Scheidend wethouder Nanning Mol van Voorschoten gunde bij zijn vertrek iedere gemeente om onder financieel toezicht geplaatst te worden. Hij had het een louterende ervaring gevonden om onder druk van buitenaf de begroting helemaal door te moeten lichten. Zeer te betwijfelen is of zijn woorden de inspiratie zijn geweest voor Assen, Den Haag, Vlaardingen en Zwijndrecht.
Feit is dat zij sinds 1 januari allemaal onder preventief toezicht van hun provincie staan. Preventie is meestal goed nieuws. Preventie voorkomt erger. Maar preventie is niet altijd leuk om te ondergaan. Denk aan hoestdrank, fouilleren, of darmonderzoek.
Onder preventief toezicht vervalt het budgetrecht van de raad als het ware aan Gedeputeerde Staten. De begroting, goedgekeurd door de raad, is per kerende post – voorlopig – afgekeurd door de provincie. De gemeente mag in dat geval geld uitgeven tot het niveau van de vorige begroting. Voor uitgaven daarboven moet de gemeente toestemming vragen aan Gedeputeerde Staten. Die toestemming komt alleen onder hele strikte voorwaarden die erop neerkomen dat de gemeente verder van huis is als er níet wordt betaald. Tot slot moet de gemeente een herstelplan maken.
Het is dus een ingrijpende maatregel waar je niet te lichtvaardig op aanstuurt. Den Haag was vanwege een collegecrisis niet in de gelegenheid om de begroting op tijd vast te stellen en kreeg alleen al daarom preventief toezicht aangezegd. Naar verwachting is dat probleem snel hersteld. Hoe zit dat voor Zwijndrecht, Vlaardingen en Assen?
Alle provincies gebruiken hetzelfde gemeenschappelijk toezichtskader. De sleutelwoorden in dat toezichtskader zijn ‘structureel en reëel evenwicht’. Structureel evenwicht betekent dat tegenover de ‘vaste lasten’ van de gemeente, de taken die de gemeente elk jaar hoe dan ook uitvoert, ook vaste en zekere inkomsten staan. Als je terugkerende taken gaat financieren met extraatjes of spaarpotten, dan heb je op termijn geen geld meer voor de uitvoering van die taken. Reëel evenwicht wordt van belang bij bezuinigen: is de in de begroting opgenomen bezuiniging serieus doordacht, staan er daadwerkelijk geschrapte maatregelen tegenover of blijft het bij een vaag plan?
Vlaardingen krijgt er met deze woorden van langs omdat de gemeente voor alle jaren een flink negatief resultaat laat zien. Assen zag zich door een coalitiecrisis genoodzaakt de begroting sluitend te maken met een meer dan forse greep uit de reserves, maar de provincie heeft er onvoldoende vertrouwen in dat het evenwicht in meerjarig perspectief met een nieuwe coalitie eenvoudig hersteld zal worden. Werk aan de winkel dus.
En Zwijndrecht? Zwijndrecht heeft woord gehouden en vanwege de oplopende kosten in het sociaal domein een niet-sluitende begroting bij de provincie ingediend. Daarmee bewust aansturend op preventief toezicht. Nu kijkt de provincie dus indringend mee. En dan blijkt er toch meer aan de hand te zijn. Zwijndrecht was de komende jaren volgens de financiële kengetallen van plan onbesuisd veel te lenen, evenveel uit te geven en daar staan geen structurele inkomsten tegenover. Reserves lopen leeg en het eigen vermogen loopt dramatisch terug. De gemeente kan eigenlijk geen tegenwind meer hebben. Hier moet gesaneerd worden. Langs de neus weg wijst de provincie op de mogelijkheid om de enige extra opbrengst die er wél aan zit te komen – die van de verkoop van de aandelen in Eneco – dan maar te gebruiken voor het dempen van de schuldenberg. Dat is vast een streep door de plannen van menig Zwijndrechts politicus. Je begint je toch af te vragen of iemand daar naar de woorden van inmiddels burgemeester Mol geluisterd heeft en stilletjes heeft gedacht: ‘dat wil ik ook’.
Michiel van der Eng is senior trainer en specialist gemeentefinanciën bij het Periklesinstituut. Maandelijks schrijft hij de column #hetgaatnietovergeld voor Binnenlands Bestuur. Deze column verscheen daar op 31 januari 2020.