Lijsttrekker én wethouder: werk voor twee petten

Een halfjaar voor de verkiezingen schuiven in Rotterdam twee nieuwe wethouders aan: Christine Eskes (CDA) en Vincent Karremans (VVD). Beiden nemen het stokje over van partijgenoten die voortijdig opstapten. Beiden worden ook lijsttrekker. Daarmee staat de teller op vier Rotterdamse wethouders die niet alleen beleid moeten uitvoeren, maar ook campagne moeten voeren.

Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, wringt dat. ‘Een wethouder spreekt namens het hele college. En ook namens zijn of haar voorganger. Dat betekent concessies doen en compromissen sluiten. Maar als lijsttrekker benadruk je juist de verschillen met andere partijen.’ Dat spanningsveld raakt het hart van het dualisme.

Natuurlijk is zichtbaarheid in verkiezingstijd aantrekkelijk. ‘Een raadslid wordt gekend door gemiddeld 1,5 procent van de inwoners, een wethouder door 30 procent’, zegt Bijl. Maar dat mag geen excuus zijn voor verkapte profilering op kosten van het ambt. Dat het ook lastig te scheiden valt, blijkt wel uit de praktijk. Karremans: ‘Wat ik hier op het stadhuis doe is allemaal voor de stad. Wat ik daarbuiten doe met flyers en bitterballen, is voor de VVD.’

Het Handboek Virtueel Vergaderen voor volksvertegenwoordigersAan het begin van lock-down vorig jaar stelde John Bijl en Victor Vlam op verzoek van VNG, BZK en de beroepsverengingen het Handboek virtueel vergaderen samen. Veel volksvertegenwoordigers vertelden ons al veel baat te hebben gehad bij de tips om de politieke besluitvorming beter te maken. Inmiddels hielpen we ook tientallen gemeenteraden met onze trainingen, bijeenkomsten voor voorzitters en bijvoorbeeld voor zorgen dat het reglement van orde paste bij de virtuele vergaderingen.

Nu met de nieuwe maatregelen weer heel veel raden besluiten om in veilige virtuele omgeving te vergaderen, schreef het Periklesinstituut nieuwe tip, gebaseerd op de vragen die we van raadsleden- en Statenleden kregen, en onze eigen ervaringen en observaties.

Net zoals het Handboek zijn de tips voor iedereen te downloaden in de bibliotheek van het Periklesinstituut.

‘Een burgemeester staat boven de partijen en is verantwoordelijk voor het organiseren van de politieke besluitvorming, niet voor het voeren ervan,’ vindt Bijl. Zeker de komende weken, waar burgemeester Walraven bijvoorbeeld de coronamaatrdegelen moet handhaven, kan het ambt in een politieke discussie terecht komen. ‘Je moet als burgemeester ten allen tijde terughoudend zijn om jouw politieke affiliatie te laten zien,’ vind Bijl.

Daarnaast verwacht Bijl wat hij noemt ‘vals gezag’. ‘Hij heeft zaken die boven de politiek staan in goede banen geleid. Zulk gezag blijft aan een persoon kleven. Of hij nou raadslid of wethouder wordt, hij zal altijd spreken met het gezag van een voormalig burgemeester.’

Bijl pleit voor een afkoelingsperiode van burgemeestersposten. ‘Juist dat mensen die een dergelijk gezag boven de partijen hadden, behoefte hebben aan een afkoelingsperiode. Hier geldt wat mij betreft hetzelfde als bij lobbyist worden door Kamerleden of bewindslieden.’

In een virtuele vergadering moet je zelf bepalen hoe mensen je zien. Je bet er zelf verantwoordelijk voor hoe je in beeld komt. Maar uiteraard is de competentie cameraregie geen natuurlijke vereiste voor het raadslidmaatschap. In deze tipvideo laten we je zien wat het eerste is waar je op moet letten.

 

 

Meer tipvideo’s over politieke vaardigheden en het functioneren van de democratie vind je op het YouTube-kanaal van het Periklesinstituut. Abonneer je om direct op te hoogte gehouden te worden van nieuwe tipvideo’s.

Na de komende gemeenteraadsverkiezingen zal het onderwerp bestuurscultuur nog wel op de agenda blijven. Tijdens zijn bijdrage op het mini-congres De Raad op Zaterdag van VNG en de Nederlandse Vereniging van Raadsleden sprak John Bijl over het onderwerp.

Drie tips voor een sterke raad

Drie tips voor een sterke raad (© Periklesinstituut)

‘Om macht te houden, moet de raad zélf beter worden in het organiseren van tegenmacht,’ sprak Bijl. Hij gaf de raden drie tips voor op het to-do-lijstje bij aanvang van de volgende bestuursperiode. De tips zijn ook als PDF beschikbaar.

De tips zijn hier te downloaden.

Het slaat nergens op, zegt Bijl. Je kunt je afvragen of dat nog wel effectieve besluiten kunnen worden genomen na 17 uur vergaderen. Toch zijn er nuances, erkent Bijl. ‘Niet alle raadsleden zijn continu allemaal aan het woord, ze hebben de taken verdeeld. Bovendien zijn onderwerpen vaak al vooraf besproken tijdens commissievergaderingen.’

Een echte oplossing voor het lange vergaderen is er echter niet. ‘Je kunt dingen slimmer plannen waardoor je de vergadertijd beter verdeeld,’ weet Bijl. Maar de duur van het vergaderen kan nauwelijks korter. De raad heeft nu eenhaal veel verantwoordelijkheden. ‘Als het puntje bij het paaltje komt heb je die tijd wel nodig.’ Dat leidt dan weer tot de in zijn ogen ongewenste situatie dat raadsleden – maar ook bijvoorbeeld Statenleden – afhaken. Zij kunnen politiek niet meer combineren met hun werk. ‘En dat gaat weer ten koste van het raadswerk.’

Voor John Bijl is het een teken dat de democratie werkt. ‘Afsplitsingen zijn de veiligheidsklep van onze politiek,’ zegt hij tegen NRC. Bijl kent genoeg verhalen van raadsleden die onderdruk worden gezet om de lieve goede vrede in de coalitie te bewaren. En bijvoorbeeld afstand te doen van een politiek punt wat hem of haar dierbaar is. Dan is het goed dat raadsleden daar geen gehoor aan hoeven te geven. ‘Iemand die gekrenkt is in zijn idealen, moet kunnen opstappen. Het zou vervelend zijn als de partij haar macht kan doordrukken.’

Veel raadsleden blijken al in het begin van de bestuursperiode uit een fractie te stappen. ‘Dan heb je het gewoon over prutswerk bij de samenstelling van je kandidatenlijst,’ vindt Bijl. Hij zou willen dat lijstsamenstellers zorgvuldiger te werk gaan. En in de acceptatie dat niet iedereen op dezelfde manier politiek bedrijft. ‘Er wordt vaak gezegd dat er ‘verschil van stijl’ was. In een politiek systeem heb je alle stijlen nodig.’

Verder ziet Bijl niet echt problemen in de toename van het aantal fracties. ‘Gewoon wat meer aandacht aan de vergadervaardigheden besteden. In het programma Dit is de Dag op NPO Radio 1 ging Bijl in debat met Gerrit Voerman van het Documentatiecentrum Politieke Partijen. Voerman wijst op een vertragend proces. Toch wil Bijl niets van beperkingen weten. ‘Een gekozen volksvertegenwoordiger hoort de zelfde rechten te hebben als wanneer hij in een fractie zou zitten,’ zegt Bijl.

Volgens Bijl is het besluit van NIDA deels te verklaren uit het landelijke avontuur. ‘Het was erg druk met veel nieuwe partijen in de campagne, hun boodschap kreeg weinig aandacht en was net wat te abstract. Ze waren er misschien nog niet klaar voor.’ De nederlaag bij de Tweede Kamerverkiezingen, juist ook in Rotterdam, kwam hard aan. Tegelijk wijst Bijl op een structureel probleem: ‘Het is als lokale partij gewoon heel lastig om landelijk door te breken. Ook Code Oranje met Richard de Mos is dat niet gelukt.’

De partij verliest daarmee ook haar boegbeeld: Nourdin El Ouali vertrok eerder al naar SPIOR. En hoewel NIDA naar eigen zeggen nooit zo sterk was qua leden en middelen, is het politieke vertrek volgens betrokkenen een gemis. ‘Het is jammer als er maar één politieke partij is die kiezers aanspreekt met een migratie-achtergrond’, aldus Bijl. ‘Waar DENK een soort islam-SGP is, was NIDA meer een islamitische ChristenUnie – verbindend, sociaal en principieel.’

Reflectie: In een politiek klimaat waar profilering loont, verdwijnen partijen met een verbindende toon vaak geruisloos van het toneel. Maar juist hun aanwezigheid maakt het verschil tussen representatie en echo. NIDA’s vertrek laat zien dat diversiteit in opvattingen net zo belangrijk is als diversiteit in herkomst. Voor de raad, én voor de democratie.

Bijl ziet op meer plekken raadsleden vroegtijdig afhaken. ‘Voor deze periode zal het zelfs meer zijn,’ verwacht hij. Te druk, is de meest genoemde oorzaak. Raadsleden hebben de afgelopen jaren steeds meer te doen gekregen, terwijl het raadswerk nog steeds geacht wordt een parttime-functie te zijn.

Dat zoveel raadsleden tussentijds stoppen is een zorgelijke ontwikkeling, vindt Bijl. ‘Politiek bedrijven is technisch werk. Procedures en regels moet je in de vingers krijgen. Dat gaat weer verloren als je tussentijds afhaakt.’

Voor Amsterdam geldt ook dat raadsleden vertrekken om bijvoorbeeld elders wethouder of Tweede Kamerlid te worden. Maar liefst vijf van de 45 raadsleden vertrokken naar het Binnenhof. Bijl kan zich ergeren aan die doorstroming. ‘De gemeenteraad is geen een wachtkamer voor de Tweede Kamer.’

Vrij naar een uitspraak die Albert Einstein nooit deed, het is waanzinnig te denken dat de uitkomst van dezelfde soort gesprekken met steeds dezelfde mensen ineens anders zou zijn. Maar per saldo is informateur Johan Remkes precies hetzelfde aan het doen als zijn lange rij aan voorgangers.

Na een knullig ten einde gebrachte eerste fase met Ollongren en Jorritsma, was de conclusie van opvolgende informateurs steeds dezelfde. Er is brede overeenstemming over de inhoud, maar de personen vertrouwen elkaar niet genoeg. Ook na Remkes’ heiweekend op de Zwaluwberg lijkt er weinig veranderd. Er zijn ‘complexe besprekingen gevoerd’ liet de informateur weten, met veel ‘politieke pijn’.

 

Onrust over de voortgang is overal te merken. Vandaag presenteert de demissionaire regering een flinterdunne beleidsbegroting. De uitdaging is om er steun voor te krijgen. Tegelijkertijd zal elke fractie met politieke wensen wapperen; het zou wel eens de meest geamendeerde begroting ooit kunnen worden.

 

Ondertussen begint het koord aan Damocles’ zwaard – nieuwe verkiezingen – zichtbaar te rafelen. Voor de goede orde: dat levert niets op. Partijen zullen zo ongeveer dezelfde kieslijsten indienen en een leiderschapswissel zit er voor de meeste partijen niet in. Voor D66 en CDA zou dat een te grote verliesbeurt zijn. De anderen zien er vast geen aanleiding toe. En de VVD vindt het wel best. Rutte’s populariteit is misschien dalende, maar vooral bij de niet-VVD-stemmer. In peilingen stijgt de partij zelfs licht.

 

Numeriek zal er ook niets substantieel veranderen, het leidt zeker niet tot iets wat de formatie makkelijker maakt. Het CDA implodeert vast, maar ten faveure van wat? Een grotere BBB, met een groep Kamerleden die niemand kent? En stel dát Omtzigt mee zou doen, levert zijn gepeilde 15 zetels van een amalgaam aan pragmatisch dan wel rechtse politici een fractie op waar wel stabiliteit te vinden is? En dan nog: als het met de – toen nog – 15 zetels van het CDA nu ook al niet lukt, waarom wel met ‘Groep Omtzigt’? Ook zonder Omtzigt verandert er niet veel. De omvang van BVNL of JA21 neemt misschien toe, maar dat maakt hen hooguit grotere splinters. Als de programma’s van FvD en PVV niet veranderen, zal niemand er een coalitie mee willen vormen.

Dus ook na nieuwe verkiezingen start het hele circus van vooraf aan, met dezelfde startpositie. Misschien met een andere informateur, maar wel met dezelfde gesprekspartners. Als een Groundhog Day, waar alleen de hoofdrolspeler wijzigt, maar het publiek dagelijks de verder identieke film krijgt getoond.

Als er een uitweg uit deze dramatische impasse moet komen, moet hij worden gevonden in het hier en nu. Gelukkig zijn Remkes’ mogelijkheden groter dan hij zelf ziet. Zijn aanpak is vast gebaseerd op respect voor de huidige structuren van de macht, maar het is toch niet zo dat de kiezer alleen zijn huidige gesprekspartners heeft gekozen? Ja, Rutte, Kaag, Hoekstra, Ploumen en Klaver stonden boven aan hun kieslijsten, maar er zijn ook 145 andere Kamerleden gekozen. Ook bij de fracties waar eerstgenoemden deel van uit maken.

Ik zou zeggen: als niet de inhoud het probleem is, probeer het eens met andere personen. De komende begrotingsbehandelingen zijn een mooie auditie om op zoek te gaan naar de mensen die wél over de inhoud willen praten, in plaats ‘langs de lijnen’ ervan persoonsconfrontaties uit de weg te gaan.

De VVD schoof al Hermans naar voren. CDA’er Boswijk viel al op. Net als PvdA’er Piri en GroenLinker Bromet. Misschien luistert de Kamer meer naar onderwijswoordvoerder Van Meenen (D66). Zo ja, dan moet de informateur maar eens met hen als vertegenwoordigers van de fracties gaan praten. Zelfs in het slechtst denkbare geval kan Remkes dubbelblind bevestigen dat het probleem niet bij de inhoud, maar bij personen zit. En daarmee concluderen dat niet hele fracties, maar dan individuen moeten worden uitgesloten.

Deze column verscheen op 21 september eerst op Binnenlands Bestuur.