Op deze plaats heb ik eerder gepleit voor het fenomeen ‘prognosebrief’. Deze tijdige mededeling van het college aan de raad over het te verwachten saldo van de jaarrekening van vorig jaar stelt raadsleden in staat om eerder in positie te komen in de financiële besluitvorming.
Wethouder Jacob van der Heide van Hoogeveen heeft dit jaar een wel zeer in het oog springende prognosebrief gepresenteerd. Hij meldde vorige week aan raad en pers dat Hoogeveen over 2019 maar liefst 5 miljoen euro tekort gaat komen. Concreet betekent dit dat de raad van Hoogeveen over 2019 dit miljoenentekort moet gaan bijleggen.
Over 2020 verwacht Hoogeveen volgens de gewijzigde begroting ook al een tekort: 1 miljoen euro. Dat geld moet ergens vandaan komen en daarom heeft het college een drastische maatregel aangekondigd. Hoogeveen stopt domweg met geld uitgeven dat niet al verplicht was. Op die manier hoopt de wethouder 8 miljoen euro te besparen (5 + 1 miljoen, plus 2 miljoen omdat de gemeente eigenlijk geen tegenvallers meer kan opvangen). Naar verwachting worden vacatures dus niet meer ingevuld, onderhoud van wegen niet meer gedaan, sportvelden niet vervangen.
Zo’n belabberde situatie komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Heel 2019 is Hoogeveen bezig geweest met het vinden van besparingen. Het besef is doorgedrongen dat de gemeente telkens opnieuw meer uitgaf dan zij binnen kreeg. De grilligheid van de rijksfinanciën, die zeker op het gebied van het sociaal domein neigt naar onbetrouwbaarheid, helpt daar natuurlijk niet bij. Gemeenten zijn immers voor het overgrote deel van hun inkomsten afhankelijk van het Rijk. Ook in Hoogeveen zelf doet men water bij de wijn. Zo werd een geplande ijsbaan met zwembad geschrapt.
Toch vertoont het meerjarenbeeld van Hoogeveen vanaf 2021 zwarte cijfers. En dat is ook waarom Hoogeveen niet door de provincie onder preventief toezicht is geplaatst. De tegenvallers, hoewel fors, kunnen dus met eenmalig geld worden opgevangen. Die te besparen 8 miljoen staat gelijk aan ongeveer 5 procent van de totale lasten van Hoogeveen in 2020 (157 miljoen euro). Dat is alleszins overzichtelijk. En daar beginnen dan ook de vragen.
Waarom een totale uitgavenstop? Waarom maken raad en college van Hoogeveen samen niet een paar stevige keuzes om die 5 procent te besparen? En waarom kijken raad en college niet naar de reserves als eenmalig geld voldoende is? Hoogeveen heeft per einde 2020 in totaal 14 miljoen in reserve staan. Weliswaar zijn die reserves aangelegd met een bepaald doel, maar bij zo’n dringende situatie zou je verwachten dat dan ook een gesprek mogelijk is over die doelen. Neem bijvoorbeeld het geschrapte zwembad: daarvoor staat de komende vier jaar gewoon 1 miljoen euro onaangeroerd in reserve. Hetzelfde geldt voor de geschrapte kunstijsbaan (1,9 miljoen in reserve). Of de reserve ‘kapitaallasten Stadscentrum’ van 6,9 miljoen. Daar zit genoeg in voor nog 38 jaar aflossen en rente betalen. Maar je zou er ook voor kunnen kiezen om een deel van dat geld nu in te zetten en later weer beschikbaar te maken. Jaar 30 tot en met 38 bijvoorbeeld.
Je kunt natuurlijk al je spelers op de doellijn zetten. Dan komt er geen bal meer door, maar op voetbal lijkt het dan niet meer. Laat staan dat je de pot wint. Mijn tip aan de raad van Hoogeveen: speel het spel met elkaar en fiks die 5 procent. Het is te doen en het is uw werk.
Michiel van der Eng is senior trainer en specialist gemeentefinanciën bij het Periklesinstituut. Maandelijks schrijft hij de column #hetgaatnietovergeld voor Binnenlands Bestuur. Deze column verscheen daar op 10 februari 2020.