De gemeenteraad en de Staten zijn het hoogste maar niet het enige bestuursorgaan in de gemeente en provincie. Goed bestuur vraagt ook dat de volksvertegenwoordiging samenwerkt met de andere twee.
Na de verkiezingen worden de nieuwe raads- en Statenleden geïnstalleerd… en dan is het aan hen. Naast de politieke verantwoordelijkheid om namens de inwoners van de gemeente het debat te voeren en besluiten te nemen, hebben de raad en Staten óók een bestuurlijke verantwoordelijkheid. Namelijk: het goed inrichten van het samenspel tussen raad en college.
De gemeente of provincie besturen doe je niet alleen. De macht van een gemeenteraad bestaat eigenlijk alleen omdat er ook een college is om de besluiten van de raad uit te voeren. Daarnaast blijft het college voor de raad de belangrijkste infromatiebron voor het nemen van besluiten. Pas samen met de wethouders en burgemeester bestuurt de raad de gemeente echt.
Dat vraagt dus samenwerking. En afspraken over die samenwerking. In dit programma onderzoeken we met raad én college op welke manieren het gemeentebestuur dat samenspel kan inrichten — en wat er voor nodig is omdat te organiseren.
Na een plenaire aftrap met de volksvertegenwoordiging én het college, gaan beide bestuursorganen uiteen. Voor elk verzorgen we een deelprogramma waar ze verwachtingen over elkaar uitspreken. Wat hebben raad of Staten nodig van het college om het goede debat te voeren? Wat vraagt het college van de volksvertegenwoordiging om aan de slag te kunnen met het ‘dagelijkse besturen’?
Daarna brengen we deze beelden bij elkaar. Middels een zogeheten gap-analyse onderzoeken de deelnemers zélf de verschillen in verwachtingen en komen ze tot een te-doenlijst om deze verschillen op te lossen. Ze maken afspraken hoe het samenspel – bestuurlijk of anderzijds – is te verbeteren en daarmee de politiek besluitvorming slagkrachtiger te maken.
Met de opbrengst van dit programma heeft het gemeente- danwel provinciebestuur goed in zicht wat er nodig is om het samenspel tussen volksvertegenwoordiging en college te versterken. Het programma past daarom goed bij het inrichten van informatievoorziening (al dan niet met een informatieprotocol), het werken met een raadsakkoord of de evaluatie ervan of het grip krijgen op de begrotingscyclus.