‘Dit kun je als gemeente niet maken,’ zegt raadslid Jack van der Dussen. ‘ Mensen hebben het recht om bezwaar te maken.’ Dat klopt, vindt ook John Bijl. Maar het wil niet zeggen dat het college fout zit. Het hangt er helemaal vanaf wat het bezwaar was én welke soort compensatie is geboden.
Interessant is wel of het college bij deze deal binnen zijn bevoegdheden gebleven is, stelt Bijl.
‘Daar kan alleen de baas van het college over oordelen’, zegt Bijl . De gemeenteraad moet daar dus eerst naar vragen. En het college moet die vragen beantwoorden. ‘Desnoods in een besloten vergadering, als daar redenen voor zijn.’
Dat levert onzekerheid op: wat is wijsheid in coronatijd? Welke keuzes wachten het gemeentebestuur? Wat kun je als betrokken raadslid zélf doen? De corona-onzekerheid treft elke gemeente. Dat is ook gebleken uit de kadernota’s of perspectiefnota’s die vlak voor de zomer zijn besproken, als ze überhaupt al gemaakt zijn. Wel of geen compensatie van het rijk en hoeveel dan? Inmiddels is duidelijk dat die compensatie er komt voor de maanden tot juni 2020 en wel ter grootte van 566 miljoen euro voor alle gemeenten. Ook de verdeling daarvan is duidelijk. Helaas is inmiddels uit een studie in opdracht van de VNG ook duidelijk dat voor die periode ten minste ruwweg 700 miljoen is uitgegeven en minder is binnengekomen. Voor de komende maanden van 2020 verwacht diezelfde studie nog eens circa 900 miljoen. En dat is dan volgens het ‘gunstige’ scenario zónder tweede golf van coronagevallen! Het accres is voor 2021 bevroren. Amsterdam heeft al uitstel gevraagd voor het indienen van de begroting bij de provincie.
Allereerst is het van het grootste belang om stevig in – openbaar – gesprek te blijven met het college. Geen enkele raadsvergadering is in de voorzienbare toekomst compleet zonder een degelijk voorbereid agendapunt ‘financiële stand van zaken’. Daar kun je je fractievoorzitter hinderlijk mee volgen. Met welk beleid gaan wij de crisis te lijf? De raad heeft immers het budgetrecht en behoort hier een betekenisvolle stem in te pakken. Wat wordt jouw bijdrage? Ook is een stevig gesprek nodig over wat de septembercirculaire van de rijksoverheid gaat betekenen voor jouw gemeente. Hier zijn grotere schommelingen dan normaal te verwachten. Kijken dus, die troonrede! En in de raad bespreken natuurlijk.
Dan voorbereiden op die begroting. Hoe kom je er nu achter hoe ernstig de toestand in jouw gemeente is? De financiële kengetallen bieden je het begin van een antwoord. Je vindt die meestal in de paragraaf ‘weerstandsvermogen en risicobeheersing’ van zowel jaarrekening als begroting – goed vergelijkingsmateriaal. En goed om het gesprek te voeren welke kant die kengetallen de komende jaren op gaan (mogen?) bewegen. Let daarbij op, want de teksten bij de kengetallen leiden de lezer vaak al doelredenerend naar de conclusie ‘het valt allemaal wel mee’.
De kengetallen onthullen hun boodschap met name in samenhang. Een hoge schuldquote (120% en meer) in combinatie met een structurele exploitatieruimte van rond de 0, een lage solvabiliteit (lager dan 30%) en weinig belastingcapaciteit vertaalt zich in: deze gemeente leent veel voor investeringen, de kapitaallasten wegen zwaar op de begroting en de gemeente kan geen structurele tegenvallers meer hebben, ook omdat er geen ruimte is om de belastingen te verhogen. Zit er ruimte in een van de kengetallen? Dan is dat ook een indicator voor de oplossing.
Maar als de vlag van jouw gemeente er zo bijhangt, dan is de enige verstandige keuze om minder te gaan lenen en dus ook minder snel te investeren. Dat gaat ten koste van politieke ambities, van beloften aan de inwoners. Toch is het onverstandig om de kop in het financiële zand te steken en te hopen dat jouw begroting immuun is voor het virus. Want dat is niet zo.
Michiel van der Eng is senior trainer en specialist gemeentefinanciën bij het Periklesinstituut. Maandelijks schrijft hij de column #hetgaatnietovergeld voor Binnenlands Bestuur. Deze column verscheen daar op 26 augustus 2020.
Het college heeft de plicht de raad te informeren. Maar dat het vertrouwen in de burgemeester werd opgezegd, hoort er volgens het Waalrese college klaarblijkelijk niet bij. ‘Heel gek,’ vindt John Bijl. ‘De burgemeester is niet alleen voorzitter van het college maar ook van de raad. Hij is de hoeder van de kwaliteit van de besluiten.’
Hoe kan een burgemeester functioneren als het college het vertrouwen heeft opgezegd?
Door een toevalligheid pikte een journalist dit detail op tijdens een rechtszaak die de gemeente voerde tegen een oud-werknemer. ‘Beide partijen (wethouders en burgemeester, red.) hadden de verantwoordelijkheid de raad te informeren. Het is aan de gemeenteraad om te bepalen of dit nu consequenties moet hebben,’ zegt John Bijl. ‘Je kunt het downplayenwat je wilt, maar het is een bestuurscrisis.’
Momenteel is het modieus te klagen over wat ‘de GGD’s’ allemaal wel en niet hebben verprutst rond het coronavirus. Testcapaciteit, tempo van de uitslag, bron- en contactonderzoek, méér bron- en contactonderzoek. Waarom kan die GGD dan niet gewoon het opgedragen werk doen? Het perspectief dat ontbreekt in deze discussies is dat van de gemeenten. Want het zijn 355 gemeenten die de 25 GGD’s besturen én verplicht financieren. Er is dus niet één GGD. Elke beslissing over de organisatie van de GGD’s raakt ook aan die van de gemeentelijke financiën. En die zijn altijd het sluitstuk van landelijk beleid.
Toegegeven, de aansturing van de GGD’s in het kader van het coronavirus gebeurt wel degelijk vanuit Den Haag. Bij landelijke aansturing hoort ook landelijke financiering. Ook die is toegezegd, mits de 25 GGD’s maar wel even willen onderbouwen welke meerkosten ze gemaakt hebben.
Probleem opgelost, zou je zeggen. Helaas is de werkelijkheid ingewikkelder. Gezondheidsminister De Jonge benoemt het probleem in een brief op de voor hem kenmerkende manier: ‘Eén van de lessen die uit de afgelopen maanden is geleerd, is dat bij een langdurige opschaling van de crisisorganisatie (…) wrijving kan ontstaan tussen de opdrachtverlening vanuit het Rijk en de sturing van gemeenten op de uitvoering van reguliere preventietaken.’ Met andere woorden: GGD’s hebben momenteel twee kapiteins op het schip. De GGD’s hebben immers méér taken dan alleen infectieziektenbestrijding. Daar lonkt het moeras.
Want voor die taken plus financiering blijven de 355 gemeenten verantwoordelijk. Vanwege de coronacrisis hebben de GGD’s die taken lang niet altijd kunnen uitvoeren. De gemeentelijke bestuurders van de GGD’s zullen behoorlijk assertief aandringen op het toch zoveel mogelijk uitvoeren van die taken. En dat binnen het budget dat eerder was begroot.
Ik ben zelf een tijdlang wethouder en tevens GGD-bestuurder geweest. Ook ik heb de directie steeds voor de voeten geworpen dat het efficiënter moest. Dat er niet meer geld beschikbaar was. Dat is de cultuur waarin wij onze GGD’s laten functioneren. En dat heeft een duidelijke reden. De gemeentelijke financiën zijn namelijk bijzonder onvoorspelbaar.
Allereerst omdat gemeentelijk beleid qua financiering letterlijk en figuurlijk het sluitstuk is van rijksbeleid. Gemeenten zijn voor hun financiering grotendeels afhankelijk van het Rijk via het gemeentefonds. De hoogte van dit fonds wordt bepaald aan de hand van de beleidskeuzes van het kabinet. Stijgen de uitgaven? Dan stijgt het gemeentefonds mee. Dalen de rijksuitgaven? Dan hebben gemeenten dus ook minder te besteden. Overigens leidt dit er inhoudelijk ook toe dat gemeenten in de Haagse beleidstorens worden gezien als sneue uitvoeringsloketten. Daar heeft dit kabinet, met relatief veel oud-wethouders in de gelederen, grievend weinig verandering in gebracht.
Onvoorspelbaar was ook de invoering van ‘beleid’ dat gemeenten allemaal zouden moeten opgaan in nieuwe gemeenten van ten minste 100 duizend inwoners. Dat beleid is inmiddels geschrapt, maar de – volstrekt theoretische – kostenbesparing van 1 miljard euro die daarmee gepaard zou gaan, is wel van het gemeentefonds afgeroomd. Alle protesten van gemeenten ten spijt, houdt minister Ollongren hier nog altijd aan vast.
Blijft over de ‘decentralisatie’ van het sociaal domein: jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en arbeidsparticipatie. Gemeenten werden helemaal verantwoordelijk voor de uitvoering, maar niet voor het beleid. En 25 procent gekort op het budget dat voor dit beleid was geraamd, vanuit het idee dat gemeenten het wel efficiënter konden organiseren. Inmiddels weten we beter. Er loopt overleg tussen gemeenten en het rijk over compensatie van de kosten en gemiste inkomsten vanwege het coronavirus. Dit gaat moeizaam vanwege de optelsom van splijtzwammen en de koppige weigering van het rijk structureel meer geld ter beschikking te stellen aan gemeenten.
Michiel van der Eng is trainer gemeenteraden en colleges voor het Periklesinstituut en senior strateeg voor de rijksoverheid.
Urk houdt zich stil, merkt De Stentor als ze om toelichting vragen bij de gemeente op de mogelijke betrokkenheid van Post bij het vervoersbedrijf van zijn zoon. Post blijkt naast zijn wethouderschap op de loonlijst van het vervoersbedrijf te staan. Zonder dat hij het de gemeente officieel meldde. Terwijl de zoon nu vast zit op verdenking van het smokkelen van miljoenen aan drugs.
Ook andere nieuwsmedia krijgen geen respons van ge meeste of de burgemeester. ‘Dat kan niet in een situatie als deze,’ vindt John Bijl. De situatie wordt volgens de woordvoerder eerst met de fractievoorzitters besproken.
Dát snapt Bijl wel. ‘Fractievoorzitters kunnen boos zijn. Want: niet geïnformeerd.’ De eerste emoties en ontladingen kunnen er zo uit, in beslotenheid. ‘Dat ruimt op, om later beter tot een inhoudelijk besluit te komen.’
Geen commentaar is nu gewoon geen optie
Wat Bijl niet begrijpt is dat er helemaal geen reactie is van de gemeente. ‘Die transparantie moet je wél hebben nu, die is er zo niet. En daar hebben inwoners recht op,’ vindt Bijl. ‘Geen commentaar als burgemeester is nu gewoon geen optie. Deze kwestie laat je niet aan je woordvoerder over.
‘Schlamilch luistert nooit, omdat hij bananen in zijn oren heeft.’ Dat liet Peter Schlamilch zich geen twee keer zeggen. Prompt verschijnt hij met twee bananen in beeld. het is niet het enige of eerste incident in de Biltse raadszaal. En steeds lijkt Schlamilch een rol te spelen.
John Bijl heeft het vooral te doen met burgemeester Potters. ‘Potters kan hem proberen op te voeden en hem erop wijzen dat wederzijds respect een voorwaarde is om in de politiek met elkaar om te gaan,’ legt Bijl uit. ‘Vaak is het type politici als Schlamilch erg betrokken. Maar door alleen maar vijanden te maken gooit hij zijn eigen glazen in.’
Berghorst huist sinds begin juni zonder vergunning zeker zes arbeidsmigranten. In caravans in en rond haar schuur. Het raadslid kon naar eigen zeggen geen andere plek vinden om de arbeiders veilig onderdak te bieden. En een vergunning aanvragen duurde naar haar zeggen te lang.
Bijl vindt dat een slap excuus.
De vraag is of Berghorst nog geloofwaardig haar werk als raadslid kan voortzetten. Integriteitsexpert John Bijl van het Periklesinstituut vindt van niet. ‘Het zou verstandig zijn dat mevrouw Berghorst het goede voorbeeld geeft. De allerbeste optie is dat ze haar raadslidmaatschap vaarwel zegt.’
Naast het overtreden van de huisvestingsregels, gelden er volgens Bijl verzwarende omstandigheden.
‘Het is nota bene jouw partij die campagne voert over het thema arbeidsmigranten en daarop hamert. Dit raadslid overtreedt niet alleen de regels, maar is ook iemand die niet consistent is in haar gedrag. En dan is het een slap excuus om te zeggen dat de vergunningsaanvraag te lang duurt.’
Al in mei vertrok wethouder Vreugdenhil. Uit andere berichten bleek al dat de wethouder in de gemeentelijke organisatie op ziek was naar een nieuwe functie voor haar partner. Uit door Omroep Gelderland via een Wob-procedure opgevraagde WhatsApp-berichten blijkt nu bij wie ze dat deed. Bij maar liefst drie ambtenaren vroeg ze naar de mogelijkheden voor een andere functie. Dat was nadat ze de positie van haar vriend al bij de gemeentesecretaris onder de aandacht had gebracht.
‘Dat je het bij de gemeentesecretaris aankaart snap ik wel,’ zegt Bijl. In de berichten zegt Vreugdenhil te vermoeden dat de carrière van haar vriend door haar wethouderschap in de weg wordt gezeten. ‘Maar Vreugdenhil had niet achter zijn rug om ook bij andere ambtenaren moeten doen,’ vindt Bijl.
Uit de berichten blijkt ook dat Vreugdenhil gepikeerd reageert als de gemeentesecretaris haar daarmee confronteert. ‘Blijkbaar heb je normen en verhoudingen dan niet begrepen,’ zegt Bijl.
Te veel raadsleden zeggen grip op de gemeenschappelijke regeling te missen. Maar het starten van raadskringen, zoals in een enquete van de van de Nederlandse Verenging voor Raadsleden wordt gesuggereerd, draagt niet bij aan de oplossing.
‘Je verlegt een verantwoordelijkheid alleen maar verder van de gemeenteraad,’ vindt Bijl. Hij sprak met Binnenlands Bestuur over het plan.
‘Waarom er geen gemengde regeling van maken?’, vraagt Bijl zich af. ‘Daar zitten raadsleden naast collegeleden in het algemeen bestuur. Dan zitten er altijd gemeenteraadsleden bij als de plannen worden gemaakt. Ik vraag het weleens: waarom hebben jullie er geen gemengde regeling van gemaakt? Dan wisten ze niet wat ze daar zaten te doen, of dat het te veel tijd kost.’
Bijl legt uit dat hij in de regelenigen waar hij mee werkt de raadsleden in het Algemeen Bestuur betrekt bij het opstellen van de Kaderbrief. Zij moeten er dan voor zorgen dat het debat in de raad erover wordt gevoerd.
‘Ik noem ze weleens rapporteurs, analoog naar hoe het in het Europees Parlement gaat. Zij moeten zorgen dat de discussie in de gemeente kan plaatsvinden. Dat is weleens moeilijk voor raadsleden, want dan moet je tegen bijvoorbeeld een SP-raadslid zeggen dat hij daar niet zit als vertegenwoordiger van zijn politieke kleur, maar om te zorgen dat het debat in de raad plaatsvindt.’
Dat het raadswerk met een gemeenschappelijke regeling ingewikkelder is geworden, weet Bijl ook. Net zo goed als dat hij beseft hoeveel meer tijd het kost. ‘Ik zou graag zien dat raadsleden die zich inzetten voor een gemeenschappelijke regeling beter ondersteund worden,’ zegt hij.
Een toestand waarin een zeldzame combinatie van weersomstandigheden leidt tot een bijzonder zware storm. Die ‘perfecte storm’ is zich aan het vormen rondom de financiële positie van onze gemeenten, die zich als zeilbootjes op open water bevinden. En deze storm duurt tot dik in 2022. Laten we de omstandigheden eens nalopen.
Het begon met een korting van een miljard op het gemeentefonds omdat het kabinet had verzonnen dat gemeenten beter konden opschalen tot minimaal 100.000+ inwoners. Dat plan is van de baan, maar de ‘financiële prikkel’ is gebleven.
Er komt een herijking van het gemeentefonds aan – invoering uitgesteld tot na de Tweede Kamerverkiezingen – die deze ‘financiële prikkel’ onverkort voortzet. Er gaat meer geld naar grote gemeenten, ten koste van kleinere gemeenten. Je zou er een agenda achter kunnen vermoeden.
Het sociaal domein is een bekende. Overdracht van taken met open einde aan gemeenten en gelijk maar een ‘efficiencykorting’ eroverheen. Terwijl van tevoren volstrekt onduidelijk was wat de taak precies inhield of wat hij eigenlijk kostte. De weeffout hier is dat de kosten voor zorg elk jaar stijgen maar we van gemeenten verwachten dat ze het elk jaar voor mínder doen.
Onderuitputting bij de rijksoverheid: als het rijk meer begroot uit te geven dan het daadwerkelijk uitgeeft, leidt dat lopende het jaar tot kortingen op het gemeentefonds – waardoor er lokaal bezuinigd moet worden.
En daar komt de coronacrisis nog overheen. Gemeenten maken extra kosten om kwetsbare groepen inwoners uit de wind te houden en lopen inkomsten mis uit parkeerheffingen en toeristenbelasting. De veiligheidsregio’s en de GGD’en draaien op topsnelheid en die rekening komt ook nog. Het rijk geeft nu veel meer uit maar gemeenten gaan niet mee ‘trap op’. Aangezien de rekening ergens betaald moet worden, komen er op rijksniveau met zekerheid bezuinigingen aan. Dan gaan gemeenten wel mee ‘trap af’.
Omdat het kabinet in zijn nadagen zit, zal de neiging in Den Haag zijn om echte oplossingen voor dit ontnuchterende lijstje uit te stellen tot na de verkiezingen. Maar een nieuw kabinet zal er niet voor de zomer van 2021 zijn, waarmee dus ook spannend wordt of er echte keuzes in de rijksbegroting van 2022 zullen zitten. Ondertussen bezuinigen de gemeenten bibliotheken, sportvelden, theaters en de bijzondere bijstand weg. En lopen de wachtlijsten voor jeugdhulp op.
Alle goede initiatieven van individuele raadsleden (Enschede), wethouders (Renkum), de wethoudersvereniging en de VNG ten spijt – het is niet genoeg. Het wordt echt tijd voor gecoördineerde actie door álle raadsleden en collegeleden. Stalk de kamerleden van je eigen partij in aanloop naar het algemeen overleg met de minister op 2 juli. Zoek de verkiezingsprogrammacommissie van de politieke partijen op. Stuur een rekening voor gemaakte meerkosten in de jeugdhulp en leg beslag op rijkseigendom als die niet worden betaald. Bel Jan van Zanen en Leonard Geluk bij de VNG plat – genoeg met beleefd achter gesloten deuren onderhandelen! Zichtbare belangenbehartiging met een transparante agenda is nodig. Deze heren kunnen dat. Gemeenten kunnen niet nog twee jaar op dichtgereefd zeil en een zeeanker de beukende golven en de huilende wind doorstaan. Dat gaat namelijk ten koste van talloze onschatbare stukjes beschaving op lokaal niveau. Alle hens aan dek!
Michiel van der Eng is senior trainer en specialist gemeentefinanciën bij het Periklesinstituut. Maandelijks schrijft hij de column #hetgaatnietovergeld voor Binnenlands Bestuur. Deze column verscheen daar op 22 juni 2020.