De aanleiding van het debat zijn de Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen van volgende week. De grootste politieke partijen in de Tweede- en Eerste Kamer maken zich zorgen of zij voldoende steun weten te vergaren voor hun werk op het Binnenhof. Reden voor het praatprogramma Pauw om de kopstukken van die landelijke partijen uit te nodigen voor een debat.
John Bijl vindt het ergerlijk dat de zorg van landelijke politici de eigenlijke kiezersvraag overschaduwt. ‘Het zou moeten gaan over het grondwaterpeil, windmolens in Groningen en kenniseconomie in Brabant. Daar valt genoeg over te zeggen,’ aldus Bijl.
Over de kwaliteit van het debat is Bijl ook niet tevreden.’Het was een ordinaire schreeuwwedstrijd waar iedereen elkaar in de reden viel.’ De kiezer had er niks aan, aldus Bijl. ‘Tijdens het debat werd het nergens concreet. Cijfers buitelden over elkaar heen zonder dat duidelijk werd wat ze betekenen en wat ze voor de burger betekenen.’
Met een politiek kader geeft de gemeenteraad richting aan beleid. De gemeenteraad van Enschede besloot daar voor het werken met de Participatiewet vanaf te zien. Het college gaat uitvoering aan de Wet geven zonder door de gemeenteraad bepaalde beleidsrichting. Onhandig, vindt John Bijl. ‘En bovendien is het echt een veronachtzaming van het hoogste bestuursorgaan.’
Het is vooral ongemakkelijk voor de raad zelf. ‘Het wordt straks lastig als het om de controle gaat. Hoe moet de raad controleren of de uitvoering voldoende is?’ De raad zal nu zelf allerlei andere bronnen bijeen moeten sprokkelen om te zien of de participatiewet wel het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Daarnaast, denkt Bijl, zal iedere fractie wellicht een ander beeld hebben bij wat dat gewenste resultaat hoort te zijn. Het kaderstellend debat wordt daarmee pas achteraf gevoerd.
Zeker bij nieuw beleid is het juist nodig dat de raad zelf bepaalt waar het college op uit moet komen, vindt Bijl. ‘Het nodig dat de raad richting geeft. Door over de kaders te debatteren wordt scherper geformuleerd welke kant de gemeente op wil. En daar wordt het beleid beter van. Dat is in Enschede nu niet gebeurd en dat is jammer.’
Bijl weet maar al te goed wat beleid zonder vooraf bepaalde politieke richting doet. ‘Bij de Wmo heb je hetzelfde gezien. Daar werden geen kaders gesteld en hebben ze dat achteraf gedaan door te beoordelen wat de mensen in het veld hebben gedaan. Dat kost geld, tijd en levert wantoestanden op. Alsof je zegt “hier heb je 100 euro om boodschappen te doen voor het kerstdiner”. En dat je dan achteraf gaat zeuren als iemand biefstuk in plaats van kalkoen heeft gekocht.’
Het huidige beleidsdocument zal waarschijnlijk.ijk niet genoeg zijn, vreest Bijl. ‘Al je dat soort beleidsdocumenten uit andere gemeenten eens op een rijtje zet, zit daar altijd veel “puppie-ogentaal” bij,’ weet Bijl. ‘Het had veel prettiger geweest als de raad een debat had gevoerd en een stempel had gezet. Het is een beetje als met huwelijkse voorwaarden. Als je uit elkaar krijgt, krijg je een cd van jou, cd van mij discussie. Je kunt nu nergens zien waar de raad zich wel of niet over uitgesproken heeft.’
Dat het college niet op tijd in staat was een beleiddsdocument op te leveren, vindt Bijl geen steekhoudend verweer. ‘De raad had natuurlijk ook zelf met een kaderstellend document kunnen komen. Ze hoeven echt niet te wachten tot de wethouder dat doet.’
Gedurende drie dagen in de week is er altijd wel een gemeentehuis in Nederland waar je binnen kunt lopen om een raadsvergadering bij te wonen. Daar zitten op dinsdag, woensdag of donderdag tussen de negen en de 45 raadsleden vanaf meestal rond half acht klaar voor het debat. Het hoogste orgaan gaat de gemeente besturen!
In 8 hoofdstukken gaat hij in op de belangrijkste thema’s die de kwaliteit van de publieke besluitvorming beïnvloeden: De rol van de voorzitter, interactie, miscommunicaties en kaders stellen. Bij elk hoofdstuk staan de beste columns ter illustratie er bij.
Ik kan niet wachten om het te lezen. — Berend Sepers, griffier Kaag & Braassem
Onmisbaar voor raadsleden. — Maarten Houben, burgemeester Nuenen
Lees hier meer over het boek.
De gemeentelijke herindelingen maken nog al wat los. Ook bij D66. Op het voorjaarscongres organiseerde de partij een debat. Samen met het publiek debatteerden Gerard Schouw en John Bijl. ‘Gemeenten zijn gemiddeld bij 20 gemeenschappelijke regelingen betrokken. Geen enkel gemeenteraadslid kan dit goed volgen. Dus is samenvoegen noodzakelijk,’ aldus Schouw. ‘Democratische legitimatie van samenwerkingsverbanden is best goed te organiseren,’ zegt Bijl.
Een verslag van het debat is hier te vinden bij D66.
Er komt wat af op de gemeente! Steeds meer taken, steeds meer verantwoordelijkheid en dus ook steeds meer ogen die meekijken. Wil de verschuiving van AWBZ, Wmo en de Jeugdzorg naar de gemeente goed verlopen, moet je klaar zijn voor de verandering. En voor elke verandering geldt, niet alleen jij moet er voor klaar zijn, maar iedereen. Ook bovenaan het organogram. Zeker in een politieke organisatie.
U zoekt met een panel van sprekers naar hoe u er zelf voor kunt zorgen dat iedereen in de gemeentelijke keten zich aan het voorbereiden is: stelt de raad het juiste kader? Heeft u de juiste steun van de politieke top? Communiceren de juiste mensen met elkaar? Hoe zorg je dat iedereen op tijd de juiste beslissingen neemt? Aan het eind van dit debat heeft u uw eigen to-do-lijstje wel samengesteld.
De 7e Grote Dag van de Kleine Gemeenten is op 30 oktober 2013 in Postillion Bunnik. Meet weten? Kijk hier.
Gemeenten proberen met wat technische foefjes de zaak op te peppen, zegt De Kluis. Zo heeft Amsterdam microfoons in de raadzaal gezet, maar de lokale politici zullen volgens hem pas echt presteren door een helder, spannend debat.
‘Een van de belangrijkste zaken in een politiek debat is dat het duidelijk wordt voor het volk wat er aan de hand is en waarom bepaalde beslissingen worden genomen, legt John Bijl uit. Maar politici lijken te veel bezig met elkaar. ‘Bij de Algemene Beschouwingen van dit jaar werd het af en toe een welles-nietes spelletje tussen de verschillende partijleiders.’ Dat is geen dat, vindt Bijl. ‘Geef duidelijk je mening wanneer je iets zegt en daag de andere debateerder daarbij uit. De bedoeling van een politiek debat is het helder krijgen van punten waarover de meningen kunnen verschillen.’
Bij de interrupties gaat het vooral mis. ‘De interruptiemicrofoon werd dit jaar tijdens de Beschouwingen belachelijk vaak gebruikt voor niet-toedoende zaken en opmerkingen.’ Ergerlijk, maar vooral slecht voor het debat én het aanzien van de politiek. ‘Het doel van de microfoon is om aan de spreker uitleg te vragen of deze uit te dagen over het onderwerp.