Stembureaus hebben juist nu alle hulp nodig. Daarom roept John Bijl werkgevers op personeel een vrije verkiezingsdag te geven, schrijft John Bijl in NRC.
Als kiezer heb je haast niet in de gaten wat een lange dagen stembureaumedewerkers eigenlijk maken. Al om zes uur gaan de eerste kieslokalen open en pas laat gaan ze weer dicht. Vrijwilligers zorgen ervoor dat de stemlokalen functioneren. Voor een broodje kaas, een appel en een koppie soep houden zij de bureaus draaiende. Als ze geluk hebben – het verschilt per gemeente – komen ze in aanmerking voor een dagvergoeding van 150 euro.
Hoewel de stemkantoren niet de hele dag door dezelfde mensen worden bemand, zijn er gewoonweg te weinig vrijwilligers om in fatsoenlijke shifts te werken. Daarbij komt dat na het sluiten van de stembussen het werk nog niet is gedaan. De stemmen moeten immers ook nog worden geteld. Dat gaat met de hand en duurt tot diep in de nacht. Met wederom vaak dezelfde vrijwilligers.
Het wordt tijd om ze een handje te helpen. Om het populair te zeggen: juist nu. Coronatijd vraagt van de vrijwilligers immers ook nog eens dat ze zich blootstellen aan een gezondheidsrisico. Al op 18 november gaan stembussen op kleine schaal open voor de herindelingsverkiezingen in Appingedam, Delfzijl en Loppersum (straks gemeente Eemsdelta) en in Boxtel, Vught en Oisterwijk.
Hoewel deze gemeenten naarstig op zoek zijn naar locaties waar coronaproof een stembureau kan worden ingericht, zijn er hoe dan ook gezondheidsrisico’s. Zeker voor de vrijwilligers. Hoe langer zij in het stemlokaal moeten verblijven, des te groter het gevaar op een besmetting. De rekensom is dus eenvoudig: meer vrijwilligers betekent spreiding van het risico. Daarnaast, vrijwilligers zijn vaak gepensioneerd en zouden wel eens bovenmatig veel tot de risicogroep kunnen behoren.
De problemen zullen voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart, met ook nog eens een hogere te verwachten opkomst, niet anders zijn. Kamerleden Paternotte (D66) en Kuiken (PvdA) pleitten in een artikel in de Volkskrant (7/10) er al voor de stembussen een dag eerder open te doen.
Dit uitstekende (en zelfs wat bescheiden) voorstel spreidt dan wel de gezondheidsrisico’s voor de stemmer, maar niet voor de stembureaumedewerker. En het vraagt een haast dubbele inzet uit de toch al karige vrijwilligerspool.
Er zijn gewoonweg meer mensen nodig die op het stembureau meehelpen. Wellicht kunnen we het nieuwe vrijwilligers een stukje aantrekkelijker maken door die dag een vrijaf te gunnen.
Werkenden gebruiken nu verlofdagen om zich in te zetten voor datgene waar we allemaal de vruchten van plukken: democratie. Hun werkgevers kunnen helpen door de uren dat hun medewerkers op het stembureau zitten niet van hun verlofdagen af te trekken. Of stemmentellers die tot diep in de nacht bezig waren uitslaapverlof te gunnen. Gewoon, zodat bedrijven óók een steentje bijdragen aan de democratie.
Ik hoop dat VNO-NCW deze oproep overneemt. De argumentatie is eenvoudig. In Nederland gevestigde en actieve bedrijven profiteren óók van de democratie, dus deze geringe bijdrage aan ook hún vrijheid is voor hen hooguit een geste. Maar voor de stembureaus, deze wervel in de ruggengraat van onze democratie, is het een hele verlichting.
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 13 oktober 2020