Inwerkprogramma Gemeenteraad

Nog even en dan mag de kiezer weer naar de stembus. Op 16 maart 2022 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Daarna treden de nieuwe raden aan. Met het inwerkprogramma helpt het Periklesinstituut de nieuwe raden hun draai te vinden én aan de vaardigheden voor het nieuwe ambt.

Hoe werkt het inwerkprogramma?

Het inwerkprogramma 2022 heeft net als in 2018 ook een modulaire opbouw. De modules hebben elk afwisselende werkvormen zodat de programma’s aansprekend en inspirerend zijn. Er zijn allerlei mogelijkheden de modules te combineren. Per avond of per dagdeel passen steeds twee modules. Je kunt kiezen voor één avond, of meerdere, kort achter elkaar of juist verspreid over een langere periode. Een zaterdag, of een heel weekend de hei op, noem maar op, alle mogelijkheden zijn bespreekbaar.

Help de raad het hoogste orgaan te worden

De raad is het hoogste orgaan van de gemeente. Met zijn kaderstellende rol zit de volksvertegenwoordiging vooraan in de beleidscyclus. Met een goed gesteld kader spreekt de raad zich uit over het gewenste beleid — en kan het college aan de slag.

Met deze module helpen we raadsleden bij het oppakken van deze rol. Waarom? Omdat een goed kaderstellend debat een meer herkenbare invloed van de volksvertegenwoordiging oplevert én het de uitwerking van de wensen van de raad door het college makkelijker maakt.

Zo wordt duidelijker waarom voor bepaald beleid is gekozen. Met het heldere politieke kader is een welles-nietes debat over een al reeds voorliggend raadsbesluit niet meer nodig. Zo is politiek beleid inzichtelijker én sneller voor elkaar.

Op ontspannen manier kennismaken met de raadsregels

Om tot besluiten te komen heeft de gemeenteraad te maken met regels: de Gemeentewet, het eigen Reglement van Orde maar ook de Grondwet, de AWB, de BBV en straks de Omgevingswet.

Met de Gemeentewetpubquiz laten we de raad op speelse wijze kennismaken met de regels maar vooral de positie en mogelijkheden van de raad.

Aan de hand van drie blokken met elk zes multiple choice, openvragen en videofragmenten bespreken we de raadsverantwoordelijkheden én de raadsinstrumenten. Zodat de raadsleden zien wanneer ze het RvO of de wet er bij moeten pakken. Daarnaast laten we ze zien welke raadsinstrumenten — van mondelinge vraag tot interpellatie — de raad tot zijn beschikking heeft.

Wat ieder raadslid moet weten van de gemeentefinanciën

Hoeveel geld geeft een gemeente uit? Wat komt er binnen? Hoe wordt er verantwoording afgelegd over de uitgaven? En: welke wetten en regels zijn er?

Om hun groeiende verantwoordelijkheden te kunnen waarmaken hebben gemeenten financiële middelen nodig. Het grootste deel van deze financiën komt binnen via het Rijk. Maar hoe beschikken gemeenten over die gelden en onder welke voorwaarden?

Nieuwe taken, extra budget, maar vooral ook bezuinigingen: gemeenteraden staan voor de uitdaging om de juiste financiële keuzes te maken. Deze module helpt raadsleden met praktische tips en inzichten in gemeentefinanciën zodat ze voorbereid zijn om ook aan deze taak van de gemeenteraad een goede invulling te geven. 

Inleiding en oefening in debat- en argumentatietechnieken

Volksvertegenwoordigen is geen vak dat je er zo maar bij doet. Ondanks dat raadslid zijn voor de meesten een functie ernaast is, vraagt het veel. Je mening geven over beleid, nieuwe voorstellen doen, contact houden met burgers, meepraten met bijvoorbeeld welzijnsorganisaties of de kunstensector, het aanscherpen van je visie, onderhandelen en natuurlijk debatteren; het zijn geen kleine dingen. Ze vragen eigen competenties.

In deze module behandelen we welke vaardigheden nodig zijn voor het politieke ambt. Door middel van het één tegen allen-debat leren ze de belangrijkste: bondig en invoelbaar spreken, actief en re-actief luisteren en het vertalen van politieke ideeën naar concreet beleid. De module is gebaseerd op ons Competentieprofiel voor Volksvertegenwoordigers.

Effectief samen van beeldvorming naar besluit

Als de raad een besluit neemt, is er een lang proces van beeld- en oordeelsvorming aan voorafgegaan. Wij spreken dan ook liever van het politieke proces dan van het (raads)debat. Immers alle voorbereidende activiteiten, bijeenkomsten en vergaderingen beïnvloeden de argumentatie en besluitvorming. 

Uit de meer dan driehonderd gemeenteraden die wij zagen vergaderen weten we één ding zeker: er bestaat niet één juist vergadermodel. Maar er is wel zoiets als het goed gebruik van het gekózen model. In deze module laten we zien hoe je met heldere planning en juiste voorbereiding, ervoor zorgt dat met goed gebruik van het model het proces van politieke besluitvorming effectiever kan.

Bewust van integriteit en weerbaar voor druk van buiten

Wat is het effect van jouw rol als raadslid op jouw rol in de samenleving, en omgekeerd?

Raadsleden liggen vaker en steeds meer onder een vergrootglas. Bijna 90% van alle Nederlanders vindt dat lokale politici een voorbeeldfunctie hebben — de media houdt hen nauwlettend in de gaten. Je moet je er als volksvertegenwoordiger steeds meer van bewust zijn dat je meer rollen en dus meer belangen hebt in de samenleving. Ook krijgen raadsleden steeds vaker te maken met agressie, zoals belediging, intimidatie en zelfs bedreiging.

In deze sessie helpen we raadsleden zich voor te bereiden op deze ‘schaduwzijden van de spotlights’. De raad krijgt praktische tips en handvatten mee over hoe om te gaan met morele dilemma’s, maar ook wat te doen om te voorkomen dat raadsleden zich, onder druk, genoodzaakt zien hun mening aan te passen.

Een brutaal kijkje uit meer dan 300 vergaderingen

Scherpe vragen aan de portefeuillehouder, maar ook troublerende interrupties. Een stevige raad die zich niet de kaas van het brood laat eten, en ook blazende wethouders. Heldere opgaven voor de vergadering, maar – helaas – eindeloos durende keuveloverlegjes die nergens toe leiden.

De Mystery Burger van Binnenlands Bestuur zag in de afgelopen acht jaar letterlijk alle gemeenteraden en alle Provinciale Staten wel een keer vergaderen. In deze module laat hij op soms hilarische wijze voorbeelden uit die praktijk zien. Met aansprekende fragmenten uit vergaderingen, anekdotes en andere voorbeelden neemt Mystery Burger John Bijl de raads- of Statenleden mee langs 15 lessen uit de praktijk.

Betrek de samenleving bij politieke besluiten

Democratie is meer dan partijpolitiek en één keer in de vier jaar stemmen. Inwoners nemen steeds vaker zelf het initiatief om vorm te geven aan het algemeen belang.

Maar hoe verhoudt deze informele democratie zich tot de formele? In deze module gaan we in op nieuwe soorten en vormen van democratie en burgerparticipatie, en laten hun verschijningsvormen, mogelijkheden en ook beperkingen zien. We spreken over de positie van de raad ten opzichte van deze initiatieven — en hoe er mee om te gaan.

Aan de hand van de door ons ontwikkelde Participatiematrijs gaan we met de raad in gesprek hoe ze de ideeën van actieve burgers en bedrijven kunnen betrekken in hun eigen besluitvorming.

Versterk de rol van de raad met een raadswerkprogramma

In meerdere gemeenten werd al gewerkt met een raadsakkoord. Een overeenstemming tussen alle fracties (en daarmee alle raadsleden) voor de komende bestuursperiode.

Maar een goed raadsakkoord doet meer dan het alleen het vastleggen van waar je het over eens bent. Het plant ook waar je het met elkaar níet over eens bent. Zodát het debat daar over gevoerd kan worden. Daarnaast maakt een raadsakkoord ook werkafspraken. Onderling maar ook binnen het hele gemeentebestuur. Om de positie van de volksvertegenwoordiging te versterken én te organiseren.

In deze module inspireren we de raad met hoe een raadsakkoord als ‘raadswerkprogramma’ de politiek én de besluitvorming beter maakt.

Snel aan de slag met het voorzitten van politieke vergaderingen

Voorzitten is misschien wel de meest moeilijke van alle politieke taken. De voorzitter van een commissie, ronde tafel of politiek carrousel begeleidt de vergadering in goede banen maar zonder zich met de inhoud te bemoeien én zonder de raadsleden de baas te zijn.

Deze module bereidt de voorzitters, of aspirant-voorzitters, snel voor op hun nieuwe raadsperiode. We behandelen in een notendop de vaardigheden voor het correct voorzitten van hun commissie- of andere besluitvoorbereidende vergaderingen van hun eigen vergadermodel.

Ze oefenen met eenvoudige technieken om de sfeer te bewaken, de interactie te vergroten en te zorgen dat de vergadering over de juiste dingen gaat. Zodat ze ook als voorzitters snel aan de slag kunnen met effectieve politiek.

De raad gaat over z’n eigen agenda, maar nu in het echt

Bij het werk van de gemeenteraad komt meer kijken dan alleen vergaderen of gesprekken voeren met instellingen en bewoners. Uiteindelijk moet de politiek ook georganiseerd worden.

De agendacommissie adviseert de gemeenteraad over de agenda voor reguliere raads- en commissievergaderingen. Deze raadsleden stellen namens de raad niet alleen een conceptagenda op, maar kunnen ook een belangrijke rol spelen in het bewaken van de politieke planning, de kwaliteit van de stukken én de rol van de raad in het beleidsproces.

In deze module laten we ze met behulp van de Politieke Triagekaart zien hoe ze a-politiek de politiek kunnen plannen — en daarmee de kwaliteit van democratische besluitvorming ondersteunen.

Grip houden op de samenwerkingsverbanden

Gemeenteraden hebben steeds vaker het gevoel de greep op gemeenschappelijke regelingen te verliezen. Ze vinden dat wanneer taken samen met andere gemeenten worden uitgeoefend, ze niet meer bijdragen aan lokale doelen — en dat er een democratisch tekort ontstaat.

In deze module kijken we met de raad naar verschillende soorten samenwerkingsverbanden en wat dat voor hen betekent. Maar we helpen de raad vooral om de eigen rol in de samenwerking te vergroten én dagen ze uit om ook zélf de samenwerking met andere gemeenten op te zoeken.

Met deze module is de raad zich bewust van zijn rol in een gemeentelijke samenwerking, krijgen raadsleden inzicht in de afhankelijkheid die dat vraagt én weten ze hoe ze hun grip op samenwerkingsverbanden kunnen behouden.

Beter debatteren door elkaar beter te leren kennen

Politiek is een gek vak. Raadsleden stelden zich kandidaat omdat ze hun eigen meningen en overtuigingen hebben, maar eenmaal gekozen, bereiken ze pas iets wanneer ze zich ook bezig gaan houden met de mening van anderen. Politiek bedrijven is het vak van met elkaar van mening verschillen. En het liefst zo goed mogelijk.

In deze module helpen we de raadsleden beter met elkaar van mening te verschillen… juist door elkaar beter te leren kennen. Ze onderzoeken elkaars overtuigingen – misschien zelfs principes – die de oorsprong zijn van politieke standpunten.

Op die manier maken ze niet alleen kennis met hun collega’s in het hoogste orgaan maar leren ze ook dat zelfs scherp met elkaar van mening verschillen beter gaat, waneer je het samen doet.

Kennismaken met de verschillende manieren van politiek bedrijven

Ieder mens is anders, en dat geldt ook voor politici. Naast dat iedere politicus zijn overtuigingen en gedachtegoed heeft, bedrijft iedereen ook op zijn eigen manier politiek. De een leest zich suf, de ander gaat meer uit van z’n gevoel.

Ombudsman of partijpoliticus? Backbencher of bestuurder? Of toch een coach? Door zelf de test te doen krijgt ieder raadslid inzicht in zijn of haar voorkeursmanier, door de stijlen te bespreken én te oefenen merken de deelnemers dat er verschillende rolopvattingen mogelijk zijn. En met meer erkenning voor persóónlijke verschillende is het eenvoudiger juist in te gaan op de politíeke verschillen.

Daarnaast schetst de samenstelling van alle stijlen in de raad een goed beeld van de dynamiek in de raad.

Samen spelen om het samenspel in de raad te verbeteren

De boog hoort niet altijd gespannen te staan. Daarbij, politieke vergaderingen zijn ook een sociale bezigheid.

Met verschillende spelvormen en oefeningen zoals de politieke speurtocht, het politiek memory spel, het Denkhoedendebat zorgen we ervoor dat het inwerkprogramma ook een sociale gebeurtenis is. Kennismaken door samen opdrachten uit te voeren en samen te spelen.

De werkvormen en activiteiten zijn ideaal voor programma’s van meerdere dagdelen. Ze kunnen binnen of, wanneer het weer het toelaat, buiten worden gehouden. We kiezen een gepaste activiteit: een die het programma en de lokatie toelaat én op ongedwongen wijze laat zien dat het samenspel in de raad ook samen spelen kan zijn. Want samen ‘spelen’ – bij gebrek aan een beter woord – is ook een prestatie.

Als bestuurder sta je vol in de schijnwerpers. Mensen letten op je, en daardoor doen je woorden er echt toe. Met één verbale bijdrage op het juiste moment – in een passende toon het juiste te zeggen – kun je het verschil maken. Gespannen situaties de-escaleren. En mensen voelen zich begrepen en oplossingen dienen zich aan.

Besturen is een vaak verbaal vak. Er zijn legio voorbeelden van burgemeesters, wethouders en andere bestuurders die moeilijke situaties verergerden door precies het verkeerde te zeggen. Gelukkig loopt het soms ook anders. Ambtsdragers die worden geprezen doordat ze precies op het juiste moment de juiste woorden gebruikten. Onopvallend het goede zeggen, waardoor niemand er nog over praat.

Doel en opzet

Het programma Stijlvast spreken met de juiste woorden richt zich op trefzeker optreden in verschillende moeilijke omstandigheden. Je leert de praktische gereedschappen van de klassieke retorica in de praktijk te hanteren door uitleg en vooral oefening.

Door je eigen politieke stijl te kennen en die van anderen herkennen houd je grip op je boodschap én op je reacties op anderen. Hiermee geef je je authenticiteit praktisch vorm. Door de vele voorbeelden van de docenten en van de andere deelnemers die als klankbord dienen, scherp je je gevoel voor wat in welke situatie passend is – en vooral wat bij jou past.

Programma

In twee dagdelen leer je je eigen stijl ontdekken én gebruiken. In een korte opening bespreken we een recent mediaoptreden van een bestuurder. Wat gaat er goed en wat minder? In hoeverre is het optreden gebonden aan de persoon? Wat kunnen we ervan leren? Daarna ga je vooral zelf aan de slag. Met retorisch strateeg Geert-Jan Procee loop je langs de geschiedenis van de retorica. Je ziet de overeenkomsten van mogelijke omstandigheden en daarmee de rode draad van elke goede bestuurdersreactie. Het leert je grip op elke moeilijke situatie.

Op de tweede dag laat politiek filosoof Carola Schoor je jouw eigen politieke stijl ontdekken, gebaseerd op  de zes stijlen uit haar wetenschappelijk model voor politieke stijl. Met voorbeeldcasussen oefenen je zelf, en je traint je kennis en inzicht met het analyseren van (recente) optredens van bestuurders en  onderlinge gesprekken. Het programma wordt begeleid door oud-ambassadeur, oud-Tweede Kamerlid en oud-burgemeester Jan Hoekema — met zijn ervaring naast, maar ook in het vuur.

Na afloop

De deelnemers krijgen een syllabus van het programma Stijlvast besturen op papier. Daarnaast is er ruimte voor een terugkomdag na een half jaar, waar we de uitwerking van de geleerde lessen bespreken.

Met hun kaderstellende en controlerende rol stelt de gemeenteraad of de Staten namens de inwoners vast waar het met de gemeente of provincie naartoe moet. Samen, want het zijn van een bestuursorgaan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die niet alleen aan één of slechts enkele fracties kan worden toebedeeld. Juist in gezamenlijkheid bepaalt de raad welke politieke afwegingen er gemaakt moeten worden — en welke opdracht het college ermee krijgt.

Politiek is het vak van belangen afwegen. In dit programma laten we de raadsleden zien hoe ze middels een argumentatieve afweging niet alleen beter beleid maken, maar ook hoe ze hun kaderstellende rol kunnen vergroten. En hoe juist het vergroten van de kaderstellende rol de controlerende en vertegenwoordigende beiden versterkt.

Doel en opzet

Naar onze visie begint effectieve politiek met het goed kunnen stellen van kader. Dat is niet alleen een kader in tijd en geld, maar juist ook in wat wij noemen ‘beoogd maatschappelijk effect’. Juist dan heeft de raad de meeste grip het politieke beleid — en het komt het politieke debat ten goede. Dat is toch iets anders dan gaan zitten wachten tot het college met een stuk komt.

In dit programma laten we de raad zien en ervaren hoe ze met het kaderstellend debat tot een opdracht aan het college komen, en zich daarmee meteen in de positie brengen voor hun controlerende taak.

Programma

In een korte beschouwing werkt de raad eerst aan gezamenlijke begripsvorming: wat is kaderstellen en hoe past het in onze manier van besluitvorming? In deelsessies laten we ze zien welke argumentatieve vaardigheden er nodig zijn om die kaderstellende rol goed invulling te geven en voor te bereiden — en hoe deze kunnen worden ingepast in hun eigen vergadermodel.

Met het oefening brengen ze het kaderstellend debat meteen in de praktijk. Het oefent fracties en individuele volksvertegenwoordigers in de vaardigheden én wijst de gehele raad op het belang van goed invulling geven aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid én meerwaarde van een goed kaderstellend debat.

Na afloop

Het programma biedt inzicht in het belang van mogelijke manieren waarop de rol van de raad invulling kan krijgen én geeft de raad instrumenten in handen om de rol te versterken.

We eindigen het programma met het maken van afspraken daarover: wat heeft de raad nodig om de kaderstellende rol belegd te krijgen in de besluitvorming? En wie moet dat gaan veranderen: de raad zelf? Wordt er iets van het college verwacht? Kan de griffie iets doen? Deze afspraken zijn een to do-lijst of route kaart naar een sterkere positie voor de raad — en betere politieke besluitvorming.

Het programma sluit goed aan bij de modules Wat heeft het hoogste orgaan eigenlijk te vertellen? en De politieke stijlentest uit het Inwerkprogramma. Eventueel kunnen ze in samenhang worden verzorgd. Dat geeft de raad of Staten beter inzicht in de onderlinge dynamiek én versterkt de vooral kaderstellende en opdrachtgevende rol van de de raad of Staten.

Na de verkiezingen en de installatie, ligt er meteen een grote uitdaging voor de nieuwe leden klaar: het completeren van het gemeente- of provinciebestuur met wethouders of gedeputeerden. Hoewel oude patronen bij de vorming van een college soms nog werken, zijn er meer mogelijkheden. In deze interactieve lezing laat John Bijl zien op welke wijze de raad of Staten met de collegevorming invloed heeft op de bestuurscultuur.

Met de uitspraak van de kiezer op de verkiezingsdag ben je er nog niet. De parlementaire democratie begint dan pas, met allereerst de formatie van een nieuwe college. Regels of zelfs wetten zijn er niet voor: de Gemeentewet en Provinciewet zeggen alleen dat ‘de raad (of Staten) de wethouders (dan wel gedeputeerden)’ benoemt.

Doel en opzet

Hoezeer de politiek de laatste jaren is veranderd, de manier van collegevorming is nog steeds de macht der gewoonte. In deze interactieve lezing licht John Bijl toe waarom het hoogste orgaan zijn óók betekent dat van de raad en Staten verwacht mag worden de bestuurscultuur van de gemeente of provincie in te richten. En hoe het profiel van de aan te stellen college-leden daar aan bijdraagt.

Bijl laat zien welke verschillende mogelijkheden er zijn om op andere wijzen dan het ‘naar voren schuiven van de lijsttrekkers’ kandidaat-wethouders te benoemen. Én vooral wat de voordelen zijn van een meer weloverwogen keuze (met de gedachte dat het dan altijd alsnog een van de (voormalig) lijsttrekkers kan worden.

Programma

Rijk geïllustreerd met voorbeelden van ervaringen uit andere gemeenten en uit de geschiedenis, laat John zien welke andere methoden er zijn geweest, wat de voor- en nadelen ervan waren en wat het effect van deze andere formatiemethoden op de bestuurscultuur en bestuurskwaliteit is geweest. In drie fasen laat hij zien welke vragen er áchter de formatie zitten Welk soort raad willen wij zijn? Hoe willen wij samenwerken met het college? En: wat is dan het profiel van de wethouders?

Na afloop

Aan het eind van de lezing hebben de raadsleden een goed beeld van welke keuzen er impliciet achter de fase van collegevorming zitten en welke voordelen het voor het functioneren van het gemeentebestuur heeft, wanneer je deze expliciet maakt. De mogelijkheden staan in de reader Menu Collegekeuze nog eens op een rijtje.

Heb je vragen, of worstel je met kwesties of dilemma’s over het functioneren van onze lokale democratie? Het Periklesinstituut denkt graag met je mee. Heb je een korte adviesvraag, bijvoorbeeld over het organiseren van vergaderingen, aanpassingen in het reglement van orde, plegen van interventies, mogelijke integriteitskwesties of -dilemma’s, bestuurlijke verhoudingen, wettelijke mogelijkheden, enzovoorts, dan is het Perikles consultabonnement wellicht iets voor jou.

Het Periklesinstituut is een kennisinstelling voor de lokale democratie. Wij bieden, verzamelen en ontwikkelen kennis voor het volksvertegenwoordigende ambt en democratische besluitvorming. We werkten in de afgelopen jaren met meer dan 100 gemeenten en provincies aan het vergadermodel of aanpassingen van het Reglement van Orde. We stonden griffiers, burgemeesters, commissarissen en dijkgraven bij met het vormen van een oordeel over gemeentewettelijke kwesties of mogelijke integriteitsschendingen.

Hoe werkt het?

Je kunt ons benaderen voor vragen over het organiseren van vergaderingen, aanpassingen in het reglement van orde, plegen van interventies, mogelijke integriteitskwesties of -dilemma’s, bestuurlijke verhoudingen, wettelijke mogelijkheden, enzovoorts. Kortom, we helpen graag bij het organiseren van de parlementaire democratie.

Het abonnement werkt als een strippenkaart, die je in staat stelt om een adviesvraag aan het Periklesinstituut voor te leggen, of een consult te voeren. John Bijl, of — afhankelijk van het onderwerp van je vraag — een van de andere specialisten van het Periklesinstituut, kunnen je op deze wijze snel van advies voorzien zonder dat daar een nieuw traject voor op moet starten.

De strippenkaart kent twee varianten, vijf strippen en tien strippen. Voor beiden geldt dat elke strip je recht geeft op een advies van of een consult met een specialist van het Periklesinstituut, van ongeveer 30 à 45 minuten. Van elk advies krijg je de uitwerking per e-mail toegestuurd, eventueel met aanvullende informatie of leestips.

Wat kost het?

Voor beide varianten geldt een tarief van € 120 per strip (ex BTW). Beide strippenkaarten zijn onbeperkt geldig. Bij het afnemen van de tien-strippenkaart krijg je als gemeente of provincie bovendien 10% korting op ons reguliere trainingsaanbod, totdat de strippenkaart vol is. Deze korting geldt alléén voor trainingen en bijeenkomsten waarop onze standaardtarieven van toepassing zijn, speciale campagnes zoals bijvoorbeeld onze inwerkprogramma’s vallen hier niet onder.

Indien er uit het advies of consult aanvullende werkzaamheden voortvloeien, worden daar separaat afspraken over gemaakt, uiteraard afhankelijk van de aard van deze werkzaamheden.

Bij het werk van de gemeenteraad komt meer kijken dan alleen vergaderen of gesprekken voeren met instellingen en bewoners. Uiteindelijk moet de politiek georganiseerd worden. En daarmee kun je meer bereiken dan alleen maar het vol krijgen van de agenda voor de komende raads- of Statenvergadering.

Een goed besluit komt nooit alleen maar op de inhoud tot stand. Ook de manier waarop het besluit wordt genomen, welke informatie beschikbaar is en in welke volgorde verschillende overlegvormen zijn gepland, kunnen bepalend zijn voor de effectiviteit van het besluitvormingsproces.

Doel en opzet

In onze training Het plannen van de politiek leren we de leden van de agendacommissie hoe ze op a-politieke wijze de kwaliteit van de collegevoordrachten of andere agendaverzoeken kunnen beoordelen. Daar komen verschillende Gemeentewettelijke aspecten bij aan bod. We laten ze ook zien hoe je dit oordeel a-politiek onderbouwt. 

Met dit oordeel leren ze een inschatting te maken van de behandelduur (hoeveel tijd is er voor nodig?) maar ook een advies te geven over de behandelintensiteit (op welke manier moert de raad of Staten bij de beleidsvorming betrokken worden?). Door het toepassen van politieke triage leren ze een besluit te nemen over de prioritering van agendaverzoeken.

Programma

Voorafgaand de training maken we samen met de griffie een inventarisatie van de raads- of Statenplanning en de verordening. Eventueel stellen we actualisaties voor. Tijdens de training voor de agendacommissie oefenen de deelnemers met verschillende aspecten van politieke besluitvorming. Daarnaast bereiden ze gesprekken met bijvoorbeeld wethouder of secretaris voor. Naast de training beide we de mogelijkheid de agendacommissie on the job te coachen. 

Met een taakhulp leren ze we ze vragen te beantwoorden over de behandelbaarheid. Hoe is de bevoegdheidsverdeling tussen raad en college geregeld? Wat houdt de actieve informatieplicht precies in (en hoe werkt deze in de praktijk)? Of: hoe zit het nu echt met de geheimhouding en vertrouwelijkheid?

Het programma voor de Agendacommissie kan worden voorafgegaan door een bijeenkomst met de gehele raad of Staten. Hier komen de drie rollen van een ‘presidium’ aan de orde en kiest de volksvertegenwoordiging een afbakening. Daarnaast bespreken we aan de hand van het Profiel Agendacommissie de verantwoordelijkheden de verantwoordelijkheden en verwachtingen.

Na afloop

Een goed-functionerende agendacommissie helpt de hele raad door tot agendapuntniveau het politieke proces in te richten. Met deze training hebben de agendacommissieleden daarvoor de instrumenten in handen én zijn ze vaardig genoeg deze te gebruiken. Ook om het gesprek met het college te voeren over hoe en wanneer voordrachten moeten worden aangeleverd.

Voor de besluitvormende vergaderingen is het makkelijk: een vergadering is geslaagd wanneer er een besluit is genomen. Maar de meeste politieke vergaderingen zijn geen besluitvormende vergaderingen. Ze zijn bedoeld om besluitvorming voor te bereiden. Wat is dan de gevraagde beslissing?

Een goede vergadering is een vergadering met een goed resultaat. Maar voor veel besluitvoorbereidende vergaderingen is het resultaat helemaal niet zo duidelijk wat het resultaat moet zijn. Het zijn Commissies, ronde tafels, politieke markten waar wordt gebeeldvormd en geoordeelsvormd. Dan is het voor voorzitters ook een stuk moeilijker om de deelnemers aan de gevraagde beslissing te houden

Doel en opzet

We zorgen voor een aanscherping én een verdieping in wat elke fase van het vergadermodel kan (of moet!) opleveren — en leren de voorzitters hoe hier met zachte hand op aan te sturen. Dus niet sturen óp de inhoud, maar mét de inhoud. 

Programma

Voorafgaand aan een bijeenkomst vullend deelnemers een vragenlijst in over het vergadermodel. Tijdens de bijeenkomst duiken we middels onder de motorkap ervan én leren de deelnemers het eigen vergadermodel plaatsen in de fasen van politieke besluitvorming.

Daarmee zijn de deelnemers in staat om in eigen woorden de opbrengst van iedere fase van het vergadermodel te formuleren. Daarna oefen ze met technieken om ervoor te zorgen dat de gevraagde beslissing past bij de vergadering en de deelnemers aan deze te houden.

Na afloop

Het programma zorgt voor een verdiept inzicht in het vergadermodel en een beter begrip hoe politiek-democratische besluitvormingsprocessen werken. Het programma leert de deelnemers beter en effectiever te sturen op de gevraagde beslissing. Het past ook goed bij evaluatie, aanpassing of (her-)ontwerp van het vergadermodel. Kijk op pagina 11 hoe het Periklesinstituut daarbij kan helpen. En kan goed werken naast een programma waarin commissieleden leren werken met een (nieuwe) vergaderwijze. 

Eventueel kan het programma ook aansluiten op intervisie- of evaluatie met de agendacommissie of de organisatie van de informatiepositie van de volksvertegenwoordiging.

Niet iedere vergaderaar is dezelfde. Net als alle mensen, hebben ook raadsleden én voorzitters hun eigen communicatiestijl. In het programma Interactie en interventie leren we de deelnemers hun eigen stijl herkennen en gebruiken. Net zo goed als dat ze na het programma kunnen anticiperen op de stijlen van hun deelnemers.Communiceren is mensenwerk. Zeker in de politiek, waar de leden vaak spreken over onderwerpen die ze zelf erg aangaat. Er wordt dan al gauw gecommuniceerd in een persoonlijke stijl. De een is meer dominant in een gesprek, de ander passief, of vraaggericht. En al die verschillende stijlen reageren ook nog eens verschillend op elkaar. Door de stijlen van de deelnemers in te schatten – én als voorzitter je interventies daar op af te stemmen – vergroot je de kwaliteit van de interactie en dus de besluitvorming.

Doel en opzet

Vergaderen is mensenwerk — en zeker in de politiek is het soms moeilijk ratio en emotie of persoon en zaak te scheiden. Naast de standpunten wordt ook de manier waarop ze door de deelnemers worden gebracht beïnvloed door onderbuikse factoren zoals onderlinge verhoudingen, persoonlijke aspecten en invloeden van buitenaf.

In deze training maken de deelnemers kennis met de communicatiestijlen van de Roos van Leary. Ze leren en oefenen hoe deze stijlen anderen beïnvloeden. En wat ze als voorzitter kunnen doen om de interactie constructief te houden.

Programma

Met een korte test ontdekken de deelnemers hun eigen communicatie-stijl. Die eigen stijl gebruiken ze om in oefeningen met anderen én de trainingsacteur de interactietechnieken voor het voorzitten van politieke vergaderingen toe te passen. Met korte observatie oefeningen leren de deelnemers een schatting te maken van de communicatiestijl van de deelnemers van de door hun voorgezeten vergaderingen.

Na afloop

De training geeft de deelnemers meer inzicht in hoe mensen vanuit hun eigen communicatiestijl reageren. Na de training gebruiken ze dat perspectief om met hun interventies bij het woord geven, interrupties managen en (tussentijds) samenvatten de interactie constructief te houden of te maken.

Het college stelt de ontwerp-begroting op, maar doet dit niet alleen. De volksvertegenwoordiging geeft inhoudelijke kaders voor de begroting mee, en via een auditcommissie kan de raad of Staten afspraken maken over de leesbaarheid van de begroting en de andere financiële producten. Waardoor niet alleen de kaderstelling maar ook de controle door de raad of Staten verbetert.De auditcommissie is de spelverdeler van het gemeente- of provinciebeleid. Ze voert namens de hele volksvertegenwoordiging een scherp gesprek met het college – en de accountant – over de finesses van financieel beleid. Zodat er een een wijze van informeren komt, die de héle gemeenteraad in staat stelt op de hoofdlijnen te sturen.

Doel en opzet

Een goede auditcommissie stelt de gemeenteraad of de Provinciale Staten in staat om aan de hand van de aangeboden stukken constructief kritisch te sturen op de inhoud van het gevoerde beleid. Door afspraken te maken over de vórm van de stukken. Anders verwoord: als een raads- of Statenlid vindt dat de stukken niet leesbaar of onvoldoende begrijpelijk zijn, is er werk aan de winkel voor de auditcommissie! Want dan leidt de vorm af van de inhoud.

Met dit programma maken we de auditcommissie duidelijk waar ze bij het voeren van de gesprekken met de portefeuillehouder en de accountant op moeten letten, wat er mogelijk is én hoe ze die gesprekken kunnen voeren.

Programma

Om de Auditcommissie optimaal in positie te brengen is deze interactieve workshop in twee bedrijven. Allereerst bespreken we de rol die de commissie heeft in het bestuurlijk proces. Daarna zoeken we met welk instrumentarium de commissie haar bijdrage levert.

In het tweede deel diepen we uit aan welke informatieknoppen de leden willen draaien in het financieel beleid van de gemeente. Wanneer weet je of je ’in control’ bent? Wat ís ‘in control’ zijn eigenlijk? Aan de hand van de eigen begroting leren ze plannen financieel te volgen en te toetsen wanneer welke informatie beschikbaar is: bij het voorstellen van het plan zelf, bij de uitvoering ervan en bij de verslaglegging.

Na afloop

De workshop moet leiden tot een plan van aanpak om de financiële stukkenstroom te verbeteren én stelt de auditcommissie in staat het gesprek met de raad aan te gaan wat er nodig is om de stukken nóg gebruikersvriendelijker of bruikbaarder te maken. Zo stelt de raad sámen met het college regels voor de informatievoorziening en de verantwoording op, bijvoorbeeld vastgelegd in een financiële verordening. Waar niet alleen het wát maar ook het hóe van de planning-en-controlcyclus wordt georganiseerd.

Iedereen die een keer verkiezingen heeft meegemaakt, weet dat men niet kan wachten om de eerste reacties van gekozenen te horen. Bij de eerste uitslagen wordt menig lijsttrekker direct door een journalist de microfoon onder de neus geduwd.

Die behoeft aan analyse is wel te begrijpen. Allereerst is het – net als bij voetbal – gewoon aardig om te horen hoe de spelers de wedstrijd hebben ervaren. Zijn ze tevreden of teleurgesteld? Vinden ze dat ze gekregen hebben wat hebben verdiend? Maar vooral stelt men de vraag: hoe nu verder? Geen gekke vraag. Hoezeer met allerlei peilingen en opinies de verkiezingsuitslag in zekere mate voorspelbaar is, is alles daarna dat soms niet.

Doel en opzet

Met het een zogeheten Duidingsdebat of Duidingsbijeenkomst worden nieuw gekozen politici gevraagd enig inzicht te geven in de vervolgstappen. Wie neemt het initiatief voor de informatie? Hoeveel informatieronden verwacht men? Wie gaan die leiden? Wordt er op een breed college ingestoken of is een smalle basis ook oké? Komt er een ‘zakencollege’ of moet de opdracht ‘meer politiek’ worden? En welk profiel van de aan te stellen bestuurders hoort daarbij? Kortom: welke bestuurscultuur wil men hebben?

Meer weten over een duidingsdebat? Het Periklesinstituut verzorgde er al enkele. [ Lees meer > ]

Zo’n duidingsbijeenkomst wordt meestal direct na de verkeringen georganiseerd, soms een of twee dagen later. Hoewel een onderhandeling over een coalitie of over een bestuursprogramma haast per definitie iets is wat zich niet in de vaak onveilige openbaarheid afspeelt, kan een duidingsbijeenkomst wel enige helderheid scheppen over het formatieproces.

Programma

We lezen ons in in verkiezingsprogramma’s van de deelnemende partijen of kieslijsten en volgen de (hoogtepunten van) de campagne. Voorafgaand aan de verkiezingen organiseren we een korte bijeenkomst met alle deelnemende fracties. In dit voorgesprek vragen we de deelnemers hoe zij het duidingsdebat zien, welke opbrengst of resultaat ze verwachten én maken we afspraken over de orde. Van dat gesprek komt een kort verslag waar de hoofdlijnen van het duidingsdebat in zullen staan.

Tijdens het duidingsdebat zelf zorgen de gespreksleiders van Periklesinstituut voor een heldere bijeenkomst door de deelnemers te bevragen op het proces (en de inhoud van de onderhandelingen achterwege te laten). De onderwerpen die aan de orde kunnen komen zijn reflectie op de opkomst, individuele duiding van de uitslag, welke bestuurscultuur de gemeente moet hebben en welke vervolgstappen met wil nemen voor de vorming van het college.

We zorgen voor een omgeving waar constructief over deze punten een gesprek wordt gevoerd. Voorafgaand aan de openbare bespreking nemen we het programma met de deelnemers goed door, zodat ze weten wat er van hen wordt verwacht en het kader voor het gesprek helder is.

Na afloop

Het duidingsdebat levert, hoewel informeel, ook een energieke start van de bestuursperiode. Daarnaast helpt het om formeel de campagnetijd af te sluiten. Én kiezers te informeren over het vervolg. Zodat politici op hun gemak samen de stap naar het nieuwe gemeentebestuur kunnen maken én het publiek is geïnformeerd over wat er komen gaat.