‘Gemeenten krijgen al decennia te weinig geld voor hun taken’

‘De kaasschaaf is nu wel stuk hoor,’ zegt John Bijl van het Periklesinstituut. Volgens hem hebben decentralisaties en bezuinigingen het voor de gemeenten bijzonder moeilijk gemaakt. ‘Een paar jaar geleden noemde koning Willem Alexander de gemeente nog de eerste overheid. Belachelijk als die niet goed wordt gefinancierd. Gevestigde partijen kunnen daardoor weinig beloven.’

‘De regering vult met incidenteel geld de grootste gaten, maar daarmee is de situatie structureel niet op orde,’ zegt ook gedeputeerde Eddy van Hijum. Burgemeester Sander de Rouwe van Kampen noemt de gebrekkige financiering van gemeenten een ‘stille ramp’.

Terwijl de verkiezingen volgens Bijl van historische betekins kunne worden. ‘We gaan meer merken van ontzuiling, nieuwe partijen, mondige burgers en polarisatie,’ aldus Bijl. Hij is er bang voor dat vooral populistische partijen allemaal dingen beloven wat niet uitvoerbaar is. Bijvoorbeeld omdat de gemeente er niet over gaat. ‘Neem het puntenplan van Forum. Dat zijn vooral onderwerpen waar een gemeente niet over gaat. Dat zagen we eerder bij de Statenverkiezingen ook al. Toen werden dingen over kerncentrales beloofd, terwijl het echt niet zo is dat als de gemeenteraad van Zwartewaterland een thoriumcentrale wil, die er ook kan komen. Daar gaan ze niet over.’

Wie denk dat de gemeenteraadsverkiezingen een afspiegeling zijn van de landelijke politiek heeft het mis, vertelt Bijl. Hij legt uit wat het verschil in macht is tussen de landelijke en de gemeentelijke politiek: ‘In principe heeft de gemeente meer te vertellen over ons dagelijks leven dan dat de Tweede Kamer dat heeft.’

Volgens Bijl komt dit omdat gemeenten zelf aan het hoofd staan van het gemeentelijk beleid, ze kunnen zelf bepalen waar huizen komen te staan, wanneer het vuil opgehaald wordt en waar een school komt. ‘Alles wat een gemeente doet raakt je veel meer dan wat de Tweede Kamer besluit.’

De hele uitzending is terug te luisteren als podcast of op de site van NPO.

Bijzonder, zegt John Bijl tegen de Gelderlander. ‘Het komt vaker voor dat een raadslid een ander standpunt inneemt, maar ik ken geen gevallen waarbij een raadslid uit het niets zijn eigen fractie volkomen verraste.’ Henk Bouwmans, directeur van de Nederlandse vereniging voor Raadsleden, is ook verrast. ‘Een raadslid moet zich vrij voelen om een afwijkend standpunt in te nemen en dat kunnen bespreken met zijn fractie. Als een raadslid dat niet durft, dan is iets niet in orde.’

De woordkeus van Van de Vooren stelt Bijl niet gerust. ‘Ik schrik ervan als het Biltse raadslid zegt dat zij zich niet veilig voelde in haar eigen fractie om een afwijkend standpunt te delen. Dan zou ik me als CDA-afdeling zorgen maken en snel mijn eigen organisatie tegen het licht houden.’

Maar goedkeuren doet hij zonder vooroverleg anders stemmen niet. ‘Ieder raadslid heeft een vrij mandaat om tegen het standpunt van zijn fractie te stemmen. Je hart volgen mag. Maar hoe CDA-raadslid Margriet van de Vooren het aanpakte in De Bilt, vind ik onbehoorlijk.’

Helemaal een verassing was het niet. De gemeenteraad had het Periklesinstituut zelf benaderd voor het zogeheten raadstevredenheidsonderzoek. Dat er ontevredenheid zou worden opgetekend, was al ieders verwachting. Maar de opdracht aan het Periklesinstituut was ook om met aanbevelingen voor de volgende bestuursperiode te komen. Met een werkgroep onder leiding van VVD-raadslid Christiaan Peetoom stelde het instituut verbeteringen voor, met als belangrijkste speerpunt: meer onderlinge verbondenheid en samenwerking. Raadsleden zouden elkaar beter moeten leren kennen om begrip te kweken voor elkaars politieke stijl en aanpak.

Daarnaast moet het debat inhoudelijker en minder gericht op profilering voor pers en achterban. Een idee is om de eerste gespreksronde te gebruiken voor vragen aan het college in plaats van directe stellingnames. Ook een cursus ‘kort en krachtig spreken’ wordt voorgesteld om de vergaderingen efficiënter te maken.

Verder wordt een ‘actualiteitendebat’ aanbevolen, waarin de raad in korte bijdragen urgente kwesties bespreekt en afspraken maakt met het college over vervolgstappen. De werkgroep pleit ervoor dat deze verbeteringen structureel worden gemonitord.

Kortom, de Alkmaarse raad staat voor de uitdaging om zichzelf opnieuw uit te vinden: minder politieke spelletjes, meer inhoud en betere samenwerking. De hele rapportage is hier te lezen.

Zeven huizen moeten er op de Warande 2 verschijnen. Een kleine stap om de woningnood in Deurne te lichten. Alleen: meerdere raadsleden en zelf een wethouder hebben niet alleen een politiek maar oom persoonlijke banden met het project.

Zoiets is onvermijdelijk, zegt John Bijl tegen Eindhovens Dagblad. ‘Ieder raadslid heeft belangen,’ zegt hij tegen de krant. ‘Het zijn niet voor niets volksvertegenwoordigers en ze zijn er voor om verhalen op te halen uit de samenleving.’ Bij goed raadslidmaatschap hoort het dat je de mensen die je vertegenwoordigt ook persoon,ijk kent.

Waar het wel om gaat is of het duidelijk is of een raadslid zijn afweging op louter politieke gronden heeft gemaakt. ‘Waar je naar moet kijken, is of ze wel consistent zijn in hun beleid. Als ze bijvoorbeeld altijd tegen het splitsen van kavels zijn en nu ineens voor, dan moet je daar mensen op aanspreken.’

Een raadslid hoort verantwoording af te leggen hoe hun afweging is ontstaan.  ‘Ze moeten transparant zijn over hun rol en moet de partij uit kunnen leggen hoe ze tot hun standpunt zijn gekomen.’

De pandemie maakt het al twee jaar nodig veel publieksbijeenkomsten te schrappen. Dus ook verkiezingsdebatten. ‘Voor veel politici is dat het moment om hun boodschap over te brengen en aan te scherpen,’ zegt John  Bijl. Het debat zorgt ervoor dat politici op elkaars standpunten in moeten gaan — en dat maakt voor e kiezer veel duidelijk.

Uitblijvende debatten zorgen ervoor dat politici minder goed in staat zijn urgentie bij de keizer over te brengen, denkt Bijl. Daarnaast zorgen dichte winkels ook nog eens lege stadscentra. ‘En dat zijn in campagne tijd vast broedplaatsen voor de politiek,’ zegt Bijl. Folderaars helpen er ook bij om de politiek onder de aandacht van de kiezer te brengen.

Voor een lagere opkomst is Bijl niet per se bang. ‘Mensen stemmen omdat ze dat belangrijk vinden,’ weet Bijl. ‘Maar je loopt wel het risico dat het een minder goed geïnformeerde stem is. Verkiezingen zijn er ook om burgers te betrekken bij politieke issues.’

Vernoemd naar de memorabele Nijmeegse oud-minister Ien Dales maakt de podcast wekelijks een aflevering over de Nijmeegse politiek. In de nieuwste aflezingen zoomt programmamaker Raymond Janssen iets uit: wat doet een gemeenteraad precies? En wat mogen kiezers van kandidaten verwachten?

Op de werkkamer van Bijl hangt een t-shirt met daarop de tekst ‘dualismedrammer’, een knipoog naar de geuzennaam van de nieuwe minister van Klimaat en Milieu Rob Jetten. Bijl kan het belang van dualisme, de scheiding tussen college en raad, niet genoeg benadrukken. ‘Duale politiek is de bevestiging dat het debat het belangrijkste is wat in een democratie behoort te gebeuren’, doceert Bijl.

Een bijzonder soort frustratie heeft Bijl voor lijstduwers. Vaak bekendere plaatsgenoten die alleen op de kandidatenlijst staan om stemmen te trekken, niet omdat ze daadwerkelijk beschikbaar zijn voor het raadswerk. ‘Je kunt toch ook prima je partij steunen zonder op de lijst te gaan staan?’

Helemaal erg wordt het voor Bijl wanneer ook hoger geplaatste kandidaten zeggen niet de raad in te willen, maar vooral wethouder willen worden. ‘Wethouders zijn bestuurders namens de hele gemeenteraad. Iemand die op een kieslijst gaat staan om wethouder te worden, maakt misbruik van die kieslijst.’

De podcast is terug te luisteren via de meeste podcast-apps. Directe links naar de uitzending zijn te vinden op de site van de makers: www.iendepodcast.nl.

Raadsleden zijn maar rare wezens. De komende campagne doen ze hun best om uw stem te winnen om in de gemeenteraad te komen. Want de problemen zijn groot, maar de meningsverschillen er over zo nog groter. En de kandidaten die u uw stem geeft gaan hard aan het werk om daar over te debatteren.

Bij PvdA-lijsttrekker Floor Roduner ligt dat anders. In een interview met deze krant liet hij zich ontvallen helemaal niet beschikbaar te zijn voor de gemeenteraad. Hij wil weer wethouder worden.

Dat is gek. Bij de komende verkiezingen kiezen we raadsleden, geen kandidaat-wethouders. Om in aanmerking te komen voor het wethouderschap hóeft Roduner niet op de kieslijst te staan. Pas na de verkiezingen zoekt die nieuw geïnstalleerde gemeenteraad wethouders aan, toen de D66-fractie Botter voordroeg als wethouder had deze ook niet op de kieslijst gestaan.

De gedachte erachter is dat in een democratie de raad de baas is. Logisch, want in een democratie heeft de volksvertegenwoordiging het eerste én het laatste woord. Roduners ‘kandidatuur’ voor het wethouderschap doet het voorkomen alsof de kieslijst de bijwagen is voor de wethouder. Dat klopt niet: u stemt bij de raadsverkiezingen niet op ‘de wethouder en zijn team’ maar op een groep volksvertegenwoordigers.

Daarbij is het niet de PvdA-fractie die bepaalt wie er wethouder wordt. Wethouders worden gekozen door de héle raad. Een kandidaat moet dus niet alleen de steun hebben van zijn eigen fractie, maar ook door tenminste de helft-plus-een van de raad worden geaccepteerd. Ik vraag me af op de PvdA coalitiedeelname af laat hangen van het wethouderschap van Roduner. Zo ja, is het vuige poppetjespolitiek die de sociaaldemocraten niet siert en geen recht doet aan het mandaat wat kiezers aan PvdA-kandidaten heeft willen geven.

Zelfs als een door de PvdA voorgedragen kandidaat wethouder wordt, zit deze er niet om ‘PvdA-beleid’ uit te voeren. Het college voert een opdracht uit namens de raad. Een wethouder mag zich dan wel PvdA’er voelen, maar doen als of hij namens één raadsfractie of partij beleid uitvoert is een aanstotelijke karikatuur van de parlementaire democratie.

Maar vooral moreel-ethisch is het volstrekt onverantwoord om een stem op Roduner uit te brengen. Zelf wil hij het raadswerk niet uitvoeren, dus een kiezer moet wel van bijzonder sadistische aard zijn om zijn stemgerechtigheid op te offeren om Roduner een verantwoordelijkheid te geven die hij zelf niet wil dragen.

Waarschijnlijk probeert de PvdA zo publicitair een extra krentje uit de ruif te pikken, maar feitelijk is het misbruik maken van het wethouderschap. Ten koste van de gemeenteraad.

Het kan zijn dat Roduner het allemaal niet zo bedoeld heeft. Hij heeft tot 31 januari de tijd om zich terug te trekken als kandidaat raadslid en samen met de PvdA’ers als kandidaat-wethouder de verkiezingen in te gaan. Dat is ook transparant, maar belangrijker nog: staatsrechtelijk zuiver.

Anders is de oplossing eenvoudig: niet stemmen op kandidaten die het raadswerk eigenlijk niet willen uitvoeren. Niet stemmen op Roduner. De PvdA heeft vast genoeg andere kandidaten op de kieslijst die wel graag de komende vier jaar samen met hun collega’s de als hoogste orgaan van de gemeente de Haarlemse bevolking willen vertegenwoordigen. Het is immers nobel en prijzenswaardig werk.

Dit artikel verscheen op 8 januari 2022 in het Haarlems Dagblad.

Toch brengen deze partijen ook uitdagingen met zich mee. Bijl wijst op interne conflicten doordat zij vaak minder eenduidige politieke uitgangspunten hebben. ‘In lokale partijen ontstaan vaker problemen dan bij lokale fracties van landelijke partijen.’ Dit benadrukt de noodzaak van duidelijke standpunten en goede interne communicatie.

De verkiezingsthema’s verschillen per gemeente. In Groningen zijn duurzaamheid, huisvesting, leefbaarheid en armoede belangrijke onderwerpen. Dit laat zien dat lokale kwesties de agenda bepalen en partijen hierop moeten inspelen om kiezers te overtuigen.

Met de opkomst van lokale partijen verandert het politieke speelveld. Dit biedt kansen voor meer directe invloed van burgers op gemeentebeleid, maar vraagt ook om stabiele en goed georganiseerde partijen. De komende verkiezingen zullen bepalen hoe dit zich verder ontwikkelt.

Om aan de behoefte steeds meer data snel beschikbaar te hebben, wil sociale media-0gigant Meta (van Facebook en Whatsapp) een enorm datacenter op Flevoland neerzetten, in de gemeente Zeewolde. ‘Het is een enorm complex besluit,’ zegt John Bijl in een daarvoor aangewend item van Nieuwsuur. ‘Financieel complex, maar ook bestuurlijk complex,’ legt hij uit. ‘Daarnaast is he college enthousiast dus zul je ook zelf informatie moeten verzamelen.’

Daar is de raad niet toe in staat, vindt Bijl. ‘De negentien raadsleden zijn enorm onderbemand,’ zegt Bijl. ‘Met waarschijnlijk 1,6 fte aan ondersteuning voor de hele raad en een maand tijd moeten ze een enorm complex besluit nemen.’ Bijl pleit ervoor dat het Rijk raden helpt bij dit soort besluiten, bijvoorbeeld door ze budget voor ondersteuning te bieden.

Ondanks de gebrekkige ondersteuning stemde de raad toch in met de komst. Of het datacenter er komt is overigens niet zeker. De raad stemde dan wel in, maar bouwvergunningen moeten nog worden aangevraagd. Ook de Kamer wenst de discussie over de wenselijkheid van grote datacentra te starten. Dat zou gevolgen kunnen hebben voor de vergunningen, zegt Bijl tegen het radioprogramma Met het Oog op Morgen. ‘Het is geen groen licht, hooguit een groen lampje.’