Voor het eerst in de geschiedenis van Nissewaard ligt er een motie van afkeuring tegen de burgemeester. Aanleiding is het besluit van Foort van Oosten om via de media een opvangdorp aan te kondigen voor asielzoekers, Oekraïners en spoedzoekers – zonder voorafgaande afstemming met de raad. Een forse stap, vinden raadsleden, en een democratisch pijnlijke.
De motie, ingediend door Jong Nissewaard en VOOR Nissewaard, stelt dat de raad ‘willens en wetens’ is buitengesloten. Fractievoorzitter Vincent Korbee spreekt van een ‘zeer fout precedent’. Het plan zou veel verder gaan dan het mandaat dat het college eerder kreeg, en dat via de pers te vernemen was, maakte het extra wrang. ‘Als andere partijen dit normaal vinden, zeggen ze dat je op deze wijze met de raad mag omgaan’, aldus Korbee.
Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, zijn moties van afkeuring tegen burgemeesters ‘zeer zeldzaam’. Toch begrijpt hij het signaal: ‘Ik kan me voorstellen dat de raad zegt: had ons in het proces meegenomen. En ik snap ook dat je met een moeilijke vraag naar de bevolking toe gaat. Maar de mensen verrassen is niet goed.’
De kwestie legt een bekend staatsrechtelijk spanningsveld bloot. De rol van de burgemeester in dit soort besluiten is niet altijd eenduidig in de wet geregeld, zeker wanneer het college optreedt binnen een grijs mandaat. Van Oosten stond onder druk om uitvoering te geven aan de spreidingswet, maar heeft zich mogelijk verkeken op de ruimte die de raad het college hiervoor wilde geven – of heeft verzuimd die ruimte expliciet te vragen. Die inschattingsfout heeft nu geleid tot een motie. Geen unicum in de Nederlandse politiek, maar wel een belangrijke les: goede afstemming voorkomt bestuurlijke schade.