Wijkraden zonder macht lopen leeg

‘Wijkraden praten over problemen waarvan de kaders al door de gemeente zijn vastgesteld,’ zegt Bijl. ‘Eigenlijk is de wijkraad een orgaan zonder zeggenschap.’

De wijkraden werden in het leven geroepen om de kloof tussen bewoners en stadhuis te dichten, als opvolger van de deelgemeenten en gebiedscommissies. Anders dan gekozen volksvertegenwoordigers, zijn wijkraadsleden via wijkverkiezingen of loting benoemd. Ze geven gevraagd en ongevraagd advies aan het stadsbestuur. Maar die adviezen kunnen tot nu toe zonder toelichting terzijde worden geschoven.

Voor veel wijkraadsleden blijkt de invloed mager, terwijl de verwachtingen hoog zijn. ‘Veel mensen denken dat je eenmaal in zo’n raad snel dingen gedaan kunt krijgen, maar zo werkt het gewoon niet in een democratie’, aldus Bijl.

De gemeente overweegt om een aanpassing door te voeren: als een wethouder een wijkraadadvies naast zich neerlegt, moet dat straks mogelijk worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

Toch is het de vraag of dat voldoende is om het tij te keren. Wijkraadsleden ervaren veel druk uit de buurt, maar missen het mandaat én de middelen om echt iets te veranderen. ‘Waarom zou ik meedoen aan deze poppenkast?’, vraagt een vertrekkend lid zich hardop af.

De ambitie van de wijkraden is groot: meer invloed, meer budget, meer erkenning. Maar zolang de zeggenschap ontbreekt, dreigt het risico dat gemotiveerde bewoners, juist degenen die het verschil kunnen maken, snel weer afhaken.

Onder de titel De belofte van representatie – wat lokale partijen ons leren over democratische besluitvorming onderzoekt Bijl aan de hand van de opmars van lokale partijen wat hun succes ons vertelt over de staat van onze representatieve democratie. Lokale partijen spreken vaak een andere taal dan we gewend zijn in de raadszaal – minder procedure, meer praktijk – maar raken daarmee wel een snaar. Wat betekent dat voor hoe belangen samenkomen, hoe besluiten worden genomen en hoe volwassen onze lokale democratie is? Een lezing met observaties uit de raadzaal, scherpte en een pleidooi om opnieuw te kijken naar wat politieke volwassenheid betekent – en wat het inhoudt om lekenbestuurder te zijn.

De dag wordt geopend door VNG vice-voorzitter en Doetichems burgemeester Mark Boumans en bevat naast de lezing een panelgesprek met Tweede Kamerleden over het (gelijke) speelveld van lokale en landelijke partijen. Daarnaast zijn er diverse workshops over onder meer het betrekken van jongeren in de (lokale) politiek, lobbyen voor de gemeente in Den Haag, en de Wet op de politieke partijen. De dag wordt afgesloten met een netwerkborrel.

Aanmelden kan op https://vng.nl/aanmelden-jan-van-zanen-lezing-2025. Voor meer informatie en het volledige programma: https://vng.nl/agenda/jan-van-zanen-lezing en www.lokalepolitiekepartijen.nl. 

Deze extra beschouwingen geven lezers praktische handvatten en inzichten bij de waarnemingen uit de raadzaal. Wat ging hier mis — of juist goed? Wat kun je hiervan leren als raadslid, griffier of burgemeester?

De tips komen letterlijk vanaf de publieke tribune: de Mystery Burger heeft in de afgelopen tien jaar honderden raads- en Statenvergaderingen bijgewoond en van dichtbij geobserveerd. Die unieke praktijkervaring wordt nu vertaald naar concrete adviezen — over het voeren van het debat, het bewaken van de orde, het benutten van je rol als volksvertegenwoordiger, en het herkennen van subtiele maar bepalende dynamieken in de vergadering.

Met de Mystery Burger krijg je dus niet alleen een scherpe observatie, maar ook een spiegel én een gids.

Meer weten of abonneren?

Abonneer je hier en ontvang wekelijks de nieuwste Mystery Burger — mét verdieping.

De podcast brengt je niet alleen het verhaal van de Mystery Burger, maar laat ook de stemmen en momenten uit de vergadering zelf horen. Zo beleef je van dichtbij hoe het eraan toe gaat in de politieke arena van de gemeenteraad. In samenwerking met de redactie van Binnenlands Bestuur selecteren we voor iedere maand de column die het meest indruk op ons maakte.

Of je nu raadslid bent, griffier, burgemeester of gewoon nieuwsgierig naar hoe lokale democratie in de praktijk klinkt: de Mystery Burger Podcast geeft je een unieke inkijk in de dynamiek van de raadzaal, met commentaar van een doorgewinterde observator die al honderden vergaderingen van dichtbij meemaakte.

Luisteren? De podcast is te vinden op Soundcloud, Apple Podcasts en Spotify. Meer informatie vind je hier.

Bestuurskundige John Bijl begrijpt dat gevoel: ‘Leg als gemeenteraad in het openbaar verantwoording af! Dat mogen de burgers van Tiel verwachten.’ De vertrouwensbreuk raakt immers meer dan één persoon: ‘Het was de gemeenteraad zelf die voor deze burgemeester heeft gekozen. Wat is er dan misgegaan? Was het een mismatch met de ambtelijke organisatie, of lag het aan de opdracht die Van der Meijden meekreeg?’

Dat er onder vier ogen wordt gesproken over een vertrouwelijke klachtenrapportage, vindt Bijl verdedigbaar. ‘Je wilt mensen niet onnodig beschadigen, en Van der Meijden kan zich niet verdedigen, want hij is er niet bij.’ Maar dat mag volgens hem geen reden zijn om het politieke gesprek uit de weg te gaan. ‘Juist nu hoort er openheid te zijn over het bestuurlijk proces.’

‘Neem dan maar eens een goed afgewogen besluit, los van alle emoties’, zegt John Bijl van het Periklesinstituut. Hij begeleidt gemeenteraden in hun functioneren en ziet met lede ogen aan hoe het lokale debat in Bedum verhardt. ‘Op het moment dat je alleen bezig bent met het verwerken van deze schrik, is het moeilijk om boven de materie te hangen en het over het algemeen belang van de hele gemeente te hebben.’

Het spoeddebat volgt op een reeks incidenten. Fractievoorzitter Rolf van Bruggen van Hogeland Lokaal wordt beveiligd nadat hij met de dood is bedreigd en zelfs fysiek is aangevallen. ‘Tegen een motorkap duwen; waar hebben we het over?’ zegt Bijl. ‘Het is echt bizar dat mensen zich op deze manier tegen hun volksvertegenwoordigers opstellen.’

Het Periklesinstituut ziet een bredere trend: vier op de tien raadsleden krijgen te maken met agressie, onder wethouders is dat zelfs de helft. Voor burgemeesters loopt dat op tot zestig procent. ‘De toename hiervan zorgt ervoor dat het steeds moeilijker wordt hier nog verbaasd over te zijn’, zegt Bijl.

Hij maakt zich zorgen over het effect van intimidatie op de besluitvorming. ‘Raadsleden moeten kunnen stemmen zonder last. Op het moment dat er sprake is van intimidatie en angst voor eigen lijf en leden, voelen raadsleden zich daar niet prettig bij. Je moet dan gewoonweg constateren dat de democratie op een bepaald moment niet meer functioneert.’

De situatie in Het Hogeland staat niet op zichzelf. Ook elders in het land, zoals in Sint-Michielsgestel, is het debat over opvanglocaties ontspoord. De vraag is hoe gemeenteraden zich daartegen kunnen wapenen.

Bijl heeft daar een duidelijk antwoord op: ‘Houd elkaar vast. Sta voor het vrije woord. Verwerp iedere inzet van buitenaf om mensen te beïnvloeden, zeker wanneer dat met geweld en intimidatie gepaard gaat.’

Toch heeft hij vertrouwen in de raad van Het Hogeland. ‘Het zijn allemaal nuchtere Grunnegers. Dat scheelt een boel.’

De zaak in Tiel lijkt op eerdere incidenten. Zoals in Noordoostpolder, waar burgemeester Harald Bouman al na tien maanden vertrok vanwege spanningen op het gemeentehuis. Of het vertrek van Rob Bats in Haren, na de Project X-rellen, waarbij hem werd verweten te laat te hebben ingegrepen. In beide gevallen was er sprake van publieke druk én een gespannen relatie met ambtenaren.

‘Voor een burgemeester is het eerste jaar altijd wennen’, zegt Bijl. ‘Je hebt veel petten op en het kost tijd om het vak onder de knie te krijgen. Bovendien is het een ingewikkeld én eenzaam beroep. Je hebt adviseurs, en misschien een collega die je kunt appen, maar uiteindelijk moet jij de knoop doorhakken. Dat is een druk waar je tegen moet kunnen.’

Toch is het niet zo dat een burgemeester zomaar op straat staat. Formeel kan alleen de minister van Binnenlandse Zaken een burgemeester ontslaan, en dat ook nog eens op verzoek van de gemeenteraad. De Commissaris van de Koning speelt daarin vooral een begeleidende rol, tenzij het gaat om een interim-benoeming – die kan hij wél intrekken.

Toezicht op het functioneren van een burgemeester is in de praktijk gebrekkig geregeld. ‘Wettelijk is daar niets over vastgelegd’, legt Bijl uit. ‘Vaak is er een klankbordgroep van raadsleden, maar het niveau daarvan verschilt enorm. Soms zijn die gesprekken niet veel meer dan een jaarlijks rondje “gaat wel goed toch?”.’ Volgens Bijl moeten raadsleden in zo’n klankbordgroep hun rol veel serieuzer nemen. ‘Ik ken een geval waarin de burgemeester jarenlang te horen kreeg dat alles prima was – totdat hij herbenoemd wilde worden. Toen bleek ineens dat men eigenlijk allang ontevreden was.’

Een goede verhouding tussen burgemeester en raad is cruciaal – maar even belangrijk is de relatie tussen burgemeester en ambtelijke organisatie. Als die ontspoort, valt er weinig meer te redden. De casus-Tiel laat zien hoe kwetsbaar het burgemeestersambt is, en hoe belangrijk het is dat raadsleden goed zicht houden op wat er zich achter de schermen afspeelt. Want bestuurlijke ontsporingen ontstaan zelden in de openbaarheid – maar ze ontwrichten des te meer.

Na de gemeenteraadsverkiezingen kreeg de POV als grootste partij de regie over de formatie en besloot John Bijl aan te stellen als informateur. Met een onafhankelijke en partijloze aanpak was zijn opdracht helder: een coalitie smeden die de komende vier jaar effectief kon besturen en breder gedragen werd binnen de raad. Bijl ging in gesprek met alle dertien partijen om hun visie en bereidheid tot samenwerking te peilen.

Tijdens deze gesprekken kwamen verschillende thema’s naar voren: de behoefte aan een andere bestuurscultuur, betere samenwerking tussen raad en college en een bredere betrokkenheid van de samenleving. Bijl benoemde in zijn analyse dat er veel politieke overeenkomsten waren tussen bepaalde partijen, maar ook dat de verhoudingen in de raad moeizaam waren.

Op basis van deze gesprekken stelde hij voor verder te onderhandelen met zes partijen: POV, PvdA, VVD, ROSA, GroenLinks en CDA. Hij onderbouwde deze keuze door te stellen dat deze partijen een gedeelde visie hadden op samenwerking en representatie van de gemeenteraad.

De strategische keuzes in de formatie

Een van de cruciale momenten in het proces was de afweging of een bredere coalitie mogelijk was. Sommige partijen, zoals D66 en DZ, gaven aan open te staan voor deelname, maar werden niet opgenomen in de uiteindelijke selectie. Dit leidde tot kritiek, vooral vanuit oppositiepartijen die vonden dat het proces minder open was dan werd beweerd. Bijl benadrukte in zijn eindverslag het belang van een coalitie die niet alleen intern stabiel zou zijn, maar ook een andere bestuursstijl moest omarmen. De nieuwe coalitie beloofde een cultuur waarin niet alleen de coalitiepartijen, maar de gehele raad eerder betrokken zou worden bij beleidsvorming

Een basis voor de toekomst

Met het advies van de informateur afgerond, lag de bal bij de coalitiepartners om een concreet akkoord uit te werken. Bijl zelf concludeerde dat het formatieproces niet alleen moest leiden tot een meerderheidscoalitie, maar vooral tot een werkbare verhouding tussen raad en college. Tijdens de bestuursperiode moet uitwijzen in hoeverre de ambities van participatie en bestuursvernieuwing daadwerkelijk waargemaakt worden.

De informateur heeft zijn werk gedaan: de basis is gelegd, de politieke verhoudingen zijn scherp gesteld en de zes partijen hebben hun samenwerking geformaliseerd. Nu is het aan het nieuwe college om de beloftes in de praktijk te brengen.

‘Ieder raadslid moet de mogelijkheid hebben om tegen het college te zeggen: “dit moet anders”. De motie is een prachtig instrument om heel duidelijk te laten zien dat het hoogste bestuursorgaan het college een opdracht geeft.’ De coalitie in Halle, bestaande uit het Vlaams-nationalistische N-VA en het christendemocratische CD&V, vindt dat de gemeenteraad te veel tijd besteedt aan moties over onderwerpen waar de raad geen beslissingsbevoegdheid over heeft. Hoewel de oppositie enige begrip toont voor deze redenatie, vreest men dat dit besluit te ver gaat en het democratisch proces schaadt.

Ook in Nederland is het motierecht niet wettelijk vastgelegd, maar een lokaal instrument. Dit betekent dat gemeenteraden hun eigen reglementen kunnen aanpassen. Bijl legt uit: ‘Je zou het reglement van de raad zo aan kunnen passen dat het onderdeel motie niet meer kan. De term “motie” komt in de gemeentewet niet voor. Het is feitelijk een lokaal instrument en geen wettelijk middel.’

Er zijn in Nederland al voorbeelden van beperkte motierechten. Sommige gemeenteraden staan bijvoorbeeld geen moties ‘vreemd aan de orde van de dag’ toe of beperken het indienen van moties bij bepaalde agendapunten. Dit toont aan dat er mogelijkheden zijn om het motierecht in te perken, hoewel een totaalverbod zoals in Halle voor zover bekend nog niet is voorgekomen.

In Halle hebben maatschappelijke organisaties, waaronder Masereelfonds en Beweging.net, hun zorgen geuit over het motieverbod. In een brief aan de gemeenteraad stellen zij dat de raad de afgelopen tien jaar niet overspoeld is met moties en dat het verbod een disproportionele maatregel is.

Vertrouwen in de gemeente, maar niet in de stembus

Ondanks de lage opkomst hebben kiezers meer vertrouwen in de lokale politiek dan in de landelijke, stelt Bijl. ‘De burgemeester als gezagsdrager geniet nog aanzien, als een van de weinigen.’ Toch vertaalt dat vertrouwen zich niet in een hogere opkomst. ‘Onderzoek, onder andere in Rotterdam, laat zien dat veel mensen simpelweg vergeten te stemmen of er geen interesse in hebben. Maar een groot deel weet ook niet waar ze eigenlijk op stemmen. Onbekend maakt onbemind.’

Meer dan een morele verplichting

Veel gemeenten voeren campagnes om kiezers te mobiliseren, maar die missen vaak hun doel. ‘Ze spreken mensen aan op hun plicht om te stemmen, terwijl die groep toch wel gaat. De uitdaging is om duidelijk te maken dat de gemeente ertoe doet.’ Volgens Bijl helpt een zichtbare campagne, zoals het ouderwetse verkiezingsposters plakken. ‘Fysieke aanwezigheid in de stad maakt verschil.’ Ook een politieke tweestrijd kan mobiliserend werken. ‘In 2006 was de opkomst in Rotterdam hoger door de strijd tussen Leefbaar Rotterdam en PvdA. Die competitie trok mensen naar de stembus.’

Verkiezingen in crisistijd

De verkiezingen vallen samen met forse bezuinigingen: in 2026 kort het Rijk 2,4 miljard euro op het gemeentefonds. Daardoor belanden veel gemeenten in de rode cijfers. ‘Normaal wil je verkiezingen ingaan met “dit gaan we oplossen”, maar nu wordt het eerder “we proberen het overeind te houden”’, waarschuwt Bijl. De vraag is of dat kiezers inspireert – of juist verder afschrikt.