Opinie

‘Kamer moet nú de regie van de formatie pakken’

Met onreglementaire verkenners heeft de Kamer het initiatief voor de formatie uit haar handen zien glippen nog vóór dat de nieuwe leden waren geïnstalleerd. Het is aan de nieuwe Kamer dat recht te trekken, en het vertrouwen van de kiezer te herwinnen, zegt John Bijl vandaag in Binnenlands Bestuur.

Redactie - 31 maart 2021
De plenaire zaal van de Tweede Kamer (Foto: Wikimedia Commons)

Het behoeft weinig uitleg dat het vormen van een nieuwe regering momenteel een zeldzame puinhoop is. Maar zoals bij elk moeras is de vraag hoe er uit te komen belangrijker dan terugkijken hoe je er in bent gekomen. De oplossing lijkt mij eenvoudig — en te liggen bij precies degene aan wie de kiezer het vertrouwen heeft gegeven: de Tweede Kamer.

In de eerste plaats was het benoemen van de verkenners al vreemd. Door het initiatiefvoorstel van Kamerleden Van der Ham en Schouw in 2011 is heden ten dage de Kamer zelf aan zet bij de vorming van een nieuwe regering. Maar dat is precies niet wat er nu gebeurde. De eerste verkenners – Jorritsma en Ollongren – werden aangesteld nog vóór de installatie van de nieuwe Kamerleden, dat is pas komende woensdag.

Niet raar dus dat Jorritsma en Ollongren ook de informele titel ‘verkenner’ meekregen. Het Kamerreglement zegt immers klip-en-klaar dat officiële informateurs pas ná de installatie van de nieuwe Kamer kunnen worden aangesteld.

Ten tweede is het knap idioot hoe de ondersteuning van deze verkenners is geregeld. In hun werkzaamheden worden ze in den regel bijgestaan door ambtenaren van het Ministerie van Algemene Zaken. Dit hadden natuurlijk de ambtenaren van de Tweede Kamer zélf moeten zijn: van de griffie. In de gemeente is het ondersteunen van de verkenningsfase door de griffie al lang gangbare praktijk. In het onderzoek van het Periklesinstituut uit 2017 blijkt dat 63 procent van alle griffiers die eerste informerende gesprekken ambtelijk ondersteunen. Maar liefst 71 procent gaf aan dat bij de verkiezingen van 2018 (weer) te willen doen.

Die ambitie is te prijzen. De rol van de volksvertegenwoordiging wordt er immers ook beter mee geborgd. De griffier is niet alleen de ondersteuner van de volksvertegenwoordiging maar ook de adviseur. Pas wanneer de eerste contouren van een coalitie zich beginnen te vormen, en er een formateur komt, haalt de griffier zijn handen er vanaf en komt de gemeentesecretaris in beeld. Vanaf dat moment komt het uitwerken van beleidsvoornemens op tafel en hebben de onderhandelaars de kennis van beleidsadviserende en uitvoerende ambtenaren nodig.

Daar komt bovenop dat Haagse verkenningsfase nu vooral wordt uitgevoerd door functionarissen waar Rutte zelf vier jaar lang wekelijks mee in de Trêveszaal vergaderde. Je kunt je afvragen of die wel in staat zijn op de benodigde hoofdlijnen te blijven. Of in staat zijn de juiste vragen te stellen.

Waarom wordt deze verkenning niet uitgevoerd door Kamerleden zélf? De kans dat men dan op de hoofdlijnen blijft en niet al meteen in beleidsdetails verzandt, acht ik vele malen groter. Of, als je juist politieke affiliatie wil vermijden, iemand van buiten de Kamer die het parlementaire werk goed kent? Een goed ingevoerde journalist als Tom-Jan Meeus of oud-parlementair verslaggever Wouke van Scherrenburg? Met als bonus dat het in deze fase o zo belangrijke kunnen doorvragen voor hen een kerncompetentie is.

In plaats daarvan is nu de situatie waar die eerste precaire stappen van een kabinetsformatie buiten de Kamer om worden geregeld. Door vooral collega’s van de premier die zelf graag door wil, ondersteund door zíjn ambtenaren. Met als resultaat een nu door Ollongren onbewust geopenbaarde aantekening die iedere verkenner van de Kamer óf zijn of haar ondersteuning direct als staatsrechtelijke kolder in de prullenbak had geworpen.

Bij het komende debat met de oud-verkenners – en ná de installatie van de nieuwe leden – kan pas blijken of de nieuw geïnstalleerde Kamer zelf ook ziet dat de verantwoordelijkheid te formeren haar de facto uit handen is gehaald. En of ze het mandaat van de kiezer recht doet door dit staatsrechtelijke knoeiwerk zelf op te ruimen. Met een verkenner van het parlement, ondersteund door de griffie.