In de media

Floriade-enquête: leerproces, geen afrekening

In Almere start maandag de raadsenquête naar het Floriade-debacle. Niet om schuldigen aan te wijzen, maar om te begrijpen wat er misging. ‘Een enquête is geen controle-instrument, maar een leerinstrument’, zegt John Bijl.

Redactie - 3 november 2024
John Bijl bij Omroep Flevoland

Een politiek instrument dat zelden wordt ingezet, maar des te meer zegt over de ernst van de situatie: de raadsenquête. In Almere begint maandag het openbare deel van het onderzoek naar de Floriade, het wereldtuinbouwevenement dat de stad tientallen miljoenen euro’s heeft gekost en duizenden politieke uren. Maar wie de enquête ziet als sluitstuk van controlerend werk, kijkt volgens John Bijl van het Periklesinstituut verkeerd.

‘Een raadsenquête is geen afrekeninstrument en ook geen verlengstuk van de controlerende taak’, zegt Bijl. ‘Het is een leerinstrument. Het gaat erom dat een raad — en het bestuur als geheel — leert van wat er misging. Niet om wie er gelijk had, maar om wat er fout liep in de besluitvorming.’

Juist die reflectieve houding maakt de enquête zo waardevol, stelt Bijl: ‘Het is een manier om boven de politieke dynamiek uit te stijgen en het proces zelf onder de loep te nemen.’ Maar makkelijk is dat niet. ‘Een enquête zou tot zelfinzicht moeten leiden, maar dat schiet er in de praktijk vaak bij in. Een wethouder die in de spiegel kijkt, meent vaak een ander te zien.’

In Almere ligt de lat hoog. De commissie onderzoekt niet alleen het handelen van het college en ambtelijke organisatie, maar ook de eigen rol van de raad. Dat vergt politieke volwassenheid. Want een enquête is geen herhaling van zetten, maar een kans om structurele lessen te trekken. Mits de raad zich durft af te vragen: hoe zorgen we dat dit ons nooit meer overkomt?

Het succes van de enquête ligt dus niet in de scherpte van de verhoren of de dikte van het rapport — maar in de bereidheid tot gezamenlijke reflectie. En dat vraagt iets wat in het lokale bestuur zelden vanzelf komt: bescheidenheid.