluatie vormen de basis van het programma van de bijeenkomst met het hele gemeente- of provinciebestuur.

 

Bij het programma ontwikkelde het Periklesinstituut een deelprogramma voor de Agendacommissie. Hiermee leert de agendacommissie een planning te ontwerpen waarmee de inhoudelijke rol van de raad of Staten wordt gewaarborgd.

Na afloop

De wens om een raadsbreed akkoord te sluiten komt vaak voort uit de wens op een andere manier politiek te bedrijven. Een manier die niet polariseert maar juist verbindt en raadsdebatten meer inhoudelijk maakt. Dat vraagt niet alleen een document maar bovenal ook een cultuuromslag.

Met dit programma heeft de raad, of de Staten, met elkaar een plan hoe er de komende periode politiek wordt bedreven. Een manier die recht doet aan de onderlinge inhoudelijke meningsverschillen én helpt om daar vanuit effectief samen met het college beleid te maken.

Als goed volksvertegenwoordiger ben je nooit belangeloos. Als inwoner van de gemeente heb je áltijd belang bij hetgeen je in de raad bespreekt en waar je over stemt. Tijdens deze workshop laten we met heldere casuïstiek de raadsleden zien én ervaren dat in feite ieder raadslid in aanraking komt met rolconflicten.Rolconflicten zijn voor een volksvertegenwoordiger niet alleen onvermijdelijk — ze zijn eigenlijk gewenst. Immers, een goed geïnformeerd en betrokken raadslid is ook een aanwinst voor het functioneren van de democratische besluitvorming.

Doel en opzet

Met de door ons ontwikkelde aanpak van schuivende dilemma’s zoeken we in dit programma samen met de raadsleden naar de essentie van een integriteitskwestie. Door gebruik van levendige casuïstiek en herkenbare situaties laten we in ons programma politici zien dat de scheidslijn tussen wel of niet integer gedrag vaak alleen te vinden in is in de uitleg die iemand geeft aan zijn handelen.

Programma

Na een plenaire opening waarin we de opzet van het programma schetsen en het thema integriteit verkennen, gaan de deelnemers in kleinere groepen uiteen. Ze verkennen met een gespreksleider in zogeheten schuivende cases de grenzen en uitgangspunten van hun eigen integriteit. Ze leren er hun eigen valkuilen te herkennen en dilemma’s makkelijker met elkaar bespreekbaar te maken.

Daarna maken de deelnemers kennis met de drie dilemmavelden van integriteit. Daar laten we zien hoe belangrijk het is om eigen afwegingen helder te formuleren en leren we ze hoe je dat doet.

Na afloop

Met het programma maken we niet alleen de individuele politicus maar ook de hele politiek meer weerbaar. Het doel van het programma is om vooral onderling het onderwerp integriteit op de agenda te houden. Formeel, maar ook informeel, zodat raadsleden zonder bezwaar of taboe ook met elkaar over integriteit kunnen praten. Van het Periklesinstituut ontvangen ze elk halfjaar een casus om dat te doen.

Integriteit kan als thema steeds op een rijke publieke belangstelling rekenen. Eigenlijk is dat terecht; de aandacht voor oprecht en integer bestuur hoort bij een democratische rechtstaat. De keerzijde is dat politici het gevoel hebben onder een vergrootglas te liggen. En dat de minste ‘schijn van’ of zelfs het vermoeden van de kleinste misdraging in het privédomein tot grote issues kan leiden. In de training De dilemma’s van het Politieke Ambt leren we de deelnemers zelf hun beleving van én de valkuilen bij integriteit herkennen. Dan doen we met actuele casuïstiek en herkenbare vraagstukken, die we in de loop der jaren zelf en met onze lokale en regionale mediapartners verzamelden. Hierdoor zijn we in staat een voor de deelnemers herkenbaar en daardoor geloofwaardig beeld te schetsen over het belang van integriteit.

Doel en opzet

Dit programma leert de deelnemers op toegankelijke doch indringende wijze kennis maken met integriteit. Met cases waar de twijfel over wat nu wel of niet integer gedrag is, laten we het omvangrijke grijze gebied zien.

Programma

Met cases worden de verschillende aspecten van integriteit behandeld. Daarmee formuleren de deelnemers zelf antwoord op de vragen Hoe kan integriteit de kwaliteit van politieke besluitvorming beïnvloeden? Op welke wijze kun je integriteit onderzoeken en beoordelen? en Hoe kan ik waakzaam blijven op integriteitskwesties? Aan de hand van deze antwoorden onderzoeken de deelnemers in groepen zelf nieuwe cases om onderling te bespreken en zo doende elkaars antwoorden te onderzoeken en aan te scherpen.

Na afloop

De interactieve lezing geeft de deelnemers een ongeforceerde kijk op het thema integriteit en het belang ervan. Door met elkaar cases te hebben besproken, wordt het toegankelijker om ook in het vervolg met elkaar over integriteit te spreken. Bijvoorbeeld wanneer er een situatie speelt of dreigt te spelen. De lezing biedt verdieping in het begrip van integriteit waardoor men zelf een meer doordacht en wellicht genuanceerd oordeel over eigen of andermans handelen kan geven. Pagina

 

De raad gaat – net zoals de Provinciale Staten – over z’n eigen agenda. Maar in de praktijk wordt wat er op de agenda staat vooral bepaald door het college. Hun voordrachten domineren niet alleen de aanvoer, maar het college bepaalt daarmee vaak ook hóe iets wordt behandeld — en daarmee de facto wanneer de zeggenschap van het hoogste orgaan gaat gelden. Daarmee verliest de volksvertegenwoordiging vaak grip op die eigen agenda én op de eigen rol.

Het college heeft de verantwoordelijkheid de agenda van de raad of Staten voor te bereiden. Maar wát er op de agenda staat en hoe het wordt behandelt, zou de volksvertegenwoordiging zelf moeten bepalen. Net zo goed als dat de volksvertegenwoordiging moet bepalen hoe de samenleving bij de besluitvorming wordt betrokken.

Doel en opzet

Wat is er voor nodig om de volksvertegenwoordiging zélf op de agenda te laten sturen? In deze module laten we zien hoe een Agendacommissie de raad of Staten sterker in de eigen rol kan zetten door niet alleen de agenda voor de vergaderingen te plannen, maar ook te kiezen welke rol het hoogste orgaan in de politieke afwegingen inneemt.

Het programma geeft de gekozen volksvertegenwoordiging een sterkere rol, waarmee niet alleen beter politiek kan worden bedreven maar ook de samenleving beter te zien krijgt hoe politiek-inhoudelijke afwegingen het beleid bepalen. En er duidelijke afspraken worden gemaakt over hoe de participatie in de gemeentelijke of provinciale besluitvorming wordt georganiseerd.

Programma

Aan het eind van deze module herkennen ze de vijf fasen van het politieke besluitvormingsproces en hebben ze verschillende manieren en deliberatieve vormen gezien om een politiek in te richten die het best past bij de inhoud van het onderwerp én de eigen politieke cultuur van de gemeente. Ze leren de raads- of Statenagenda ermee vooruit te plannen — waarmee ook de behandeltijd kan worden bepaald.

Ook de rol van de samenleving komt aan bod. Met behulp van de participatiematrijs laten we de deelnemers zien op welke manieren de samenleving van burgers, bedrijven of andere belanghebbenden kunnen worden betrokken door middel van inspraak en participatie.

Optie: Het programma kan worden gecombineerd met een informatiesessie voor de hele raad of Statenleden. Hier komt aan de orde wat de rest van de volksvertegenwoordiging van de agendacommissie mag verwachten.

Na afloop

Met deze module weet de Agendacommissie stappen te zetten voor grip op de eigen agenda van de raad of Staten. Door de Participatiematrijs te gebruiken zijn ze in staat planningen te maken voor de participatieve agenda, met de Triagekaart zijn ze in staat de rol van de raad of Staten als politieke opdrachtgever van het beleid te organiseren.