Opinie

‘Haarlemmers, stem niet op de wethouder’

In een interview met het Haarlems Dagblad zegt PvdA-lijsttrekker Floor Roduner wanneer hij gekozen wordt niet in de raad zijn zetel in te nemen. Daar klopt niks van, schrijft John Bijl in dezelfde krant.

John Bijl - 8 januari 2022
Lijsttrekker Roduner is eigenlijk geen kandidaat

Raadsleden zijn maar rare wezens. De komende campagne doen ze hun best om uw stem te winnen om in de gemeenteraad te komen. Want de problemen zijn groot, maar de meningsverschillen er over zo nog groter. En de kandidaten die u uw stem geeft gaan hard aan het werk om daar over te debatteren.

Bij PvdA-lijsttrekker Floor Roduner ligt dat anders. In een interview met deze krant liet hij zich ontvallen helemaal niet beschikbaar te zijn voor de gemeenteraad. Hij wil weer wethouder worden.

Dat is gek. Bij de komende verkiezingen kiezen we raadsleden, geen kandidaat-wethouders. Om in aanmerking te komen voor het wethouderschap hóeft Roduner niet op de kieslijst te staan. Pas na de verkiezingen zoekt die nieuw geïnstalleerde gemeenteraad wethouders aan, toen de D66-fractie Botter voordroeg als wethouder had deze ook niet op de kieslijst gestaan.

De gedachte erachter is dat in een democratie de raad de baas is. Logisch, want in een democratie heeft de volksvertegenwoordiging het eerste én het laatste woord. Roduners ‘kandidatuur’ voor het wethouderschap doet het voorkomen alsof de kieslijst de bijwagen is voor de wethouder. Dat klopt niet: u stemt bij de raadsverkiezingen niet op ‘de wethouder en zijn team’ maar op een groep volksvertegenwoordigers.

Daarbij is het niet de PvdA-fractie die bepaalt wie er wethouder wordt. Wethouders worden gekozen door de héle raad. Een kandidaat moet dus niet alleen de steun hebben van zijn eigen fractie, maar ook door tenminste de helft-plus-een van de raad worden geaccepteerd. Ik vraag me af op de PvdA coalitiedeelname af laat hangen van het wethouderschap van Roduner. Zo ja, is het vuige poppetjespolitiek die de sociaaldemocraten niet siert en geen recht doet aan het mandaat wat kiezers aan PvdA-kandidaten heeft willen geven.

Zelfs als een door de PvdA voorgedragen kandidaat wethouder wordt, zit deze er niet om ‘PvdA-beleid’ uit te voeren. Het college voert een opdracht uit namens de raad. Een wethouder mag zich dan wel PvdA’er voelen, maar doen als of hij namens één raadsfractie of partij beleid uitvoert is een aanstotelijke karikatuur van de parlementaire democratie.

Maar vooral moreel-ethisch is het volstrekt onverantwoord om een stem op Roduner uit te brengen. Zelf wil hij het raadswerk niet uitvoeren, dus een kiezer moet wel van bijzonder sadistische aard zijn om zijn stemgerechtigheid op te offeren om Roduner een verantwoordelijkheid te geven die hij zelf niet wil dragen.

Waarschijnlijk probeert de PvdA zo publicitair een extra krentje uit de ruif te pikken, maar feitelijk is het misbruik maken van het wethouderschap. Ten koste van de gemeenteraad.

Het kan zijn dat Roduner het allemaal niet zo bedoeld heeft. Hij heeft tot 31 januari de tijd om zich terug te trekken als kandidaat raadslid en samen met de PvdA’ers als kandidaat-wethouder de verkiezingen in te gaan. Dat is ook transparant, maar belangrijker nog: staatsrechtelijk zuiver.

Anders is de oplossing eenvoudig: niet stemmen op kandidaten die het raadswerk eigenlijk niet willen uitvoeren. Niet stemmen op Roduner. De PvdA heeft vast genoeg andere kandidaten op de kieslijst die wel graag de komende vier jaar samen met hun collega’s de als hoogste orgaan van de gemeente de Haarlemse bevolking willen vertegenwoordigen. Het is immers nobel en prijzenswaardig werk.

Dit artikel verscheen op 8 januari 2022 in het Haarlems Dagblad.