Na zijn vrijspraak in de corruptiezaak eist Richard de Mos dat het coalitieakkoord in Den Haag wordt opengebroken, zodat Hart voor Den Haag ‘kan toetreden tot het stadsbestuur,’ zegt De Mos. Maar de vraag is of een vrijspraak automatisch betekent dat de politieke realiteit verandert.
Volgens bestuurskundige John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, is dat niet zo vanzelfsprekend. ‘De Mos en zijn collega’s zitten al in het stadsbestuur: de gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan,’ stelt hij in Dit is de Dag op NPO Radio 1.
Bijl wijst erop dat het openbreken van een coalitieakkoord geen automatische stap is na een vrijspraak. ‘Politieke verhoudingen en vertrouwen spelen een cruciale rol. Dat komt niet alleen met een juridische uitspraak terug.’ Hij benadrukt dat politieke verhoudingen en vertrouwen cruciaal zijn en dat een vrijspraak niet automatisch leidt tot coalitiewijzigingen. ‘Wat weegt zwaarder voor de raad: eerherstel voor De Mos of een stabiel gemeentebestuur?’ zegt Bijl tegen het AD.
Volgens Bijl zijn er wel opties om Hart voor Den Haag in het bestuur te betrekken. ‘Je kan een wethouder wisselen of een extra wethouder toevoegen, want Den Haag mag er negen hebben.’ Maar of partijen bereid zijn tot zo’n stap, blijft de vraag. Op 11 mei komt de gemeenteraad bijeen om de situatie te bespreken.
Ook binnen de coalitie bestaan er twijfels. Sommige partijen vrezen dat de stabiliteit van het bestuur in gevaar komt bij een eventuele toetreding van Hart voor Den Haag. De discussie laat zien dat juridische uitkomsten niet altijd automatisch politieke gevolgen hebben. De vraag blijft of de huidige coalitie bereid is ruimte te maken, of dat de Mos zich zal moeten neerleggen bij de politieke realiteit.