Na een politieke nacht vol emoties zit Albrandswaard zonder dagelijks bestuur. Twee wethouders vertrokken, de derde kan wettelijk niets besluiten. ‘De gemeenteraad moet nu zelf de rotzooi opruimen’, zegt bestuurskundige John Bijl van het Periklesinstituut.
Het gemeentehuis van Albrandswaard (foto: John Bijl / Periklesinstituut)
De bestuurlijke chaos in Albrandswaard is compleet: één wethouder stapte op, een tweede werd door de gemeenteraad ontslagen, en de derde kan wettelijk niets besluiten. Daarmee staat de gemeente feitelijk zonder dagelijks bestuur. Toch zal de inwoner daar voorlopig weinig van merken, zegt bestuurskundige John Bijl van het Periklesinstituut. ‘Als het niet te lang duurt, zullen inwoners er niet veel van merken. De vuilnis wordt nog opgehaald en je kunt gewoon je rijbewijs verlengen.’
Maar politiek kan de situatie niet blijven zoals ze is. ‘De gemeenteraad van Albrandswaard, het hoogste bestuursorgaan binnen een gemeente, heeft dit zelf veroorzaakt na de rare motie van wantrouwen waarmee ze zichzelf in de hoek hebben gedreven, en moet nu ook zelf de rotzooi opruimen,’ zegt Bijl. Die motie zegde het vertrouwen in het hele college op, maar verzocht hen wel aan te blijven. Een bestuurlijk rare figuur, waar de raad nu zelf mee wordt geconfronteerd, zegt Bijl. En dus zelf moet oplossen. ‘En dat moet snel, want volgende maand al moet de raad akkoord gaan met de begroting.’
Omdat de Gemeentewet voorschrijft dat er minimaal twee wethouders moeten zijn, kan de overgebleven VVD-wethouder nu niets besluiten. Volgens Bijl moet de burgemeester erop aandringen dat er snel een nieuwe wethouder wordt gevonden. ‘Elke partij kan het initiatief nemen, ook de kleintjes. Het liefst iemand die al wat langer meeloopt en kan rekenen op steun van de meerderheid.’
Daarvoor is wel politieke volwassenheid nodig, benadrukt hij. ‘Er speelt hier zeker emotie mee, die is niet weg, maar raadsleden moeten daar nu echt boven gaan staan. In emotie wordt nog wel eens vergeten dat het bestuurlijk belang – fatsoenlijk bestuur – altijd voorop moet staan. Het moet gaan om de inhoud, niet om de personen.’
Hoewel de commissaris van de Koning ongetwijfeld met de gemeente zal spreken, verwacht Bijl geen ingrijpen. ‘Pas als de begroting niet wordt vastgesteld, kan de provincie Albrandswaard onder curatele stellen. Maar dat is hier nog niet aan de orde. Integendeel: de burgemeester heeft naar mijn mening juist zorgvuldig gehandeld.’
De gebeurtenissen doen het imago van Albrandswaard geen goed. ‘Mensen zijn het politieke gedoe zat,’ zegt Bijl. ‘Toch ligt het vaak genuanceerder dan het lijkt. Dit is niet alleen een ruzie, maar ook een test voor het bestuurlijk vermogen van de raad.’
Gemeenten zonder dagelijks bestuur zijn zeldzaam, weet hij. ‘Het gebeurt hooguit eens in de tien jaar. Meestal bij kleinere gemeenten waar één of twee wethouders over een kwestie vallen. Maar dat ontslaat niemand van de plicht om snel verantwoordelijkheid te nemen.’