Tjalling Vonk is de Beste politicus van Rotterdam

De jury heeft voor Tjalling Vonk (Smallingerland, 28 juli 1969) gekozen omdat hij belangrijke resultaten wist te boeken op ‘zijn dossiers. “In de Rotterdamse raad, waar het er verbaal vaak hard aan toe gaat en krachttermen aan inflatie onderhevig zijn, valt Tjalling Vonk juist op door vast te houden aan zijn eigen, rustige debatstijl. Dit jaar bestond de jury uit: Jan-Roelof Visser (RTV Rijnmond), Ewoud Kieviet (NOS), Eeva Liukku (Vers Beton,) en Peter Groenendijk (AD/Rotterdams Dagblad).

De verkiezing van Beste Politicus van Rotterdam is er om aandacht te vragen voor het belang van lokale politiek. De raadsleden kunnen hierdoor aan het grote publiek laten zien wat hun werk inhoudt en wat ze de afgelopen maanden bereikt hebben. De verkiezing Beste Politicus van Rotterdam vindt elk jaar aan het einde van het jaar plaats en is een initiatief van de Rotterdamse politieke pers en het Periklesinstituut en wordt mede mogelijk gemaakt door Arminius en LOKAAL. De winnaar ontvangt naast zijn titel en bokaal een boekenpakket van Boekhandel Donner.

Eerdere winnaars waren o.a. Ruud van der Velden (Partij voor de Dieren, 2020), Gerben Vreugdenhil (Leefbaar Rotterdam, 2019), Vincent Karremans (VVD, 2018), Jeroen van der Lee (PvdD, 2017) Sven de Langen (CDA, 2016).

‘Politieke verhoudingen lijken soms meer op vijandschap gebaseerd,’ zegt Bijl. Hij sprak met Mischa Blok en Toine van Peperstraten in hun Radio 1-programma Toine & Blok. Bijl ziet het debat in gemeenteraden verruwen. De manier waarop de Tweede kamer debatteert speelt daar een rol in, denkt hij. ‘Defacto is de Tweede Kamer het hoogste politieke orgaan van het land. Dat zien mensen toch als voorbeeld.’

Ook sociale factoren spelen een rol. ‘De verzuiling is toch echt wel voorbij. Partijen zijn al ruimt twintig jaar op zoek naar een nieuwe achterban. Je ziet daardoor veel meer profileringsdrang en ellebogenwerk, ook op het niveau van de gemeenteraad,’ zegt hij. Verder speelt de ruwe toon op sociale media een grote rol. ‘Het is natuurlijk ontzettend moeilijk om een fatsoenlijk debat te voeren in de raad als je elkaar net voor domme sukkel hebt uitgemaakt in een tweet.’

Deze verruwing gaat ten koste va het debat. ‘Raadsleden luisteren niet meer naar elkaar als ze zo optreden. En dat is toch de essentie van democratie.’ Ook levert het gescheld minder legitimiteit voor politieke beslissingen op. ‘De inhoud van het debat raakt steeds verder op de achtergrond. De ruzie blijft hangen, ook in de media. En kiezers hebben nu eenmaal minder vertrouwen in politici die alleen maar ruzie zoeken.’

Een opmerking over DNA aan politiek handelen heeft het de verhoudingen in de Amersfoortse raad op scherp gezet. Terecht, zegt Bijl tegen AD. ‘Je hóórt ook boos te worden om zulke woorden.’ Politiek hoort er zeker tegen te kunnen dat de gemoederen oplopen, vindt Bijl, maar dit ging wat hem betreft alle perken te buiten.

De GroenLinks-fractie in Amersfoort overweegt aangifte te doen. Dat zal weinig opleveren denkt Bijl. ‘Rechters zijn er doorgaans niet happig op om uitspraken te doen in politieke zaken,’ weet Bijl. Daarnaast zal de sfeer in de raad er niet bij verbeteren. ‘Ik vraag me af of aangifte de verstandhouding tussen deze twee partijen ten goede komt’, zegt Bijl.

‘Gemeenteraadsleden in Zeewolde worden geacht hun werk in act tot tien uur per week te doen,’ zegt Bijl. ‘Facebook komt met een leger accountants en advocaten. Dat is niet te doen.’

De gemeenteraad zou zelf ondersteuning kunnen organiseren, bijvoorbeeld door zelf adviseurs in te schakelen. ‘Maar dat gaat van de toch al krappe gemeentelijke begroting af,’ legt Bijl uit. Hij vindt dat het Rijk meer verantwoordelijkheid moet nemen. Bijvoorbeeld door de Zeewoldse raad te ondersteunen. ‘Dit project heeft bovenregionale consequenties, dus het Rijk hoort er bij betrokken te zijn.’

Daarnaast kan het besluit van Zeewolde een landelijk precedent scheppen. Dan is er wetgeving nodig, vindt Bijl. ‘En die wordt gemaakt door regering en parlement, daar zou je de raad van Zeewolde niet mee in moeten zepen,’ vindt Bijl.

In een fysieke vergadering gebeurt er altijd wel wat. Als de wethouder schuifelt op z’n stoel kan dat betekenen dat hij of zij zich ongemakkelijk voelt worden bij jouw verhaal. Omdat je betoog werkt. Of mensen die geamuseerd rechtop gaan zitten bij jouw one-liner.

In een virtuele vergadering heb je die directe feedback niet. Het is veel moeilijker mensen te raken met je betoog. Toch kan het, je zult wel rekening moeten houden met een paar essentiële aspecten van het virtueel betogen. In deze tipvideo bespreekt Victor er drie.

 

 

Meer tipvideo’s over politieke vaardigheden en het functioneren van de democratie vind je op het YouTube-kanaal van het Periklesinstituut. Abonneer je om direct op te hoogte gehouden te worden van nieuwe tipvideo’s.

Na de verkiezingen heeft de raad als eerste een prominente taak op tafel: het benoemen van de nieuwe wethouders. Pas daarna is het gemeentebestuur compleet en kan de bestuursperiode echt beginnen. Hoe doe je dat?

In de bijeenkomst Hoe vorm je een college gaven onderzoeker Lianne van Kalken van de Erasmus universiteit en John Bijl van het Periklesinstituut tips. Raadsgriffier Ruurd Palstra deelde zijn ervaringen van deze bestuursperiode. Zijn gemeenteraad was een van de 57 gemeenten die deze periodieke met een zogeheten raadsakkoord werkte.

‘Het verbaast ons dat veel gemeente een andere bestuurscultuur wensen maar weinig afspreken over hoe dat er dan uit moet zien,’ zegt Van Kalken. Terwijl juist in de formatie-periode de bestuurscultuur het meest kneedbaar is, meent Bijl. ‘Wil je als raad een wethouder die met een kant-en-klaar doorwrocht voorstel voor een akkoord naar de raad komt omdat dat nu eenmaal wettelijk moet? Of heb je liever een wethouder die zegt: Ik heb begrepen dat u het belangrijk vindt om het over de bereikbaarheid van het centrum te hebben. Wat vindt u zelf?’

Tijdens de formatie liggen er steeds twee zaken op tafel. Wat wil je bereiken? En wie moet dat uitvoeren? Volgens Bijl gaat er een vraag aan vooraf: wat wil de raad zelf? Juist die vraag stelt de raad maar weinig. ‘Dan delegeer je eigenlijk de bestuurscultuur naar het college, en dat is niet waar de keizer je voor heeft gekozen,’ zegt Bijl.

De gemeenteraad van Velsen zette deze onderwerpen wél op de agenda. Min-of-meer onbewust, want doordat de raad werkte met een raadsakkoord werden deze thema’s vanzelf op de agenda gezet. ‘Het raadsakkoord ging uiteindelijk meer over de thema’s waarover overeenstemming was, dan over de verhouding tussen raad en college en over de participatie,’ legt Palstra uit.

Van Kalken deed uitgebreid onderzoek naar het werken met raadsakkoorden. ‘Wisselende meerderheden kunnen ook meer mogelijkheden geven om te profileren en verschillen kunnen meer ruimte krijgen omdat je niet vastgeklonken zit aan een coalitieakkoord.’ Bijl begeleidde met het Periklesinstituut meerdere evaluaties van werken met raadsakkoorden. ‘Een raadsbreedakkoord is een goede reden om de bestuurscultuur eens effectief en in al haar aspecten op tafel te krijgen. En er echt wat aan te doen.’

Lees het hele verslag van de bijeenkomst hier.

In 2018 leek de PVV aan de vooravond van een Rotterdamse doorbraak te staan. De landelijke partij van Geert Wilders had bij de Kamerverkiezingen net geen meerderheid behaald in de stad, en het plan was duidelijk: Rotterdam zou ‘weer voor de Rotterdammers’ worden. Maar de campagne ging direct mis. De eerste lijsttrekker moest binnen een dag weg vanwege antisemitische uitspraken, en uiteindelijk belandde de vierde man op de lijst, Maurice Meeuwissen, op het pluche. In zijn eentje.

Wat volgde was een periode waarin de PVV geen bijdrage leverde aan het inhoudelijke debat, maar vooral opviel door provocaties, beledigingen en het ondermijnen van de raadsorde. Meeuwissen maakte zich onmogelijk bij collega’s en raakte geïsoleerd. Commissievergaderingen sloeg hij over, moties sneuvelden bij het indienen, en zijn aanwezigheid werd eerder gevreesd dan gewaardeerd. Een ‘Madonna-verbod’ haalde zelfs het debat over het Eurovisie Songfestival.

Volgens John Bijl is de balans pijnlijk: ‘Een gillende PVV’er is niet goed voor de raad, de kiezer en de totale legitimering van de democratie.’ Hij wijst vooral op de bestuurlijke leegte waarin Meeuwissen opereerde. Zonder partijorganisatie, zonder kader, zonder tegenspraak. ‘Er waren vier jaar geleden nog klasjes voor nieuwe kandidaten. Daar heb ik nu niets van gehoord. Ook daaruit kan je opmaken dat Wilders de PVV in Rotterdam in de steek heeft gelaten.’

De Rotterdamse ervaring met de PVV onderstreept het belang van stevige politieke structuren — niet alleen voor het debat, maar voor de democratische legitimiteit van wie daar aan deelneemt. Een eenmansfractie zonder partijorganisatie en zonder inhoudelijke koers wordt geen vertegenwoordiger, maar een karikatuur. Als politieke partijen zich willen laten gelden, moeten ze investeren in meer dan zichtbaarheid: in mensen, ideeën, en samenwerking.

‘Wilders heeft het totaal verprutst met de samenstelling van de lijst doordat hij het per se zelf wilde doen,’ zegt Bijl. Wat overbleef was een raadslid zonder rugdekking, zonder strategie en zonder resultaat. En een gemeenteraad die, ondanks alles, haar democratische opdracht zo professioneel mogelijk probeerde te vervullen.

Met genoegen presenteert de jury, De jury, bestaande uit Jan-Roelof  Visser (RTV Rijnmond), Ewoud Kieviet (NOS), Eeva Liukku (Vers Beton) en Peter Groenendijk (AD Rotterdams Dagblad), drie genomineerden voor de Beste Politicus van Rotterdam.

Jeroen Postma speelde volgens de jury een belangrijke rol in twee cruciale dossiers: Feyenoord City en de nieuwe oeververbinding. Waarbij hij – ondanks de beperkte tijd die raadsleden hebben – opviel door zijn indrukwekkende dossierkennis. Dieke van Groningen zette zich in om de gevolgen van de coronacrisis voor de Rotterdamse horeca te beperken, en zag ook scherp toe op de uitvoering van die hulp. Tjalling Vonk wist met zijn opvallend rustige stijl belangrijke resultaten te boeken op voor hem belangrijke dossiers, zoals hulp aan Oost-Europese daklozen en kwetsbare gezinnen.

De titel Beste politicus van Rotterdam wordt jaarlijks uitgereikt door een jury van de Rotterdamse parlementaire pers. De prijsuitreiking is een initiatief van het Periklesinstituut en stichting Lokaal en wordt met medewerking van Arminius georganiseerd.

De bekendmaking vindt dit jaar plaats op dinsdag 14 december, om 14.30 in Arminius. In het programma wordt dan teruggeblikt op het politieke jaar en staan de de aanwezige juryleden ook stil bij hún politieke nieuwsmoment van het afgelopen jaar en spelen we De Grote Ken Je Stad Quiz.

Voor meer informatie over het programma, kaarten reserveren, of de livestream volgen, klik hier.
Eerdere winnaars waren ondermeer Hugo de Jonge (2014), Nourdin El Ouali (2015), Vincent Karremans (2018) en Gerben Vreugdenhil (2019). Vorig jaar nam Ruud van der Velden de prijs in ontvangst.

‘Woorden als coalitie en oppositie komen helemaal niet in de wetboeken voor. De Gemeentewet stelt enkel dat de raad de wethouders benoemt. Wat wethouders precies moeten kunnen, ligt ook niet vast,’ vertelt Bijl. Hij was spreker op een door de Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten. Van Kalken merkte dat deze periode vaker naar een andere manier van formeren werd gezocht dan een traditionele, programmatische coalitie.

De afgelopen maanden werkte Bijl met meerdere gemeenten aan de evaluatie van de bestuursperiode. Meedere daarvan werkte met een raadsbreed akkoord. ‘Zo’n akkoord is meer dan een set afspraken waar je het over eens bent. Het is vooral een stuk wat de rolverdeling en bestuurscultuur naar bovenaan de agenda haalt,’ concludeert Bijl. ‘Het verbaast ons dat veel gemeente een andere bestuurscultuur wensen maar weinig afspreken over hoe dat er dan uit moet zien,’ zegt Van Kalken.

Volgens Bijl bepaalt de manier waarop je dat debat wilt gaan voeren, uiteindelijk je bestuurscultuur. Hoe gaat
de raad om met meningsverschillen? Hoe organiseert de raad zijn eigen besluitvormingsproces? ‘Als de raad dergelijke vragen beantwoordt, wordt ook duidelijk wat jij verwacht van het college. Dan weet je ook welk type informateur je zoekt. En worden ook de contouren van het gewenste type wethouder duidelijk.’

Lees meer over het raadswerkprogramma in de Kennisbank van het Periklesinstituut.

In minder dan vijf maanden staat de kiezer in het stemhokje. Een week later wordt de nieuwe raad geïnstalleerd en m het hij gaan nadenken over hoe de bestuursperiode wil zien. Wat gaan we doen? Waar moet de raad het debat nog over voeren? Wat verwachten we daarin van het college van wethouders en burgemeesters? En: wie zijn dan de meest geschikte personen om die wethouderplaatsen te vullen? Wat verwachten we van hén — en wat kunnen zij van de raad verwachten?

Het nadenken over de inrichting van de samenwerking in de nieuwe bestuursperiode is ongetwijfeld al begonnen.
Hoe hebt u het samenspel binnen de raad en tussen raad en college in de afgelopen jaren ervaren? Welke lessen zijn er voor de nieuwe bestuursperiode. Welke mogelijkheden staan u ten dienste: soorten akkoorden, programma’s. Wat zijn ervaringen in andere gemeenten? En wat zijn voorwaarden en aandachtspunten voor succes. En: hoe wilt u het proces van coalitievorming inrichten.

In een interactieve online-bijeenkomst gaat u in gesprek met elkaar en met:

  • Lianne van Kalken (docent en onderzoeker Staatsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, doet promotieonderzoek naar ‘Raadsakkoorden’)
  • John Bijl (directeur Periklesinstituut)
  • Ruurd Palstra (raadgriffier van Velsen)

Henriette de Vos (gemeentesecretaris en algemeen directeur Heemstede leidt het gesprek. Meer informatie over de bijeenkomst vindt u hier op de webpagina van de VNHG.