Deze bestuursperiode stapte ruim een kwart van alle Amsterdamse raadsleden op. Niet uniek, zegt John Bijl tegen NRC, maar wel zorgelijk. ‘De afgelopen jaren lag het landelijke gemiddelde op een procent of vijftien.’
Bijl ziet op meer plekken raadsleden vroegtijdig afhaken. ‘Voor deze periode zal het zelfs meer zijn,’ verwacht hij. Te druk, is de meest genoemde oorzaak. Raadsleden hebben de afgelopen jaren steeds meer te doen gekregen, terwijl het raadswerk nog steeds geacht wordt een parttime-functie te zijn.
Dat zoveel raadsleden tussentijds stoppen is een zorgelijke ontwikkeling, vindt Bijl. ‘Politiek bedrijven is technisch werk. Procedures en regels moet je in de vingers krijgen. Dat gaat weer verloren als je tussentijds afhaakt.’
Voor Amsterdam geldt ook dat raadsleden vertrekken om bijvoorbeeld elders wethouder of Tweede Kamerlid te worden. Maar liefst vijf van de 45 raadsleden vertrokken naar het Binnenhof. Bijl kan zich ergeren aan die doorstroming. ‘De gemeenteraad is geen een wachtkamer voor de Tweede Kamer.’