De kans groeit dat een nieuw kabinet – als het er eenmaal is – verlichting gaat bieden voor gemeenten. Een ‘delegatie decentraal’ – bestaande uit in naam boven de partijen staande bestuurders die desondanks zorgvuldig waren uitgekozen op hun partijaffiliatie – mocht informateur Hamer bijpraten over de noden van het lokaal en provinciaal bestuur. De delegatie heeft de boodschap ongetwijfeld helder verwoord: er moet structureel geld bij. Eerdere oproepen bleven tot op heden in kabinetskringen aan dovemansoren gericht.
Maar als de signalen niet bedriegen dan gloort er hoop achter twee kleine zinnetjes uit de mond van de demissionaire minister van Binnenlandse Zaken. Zij uitte deze in een lang debat met de Eerste Kamer waaruit toch vooral bleek dat ook senatoren gevaarlijk weinig van ons lokaal bestuur begrepen hebben.
‘Een van de dingen die ik graag tegen de informateur en de onderhandelende partijen zou zeggen, is dat de opschalingskorting echt uit de boeken moet. Die moet gewoon weg, want die drukt heel erg zwaar op de gemeenten.’
Joh.
De opschalingskorting is een jaarlijks oplopende bezuiniging op het Gemeentefonds die door het tweede kabinet-Rutte is ingevoerd als financiële tegenhanger van een plan om gemeenten verplicht te laten fuseren tot een grootte van minimaal 100.000 inwoners. Door die ‘opschaling’ zouden gemeenten efficiënter gaan werken en dan kon er wel een miljard van het Gemeentefonds af, zo was de redenering. Een bewezen onjuiste redenering overigens. Van dat plan kwam niets terecht, maar de korting bleef, in strijd met alle regels van financieel fatsoen en interbestuurlijke hygiëne.
Nu sprak de minister in dat debat uit dat die korting uit de boeken moet. Vervolgens ontraadde ze overigens blijmoedig een motie van precies die strekking en bleek de opmerking te elfder ure en nog altijd gans gratuit te zijn. Heb het jaren tegenhouden, doe dat zelfs nog steeds, maar ik ben toch voor schrappen. Door een volgend kabinet, dat wel.
Maar even, heel even, was er een streepje licht zichtbaar door de schielijk weer gesloten deur naar een betere toekomst voor gemeenten. Stel nu dat de minister zich toch in haar nadagen aan het richten is op een nieuwe wind voor gemeenten. De vraag is dan alleen hoe dat financieel in zijn werk moet gaan. Zo is in alle ambtelijke voorbereidingen voor de formatie überhaupt geen rekening gehouden met het helemaal schrappen van de opschalingskorting. Wel met het bevriezen ervan. Helemaal schrappen betekent dat de rijksoverheid jaarlijks in een oplopende reeks tot een kleine miljard euro uit de rijksbegroting moet zien te peuteren.
Dit geld zal dus ergens anders gevonden moeten worden. Daar gaat het aankomen op de fermheid van de politieke wens. In hoeverre zullen de formerende partijen straks bereid zijn om andere politieke ambities te laten varen ten gunste van een degelijke financiële basis voor gemeenten? Dat is de grote vraag. Investeren in degelijk decentraal bestuur is niet sexy. Toch ben ik positiever aan het worden over die kans. Het besef is namelijk ook binnen de rijksoverheid aan het groeien dat gemeenten gewoon heel hard nodig zijn voor de uitvoering van cruciaal beleid. Investeren zou van politieke moed getuigen. Op dat punt heeft het vertrekkend kabinet het volkomen laten afweten. Kijken of het nieuwe kabinet voorbij gratuite steunbetuigingen durft te denken.
Michiel van der Eng is senior trainer en specialist gemeentefinanciën bij het Periklesinstituut. Maandelijks schrijft hij de column #hetgaatnietovergeld voor Binnenlands Bestuur. Deze column verscheen daar op 26 mei 2021.