Geen fysieke vergaderingen door corona. ‘Dan maar plan Z’

Niet de hele gemeenteraad hoeft er te zijn, noemt Bijl als optie. ‘Een quorum (de helft plus één) is genoeg. Bij een grote gemeenteraad van 45 raadsleden zijn dan minimaal 23 raadsleden plus de voorzitter plus de griffier aanwezig.’ Als er dan geen quorum is, kan de burgemeester een nieuwe vergadering beleggen, zonder dat een quorum nodig is.

De voorkeur heeft het niet. Bijl noemt het Plan Z. ‘Dan kan je met één aanwezig raadslid besluiten nemen.’ Democratisch is het niet, vindt Bijl. ‘Maar je kán de Gemeentewet zo misbruiken.’

Gelukkig is er wetgeving opkomst die het bijvoorbeeld mogelijk maakt in een virtuele vergadering besluiten te nemen. Misschien moeten we maar even daarop wachten, vindt Bijl. ‘Gemeentepolitiek is politiek van de lange termijn. Er zijn zelden spoedzaken. Als de griffier mailtjes moet versturen om de gemeenteraad opeens bijeen te roepen, is er iets misgegaan.’

‘De vraag mag weleens worden gesteld of wethouder Coes met deze lofrede op zijn eigen beleid de raad van Wierden wel bedient,’ schrijft John Bijl – de mystery burger – in Binnenlands Bestuur. Het beeld in zijn column wordt in ieder geval herkent door de lokale politieke pers bij Tubantia. ‘Een wethouder die in zijn uitleg vaak enorme mistgordijnen opwerpt en zo om de hete brij heendraait,’ vindt de krant.

Net als de krant, is Bijl weinig te spreken over het resultaat van Coens bijdragen in de raad. ‘Hij mept volgens Bijl in liefst drie kwartier de Wierdense politiek dood met details.’

‘Het gaat alleen over dagelijks bestuurders,’ moppert John Bijl. Het stoort hem dat in films en series bij politici altijd alleen wethouders of ministers aan bod komen, en zelden de volksvertegenwoordigers. ‘In Borgen zie je in drie seizoenen de premier maar één keer in het parlement. Dat is toch absurd.’

Vooral ergerlijk omdat in het parlement of de gemeenteraad het politieke handwerk wordt gedaan. ‘Het echte werk van de politiek gebeurt in de gemeenteraad of de Tweede Kamer. Niet in het bestuur.’

Juist met een goed debat maak je de politiek beter. Éen de stad, zo blijkt. ‘In 2002 kwam Leefbaar Rotterdam met Fortuyn. Het betekende het einde van het machtsblok van de PvdA. Niets ten nadele van de wethouders die er toen zaten, maar ze werden niet aangestuurd door de gemeenteraad, door het debat.’

Het hele interview over politiek, film en filmmuziek is hier terug te luisteren.

 

Heerenveen, Hilvarenbeek, Leusden, Enkhuizen gingen Smallingerland al voor in het werken met een raadsakkoord. Maar ook Zwijdrecht, dat deze periode al voor de derde keer een akkoord sloot met alle fracties.

De Leeuwarden Courant ging eens op zoek wat deze gemeenten leerden van het raadsbreed werken en voeg John Bijl naar zijn observaties en ervaringen.

Terugvallen op wethouders kan niet, zegt Bijl. Die krijgen in een zakencollege een reactieve rol.

Het college moet leren achterover leunen, zegt Bijl. ‘Zij moeten kunnen zeggen: ‘gemeenteraad, ga in debat, ik hoor het wel wat ik moet doen’. Je hebt dus wethouders nodig die goed kunnen luisteren. Ik wil Smallingerland dan ook als tip geven om te zoeken naar wethouders die dienend leiderschap kunnen tonen.’

Dat is een verantwoordelijkheid die de raad zelf moet nemen. ‘De raad is nu verantwoordelijk en kan zich alleen achter eigen afspraken verschuilen. Het maken van een raadsbreedprogramma moedigt het debat in de raad aan en helpt de gemeente vooruit. Je moet als raad afspraken maken.’

Bij de 92 gewone commissiedebatten was de PvdE 72 maal afwezig. De PVV ontbrak 64 keer. Stuitend, vindt John Bijl. ‘De ongeschreven regel is simpel: je bent er. Punt.’

Deelnemen aan het politieke debat is de belangrijkste taak van een raadslid, stelt Bijl.

Volgens Bijl is deelname aan de vergadering niet facultatief bedoeld. ‘We kiezen een volksvertegenwoordiging om politieke afwegingen zo veel mogelijk in het openbaar te maken. Als democraat gaat het dan knagen als gekozen politici vaak afwezig zijn.’

Wethouder Jacob van der Heide van Hoogeveen heeft dit jaar een wel zeer in het oog springende prognosebrief gepresenteerd. Hij meldde vorige week aan raad en pers dat Hoogeveen over 2019 maar liefst 5 miljoen euro tekort gaat komen. Concreet betekent dit dat de raad van Hoogeveen over 2019 dit miljoenentekort moet gaan bijleggen.

Over 2020 verwacht Hoogeveen volgens de gewijzigde begroting ook al een tekort: 1 miljoen euro. Dat geld moet ergens vandaan komen en daarom heeft het college een drastische maatregel aangekondigd. Hoogeveen stopt domweg met geld uitgeven dat niet al verplicht was. Op die manier hoopt de wethouder 8 miljoen euro te besparen (5 + 1 miljoen, plus 2 miljoen omdat de gemeente eigenlijk geen tegenvallers meer kan opvangen). Naar verwachting worden vacatures dus niet meer ingevuld, onderhoud van wegen niet meer gedaan, sportvelden niet vervangen.

Zo’n belabberde situatie komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Heel 2019 is Hoogeveen bezig geweest met het vinden van besparingen. Het besef is doorgedrongen dat de gemeente telkens opnieuw meer uitgaf dan zij binnen kreeg. De grilligheid van de rijksfinanciën, die zeker op het gebied van het sociaal domein neigt naar onbetrouwbaarheid, helpt daar natuurlijk niet bij. Gemeenten zijn immers voor het overgrote deel van hun inkomsten afhankelijk van het Rijk. Ook in Hoogeveen zelf doet men water bij de wijn. Zo werd een geplande ijsbaan met zwembad geschrapt.

Toch vertoont het meerjarenbeeld van Hoogeveen vanaf 2021 zwarte cijfers. En dat is ook waarom Hoogeveen niet door de provincie onder preventief toezicht is geplaatst. De tegenvallers, hoewel fors, kunnen dus met eenmalig geld worden opgevangen. Die te besparen 8 miljoen staat gelijk aan ongeveer 5 procent van de totale lasten van Hoogeveen in 2020 (157 miljoen euro). Dat is alleszins overzichtelijk. En daar beginnen dan ook de vragen.

Waarom een totale uitgavenstop? Waarom maken raad en college van Hoogeveen samen niet een paar stevige keuzes om die 5 procent te besparen? En waarom kijken raad en college niet naar de reserves als eenmalig geld voldoende is? Hoogeveen heeft per einde 2020 in totaal 14 miljoen in reserve staan. Weliswaar zijn die reserves aangelegd met een bepaald doel, maar bij zo’n dringende situatie zou je verwachten dat dan ook een gesprek mogelijk is over die doelen. Neem bijvoorbeeld het geschrapte zwembad: daarvoor staat de komende vier jaar gewoon 1 miljoen euro onaangeroerd in reserve. Hetzelfde geldt voor de geschrapte kunstijsbaan (1,9 miljoen in reserve). Of de reserve ‘kapitaallasten Stadscentrum’ van 6,9 miljoen. Daar zit genoeg in voor nog 38 jaar aflossen en rente betalen. Maar je zou er ook voor kunnen kiezen om een deel van dat geld nu in te zetten en later weer beschikbaar te maken. Jaar 30 tot en met 38 bijvoorbeeld.

Je kunt natuurlijk al je spelers op de doellijn zetten. Dan komt er geen bal meer door, maar op voetbal lijkt het dan niet meer. Laat staan dat je de pot wint. Mijn tip aan de raad van Hoogeveen: speel het spel met elkaar en fiks die 5 procent. Het is te doen en het is uw werk.

Michiel van der Eng is senior trainer en specialist gemeentefinanciën bij het Periklesinstituut. Maandelijks schrijft hij de column #hetgaatnietovergeld voor Binnenlands Bestuur. Deze column verscheen daar op 10 februari 2020.

Voor heel wat veiligheidsvraagstukken wordt er naar de burgemeester gekeken. En bij incidenten is hij na de hulpdiensten vaak als eerste ter plaatse. Maar wat kan de burgmeester doen? ‘Hij krijgt veel verantwoordelijkheid voor het oplossen van criminaliteit, terwijl er geen middelen tegenover staan,’ legt John Bijl uit in De Stentor.

De krant maakt een rondgang bij burgemeesters en hun adviseurs over de mogelijkheden om de openbare orde en veiligheid te bewaren. ‘De burgmeeester moet altijd naar de minister om meer politiecapaciteit te vragen, mag dat niet zelf beslissen,’ zegt Bijl. ‘De burgemeester is de spin in het web van het gemeentebestuur en de politie. Wat je als burgemeester moet doen, is heel duidelijk maken waar de focus ligt en wat er in de samenleving speelt.’

Volgens Bijl is de burgemeester eerder een ‘poldersheriff’. ‘Hij moet altijd naar de minister om meer politiecapaciteit te vragen, en mag dat niet zelf beslissen.’ Het maakt burgemeester niet helemaal machteloos, vindt Bijl. Als ambtsdrager kan hij niet de middelen regelen, maar wel de toon zetten en focus aanbrengen. ‘Wat je als burgemeester moet doen, is heel duidelijk maken waar de focus ligt en wat er in de samenleving speelt. De burgemeester is de spin in het web van het gemeentebestuur en de politie.’

Daarnaast speelt de burgemeester een belangrijke rol in rust bergen in de samenleving. ‘Met name sinds de politie landelijk is geworden en er geen lokaal aanspreekpunt meer is, is de rol van burgemeester prominenter geworden.’ Zeker bij grotere gebeurtenissen is vaak de burgemeester eerst aan het woord. ‘Hij is woordvoerder van veiligheidsbeleid, maar niet de uitvoerder. Je moet dus aan het publiek duidelijk maken waar je bevoegdheden liggen.’

Vooral op deze laatste rol bij calamiteiten worden burgemeester goed voorbereid. ‘Als er een grote ramp gebeurt, moet je het wel op orde hebben in je bovenkamer.’ De rol van de burgemeester is vooral zorgen dat de ‘normale situatie’ snel terugkeert. Dat vraagt van de burgemeester snel schakelen. ‘Jij staat er, als de camera op je af komt, moet jij het woord doen. Vaak is het niet bij goed nieuws dat ze op je af komen. En ondanks alle adviezen die je kreeg en klasjes die je hebt gevolgd, ben jij eindverantwoordelijk.’ Toch zullen zeker rampen en grote ongelukken altijd onzekerheden hebben. ‘Eigenlijk kun je je alleen maar voorbereiden op het feit dat je verrast zult worden.’

‘De Brielse raad welbewust stukken over de bestuurlijke toekomst achtergehouden voor de raadsvergadering,’ concludeert Bijl. ‘Daarmee overtrad de gemeenteraad van Brielle de fatsoensregels voor de openbaarheid van bestuur, het eigen Reglement van Orde én de Gemeentewet.’

Bij de raadsvergadering deze week besprak de raad een uitgebreid rapport met daarin verschillende scenario’s voor de bestuurlijke toekomst van Brielle. De gemeenteraad nam het advies te kiezen voor een herindeling met Hellevoetsluis en Nissewaard uit het rapport over.

Voor de publieke tribune was dat een verrassing. Het rapport stond niet op de agenda. pas bij de aanvang van de raadsvergadering werd het rapport openbaar gemaakt. Lokale verslaggevers ontvingen het rapport om 16:15 uur ‘onder embargo’ via mail, iets minder dan drie uur voor de vergadering dus. ‘Terwijl de Gemeentewet met artikel 19 toch echt verplicht de agenda en de stukken bij de oproep van de vergadering bekend te maken,’ zegt Bijl.

Feit is dat zij sinds 1 januari allemaal onder preventief toezicht van hun provincie staan. Preventie is meestal goed nieuws. Preventie voorkomt erger. Maar preventie is niet altijd leuk om te ondergaan. Denk aan hoestdrank, fouilleren, of darmonderzoek.

Onder preventief toezicht vervalt het budgetrecht van de raad als het ware aan Gedeputeerde Staten. De begroting, goedgekeurd door de raad, is per kerende post – voorlopig – afgekeurd door de provincie. De gemeente mag in dat geval geld uitgeven tot het niveau van de vorige begroting. Voor uitgaven daarboven moet de gemeente toestemming vragen aan Gedeputeerde Staten. Die toestemming komt alleen onder hele strikte voorwaarden die erop neerkomen dat de gemeente verder van huis is als er níet wordt betaald. Tot slot moet de gemeente een herstelplan maken.

Het is dus een ingrijpende maatregel waar je niet te lichtvaardig op aanstuurt. Den Haag was vanwege een collegecrisis niet in de gelegenheid om de begroting op tijd vast te stellen en kreeg alleen al daarom preventief toezicht aangezegd. Naar verwachting is dat probleem snel hersteld. Hoe zit dat voor Zwijndrecht, Vlaardingen en Assen?

Alle provincies gebruiken hetzelfde gemeenschappelijk toezichtskader. De sleutelwoorden in dat toezichtskader zijn ‘structureel en reëel evenwicht’. Structureel evenwicht betekent dat tegenover de ‘vaste lasten’ van de gemeente, de taken die de gemeente elk jaar hoe dan ook uitvoert, ook vaste en zekere inkomsten staan. Als je terugkerende taken gaat financieren met extraatjes of spaarpotten, dan heb je op termijn geen geld meer voor de uitvoering van die taken. Reëel evenwicht wordt van belang bij bezuinigen: is de in de begroting opgenomen bezuiniging serieus doordacht, staan er daadwerkelijk geschrapte maatregelen tegenover of blijft het bij een vaag plan?

Vlaardingen krijgt er met deze woorden van langs omdat de gemeente voor alle jaren een flink negatief resultaat laat zien. Assen zag zich door een coalitiecrisis genoodzaakt de begroting sluitend te maken met een meer dan forse greep uit de reserves, maar de provincie heeft er onvoldoende vertrouwen in dat het evenwicht in meerjarig perspectief met een nieuwe coalitie eenvoudig hersteld zal worden. Werk aan de winkel dus.

En Zwijndrecht? Zwijndrecht heeft woord gehouden en vanwege de oplopende kosten in het sociaal domein een niet-sluitende begroting bij de provincie ingediend. Daarmee bewust aansturend op preventief toezicht. Nu kijkt de provincie dus indringend mee. En dan blijkt er toch meer aan de hand te zijn. Zwijndrecht was de komende jaren volgens de financiële kengetallen van plan onbesuisd veel te lenen, evenveel uit te geven en daar staan geen structurele inkomsten tegenover. Reserves lopen leeg en het eigen vermogen loopt dramatisch terug. De gemeente kan eigenlijk geen tegenwind meer hebben. Hier moet gesaneerd worden. Langs de neus weg wijst de provincie op de mogelijkheid om de enige extra opbrengst die er wél aan zit te komen – die van de verkoop van de aandelen in Eneco – dan maar te gebruiken voor het dempen van de schuldenberg. Dat is vast een streep door de plannen van menig Zwijndrechts politicus. Je begint je toch af te vragen of iemand daar naar de woorden van inmiddels burgemeester Mol geluisterd heeft en stilletjes heeft gedacht: ‘dat wil ik ook’.

Michiel van der Eng is senior trainer en specialist gemeentefinanciën bij het Periklesinstituut. Maandelijks schrijft hij de column #hetgaatnietovergeld voor Binnenlands Bestuur. Deze column verscheen daar op 31 januari 2020.

‘Observaties’ noemt Remkes zijn constateringen. Om er ook aan toe te voegen dat het gaat om ‘een beperkte waarneming’, die hij ‘gaarne inruilt voor betere en/of aanvullingen’. Zijn de Haagse raadsleden echt zo slecht? ‘Onder het gemiddelde’, luidt het straffe oordeel van John Bijl. ‘Den Haag lijkt wel een vechtkooi waarin politici punten scoren ten koste van een ander verwarren met politiek bedrijven’

 

Verder in deze talkshow: het eerste publieksinterview met nieuwe wethouder Hilbert Bredemeijer en de motie die er voor zorgt dat er alleen nog maar duurzaam gegeten kan worden op het stadhuis. Gemeenteraadslid Chris van der Helm (VVD) ziet er weinig in, zijn collega Janneke Holman (PvdA) is enthousiast.