In Spanje stelt een burgemeester van 97 zich opnieuw verkiesbaar. In Nederland moet je met 70 verplicht stoppen. Is dat nog wel van deze tijd? En wat zegt het over de rol van burgemeesters hier?
In het Zuid-Spaanse Chercos stelt de 97-jarige burgemeester José Antonio Torres zich opnieuw verkiesbaar. Zonder salaris, zonder belasting te heffen, en met meer levenservaring dan zijn twintigjarige tegenkandidaat oud is. In Nederland is zoiets ondenkbaar. Hier geldt een vaste pensioenleeftijd: op je zeventigste moet je als burgemeester vertrekken – ook als je nog fit bent en graag door zou willen.
Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, is de vergelijking tussen een Spaanse dorpsburgemeester en een Nederlandse collega niet zomaar te maken: ‘Nederlandse burgemeesters hebben een apolitieke rol en kun je vanwege de zwaarte van hun werk eerder vergelijken met topmanagers.’ De 24-uurs verantwoordelijkheid voor orde en veiligheid laat zich niet eenvoudig combineren met een respectabele ouderdom. ‘Je kunt er rekening mee houden dat bijvoorbeeld de burgemeester van Haarlemmermeer iedere nacht wel een keer wordt wakker gebeld.’
‘Leeftijd is maar een getal’, zegt Tjeerd van der Zwan, burgemeester van Heerenveen, die binnenkort met pensioen móét. Hij pleit voor meer maatwerk: ‘Laat de gemeenteraad bepalen of iemand nog door kan.’ Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, is zo’n vergelijking niet één op één te maken: ‘In Spanje is het vaak een erebaan. Hier is het een zware, apolitieke topfunctie – met verantwoordelijkheid voor orde en veiligheid, dag en nacht.’
Toch toont het verhaal van Torres uit Chercos iets aanstekelijks. Een burgemeester die zich op zijn 97ste nog inzet voor zijn dorp, zonder iets terug te vragen. In Nederland zouden we er wellicht niet voor kiezen – maar sympathiek is het wel.