‘Het is een hardnekkig misverstand over burgertoppen, G1000-en en andere door burgers georganiseerde democratische experimenten dat deze pogen de haperende representatieve democratie op te lappen.’ Dat schrijft Bart Cosijn in het nieuwe Jaarboek van de Vereniging van Griffiers.
Cosijn kan het weten; hij was initiatiefnemer van de Amsterdamse Burgertop. In de jaarboekcolumn reflecteert hij op die ervaring.Op uitnodiging van de Vereniging van Griffiers schreef Bart Cosijn een column in het jaarboek 2016.
Op verschillende plekken in Nederland steken burgers hun democratische handen uit de mouwen. Niet om te stemmen, maar om burgertoppen, -raden en G1000-en te organiseren. Het is echter een hardnekkig misverstand te veronderstellen dat deze actievelingen primair de haperende representatieve democratie willen oplappen.
‘Maar volgens mij is dit wishful thinking,’ schrijft Cosijn. Ze willen alleen maar invloed op de politieke besluitvorming, zo stelt Cosijn. Hij nuanceert de diepte en mate waarin Burgertop-deelnemers mee willen doen aan de hele democratie. ‘De door burgers georganiseerde deliberatie is als een nieuwe vorm van inspraak.’
Het maakt de burgertoppen niet minder waardevol, vindt Cosijn. ‘Beter een klein gesprek aan tafel dan een grote speech met valse beloften,’ zegt hij. Daarnaast ziet hij het meedoen aan een burgertop of G-1000 als een oefening in burger-zijn. ‘Pas als je de democratie echt kan beleven, ben je bereid haar kern- waarden te verdedigen,’ schrijft Cosijn. ‘We willen niet alleen kiezer zijn, maar meepraten en onze ideeën delen.’