Bij de gemeenteraadsverkiezingen doen lokale partijen het steevast goed. Ze zijn geworteld, dragen bestuursverantwoordelijkheid en zijn in steeds meer gemeenten de grootste politieke kracht. Toch vissen ze bij de verdeling van rijkssubsidies achter het net. Die gaan uitsluitend naar landelijke partijen, zogenaamd voor ‘vorming, burgerbetrokkenheid en professionalisering’.
Een onbegrijpelijke regeling, vinden ook organisaties als de VNG, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Minister Bruins Slot verklaarde recent wel ‘de intentie te hebben om te onderzoeken hoe lokale partijen ondersteund kunnen worden’, maar voegde er direct aan toe dat daar geen geld voor is. Tenzij de Tweede Kamer wil schuiven binnen het bestaande subsidiebudget — dat dus nu volledig naar de landelijke partijen gaat.
Dat stuit op kritiek. Want terwijl raadsleden worstelen met de toenemende complexiteit van hun werk, moeten lokale partijen zich behelpen met incidentele vergoedingen uit het gemeentebudget. Landelijke partijen kunnen wél rekenen op een professionele organisatie en scholingsfaciliteiten, ook voor hun lokale afdelingen.
De vraag is niet alleen wie er wel of geen geld krijgt, maar wat dit zegt over onze kijk op democratie. Want als we lokale partijen zien als volwaardige vertegenwoordigers van de samenleving, dan hoort daar ook een eerlijke ondersteuning bij. Dat betekent niet automatisch dat elke vereniging subsidie moet krijgen — maar wel dat we afscheid nemen van het idee dat alleen Haagse partijen toegang hebben tot middelen, scholing en invloed. Een gezonde lokale democratie begint met gelijke kansen. Ook bij de verdeling van het geld.
Volgens John Bijl is het achterliggende probleem dat lokale partijen ‘nog steeds niet voor vol worden aangezien’. Onterecht, benadrukt hij: ‘Het zijn meest hele solide verenigingen van mensen die het beste voor hebben met de lokale democratie.’ De suggestie dat zij minder integer zouden zijn, noemt hij zelfs kwalijk. ‘Behalve de affaire-De Mos in Den Haag, die nog steeds in onderzoek is, is er helemaal geen bewijs dat lokale partijen vaker in integriteitskwesties opduiken dan bijvoorbeeld afdelingen van landelijke partijen.’
Het raadslidmaatschap staat open voor iedere stemgerechtigde Nederlander. ‘Het kan via een groepering, maar ook met een zogenaamde blanco lijst. Dan stort je 112,50 euro borg. Als je een zetel haalt, krijg je je geld terug’ verklaart Bijl. De wet ziet een raadslid als individu, niet als partijvertegenwoordiger. ‘Afsplitsen van een partij is dan ook geen zetelroof, maar een rechtmatige optie.’
Toch roept die openheid vragen op. Hoe wenselijk is het dat iemand met een lange strafbladgeschiedenis in de gemeenteraad terechtkomt? In theorie kan een rechter iemand het kiesrecht ontnemen, maar volgens Bijl gebeurt dat ‘al jaren niet meer’. Dat betekent dat het aan politieke partijen en uiteindelijk de kiezer is om te bepalen of een kandidaat met een beladen verleden geschikt is voor het raadswerk.
Dat dit in de praktijk tot discussies leidt, blijkt uit voorbeelden als Steve Brown, een voormalig drugshandelaar die in 2018 meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam, of wethouder Wim Vrijhoef, die ondanks een veroordeling voor fraude een bestuurlijke comeback maakte. ‘De meeste partijen hebben in hun statuten staan dat je geen lid kunt zijn van een andere fractie in een raad waar zij zelf ook in zitten. Dus als je als CDA-lid raadslid wordt voor Burgerbelang, leidt dat tot royement bij het CDA’, zegt Bijl.
De open toegankelijkheid van het raadslidmaatschap onderstreept de democratische principes in Nederland, maar laat tegelijkertijd ruimte voor ethische vragen. Hoeveel transparantie mogen kiezers verwachten? En is het verstandig om iedereen, ongeacht verleden, de kans te geven op een politieke functie?
VVD-lijsttrekker Vincent Karremans als superheld in een verduisterd Rotterdam, met kogels, huisjesmelkers en een cameo van Ivo Opstelten. De campagnefilm van de Rotterdamse VVD doet alles om op te vallen — en dat lukt. Maar inhoudelijk blijft het volgens politiek trainer John Bijl nogal dun.
‘Ik heb de VVD wel eens optimistischer campagne zien voeren’, schrijft hij op Twitter. In de woorden van Bijl is de film ‘Leefbaar on steroids’: stevig aangezet, maar politiek ongelukkig. ‘Dit is een filmpje voor een presidentiële campagne en niet geschikt voor iemand die straks met veertig mensen moet samenwerken in het hoogste bestuursorgaan van onze stad. Dit past niet binnen ons democratisch landschap.’
Even over dat ene campagnefilmpje van de VVD. Ik ben er licht geïrriteerd over. https://t.co/xfPNAU7hPk 1/16
— John Bijl🪓 (@johnbijl) March 2, 2022
Ook andere experts zetten vraagtekens. Journalist Chris Aalberts noemt het filmpje ‘een exercitie in open deuren intrappen’. Campagnestrateeg Bart van Wageningen vindt het slim geproduceerd, maar waarschuwt voor het risico van persoonsverheerlijking: ‘Je maakt een held van Vincent, maar de vraag is of hij dat waar kan maken.’
Volgens Bijl raakt het spotje vooral de eigen achterban. ‘Je haalt er niemand mee binnen. Ze hadden beter kunnen vertellen wat ze in de raad willen doen — politiek is meer dan alleen maar zéggen dat je problemen gaat oplossen.’
Vier jaar geleden was Leefbaar Rotterdam de grootste fractie van de stad — en werd tóch buiten de coalitie gehouden. Dat scenario willen ze dit keer voorkomen. Onder leiding van Robert Simons toont de partij zich in toon gematigder, met een verkiezingsprogramma waarin harde standpunten zijn afgezwakt of herverpakt. Achterliggende doel: meebesturen.
Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, is die verandering duidelijk merkbaar. ‘Het populistisch rechtse geluid is iets minder geworden. Leefbaar lijkt weer die oude, pragmatische, mopper- en het-moet-toch-echt-anders-partij.’ Een deel van de interne richtingenstrijd is beslecht: de harde toon van eerdere campagnes is afgezwakt, nieuwkomers staan op verkiesbare plekken en het programma spreekt ineens over ‘haalbare en betaalbare’ verduurzaming in plaats van ‘klimaatgekte’.
Toch is er scepsis. Coalitiepartners van weleer, zoals D66, houden de deur op een kier — maar zetten er wel stevig een voet voor. ‘Wij willen absoluut een progressieve coalitie’, zegt lijsttrekker Chantal Zeegers, die Leefbaars koers nog altijd ‘bekrompen’ noemt. En ook de SP en VVD sparen de partij niet: tijdens het verantwoordingsdebat klonk het verwijt dat Leefbaar rancune verkoopt in plaats van ideeën.
Terwijl partijen campagne voeren met video’s, flyers, posters en marathontochten door de stad, kent een meerderheid van de kiezers hun lijsttrekker niet. Zelfs binnen politieke partijen is de betrokkenheid soms beperkt: zo logden bij de SP slechts 100 van de 1100 leden in voor een online stemronde.
Volgens Bijl is dat niet alleen het probleem van de politiek. ‘Aan de lijsttrekkers ligt het niet – ze werken zich de tyfus. Ik zie ze overal, bij debatten en werkbezoeken. En het is een parttimebaan hè? De lokale media doen ook hun best. Eigenlijk valt vooral de burger iets te verwijten. Waarom wil je niet weten wie je stad besturen?’
Toch houden veel partijen vast aan het ‘merk’ in plaats van het gezicht. Leefbaar zet Fortuyn op de kar, Denk laat de gezichten achterwege, Volt plakt alleen hun slogan. Maar volgens Bijl is dat een gemiste kans. ‘Politiek is mensenwerk. Belangrijke besluiten rollen niet uit een computer, ze worden door mensen genomen. En dan moet je die mensen kennen voor je stemt.’
Volgens Bijl ligt het probleem deels bij de manier waarop kandidaten worden geworven. ‘Lijstmakers zoeken vooral binnen hun eigen kring. Dat betekent dat de diversiteit achterblijft en dat vooral mannen uit bestaande netwerken doorgroeien naar politieke functies.’ Dit patroon houdt ongelijkheid in stand en belemmert een bredere vertegenwoordiging.
Het doorbreken van deze patronen vraagt om bewuste keuzes, stelt Bijl. ‘Partijen moeten zich realiseren dat hun netwerk niet de hele samenleving weerspiegelt. Ze kunnen actief zoeken naar vrouwelijk talent, trainingen aanbieden en een cultuur creëren waarin vrouwelijke kandidaten zich gesteund voelen.’
Volgens Bijl is het tijd dat partijen verantwoordelijkheid nemen. ‘Het argument dat vrouwen minder willen of niet beschikbaar zijn, houdt geen stand. Je moet ze actief benaderen en serieus nemen. Politieke vernieuwing begint bij een bredere blik.’
De discussie over de representatie van vrouwen op kandidatenlijsten is urgent. Zonder actieve verandering blijft de politieke arena een weerspiegeling van de oude structuren.
Net als voor veel andere gemeenten, was de start van het werken met een raadsakkoord voor de gemeenteraad van Velsen een onzeker pad. De keuze te gaan werken met het brede akkoord is welbewust en doordacht gemaakt, toch bleek het een sprong in het duister waarin steeds moest worden geleerd hoe die werkwijze kan worden gebruikt.
‘Het was nog pionieren toen wij er aan begonnen,’ schrijft burgemeester Frank Dales in het voorwoord van de rapportage. ‘Mede omdat wij er op onze eigen manier invulling aan gegeven hebben.’ Het heeft veel ervaringen opgeleverd. Die kennis wenst de gemeenteraad met de rapportage te bundelen.
In het verslagtrekken de onderzoekers van het Periklesinstituut dat het bestaan van het akkoord ervoor zorgde dat raad en college goed naar de invullen van hun rollen moesten kijken. ‘In zekere zin voeg het de bestuur=lijke verhoudingen opnieuw uit te zoeken,’ zegt John Bijl van het Periklesinsituut. ‘De samenwerking in het gemeentebestuur stond daardoor ineens in ieders aandacht.’
Vooral de bereidwilligheid te blijven reflecteren en leren heeft het werken met het akkoord relatief succesvol gemaakt, stelt Bijl in het verslag. Hij beveelt aan vooral de structuur die is ontstaan te behouden. ‘De Velsense raad werkte met een zogeheten regiegroep, een werkgroep van raadsleden die met een wethouder en de griffier steeds naar de manier van werken en verwachtingen keek. Dat heeft enorm geholpen.’ Het Periklesinsituut komt met vijf aanbevelingen voor de komende bestuursperiode. Deze moeten helpen de raad en het college het samenspel in het gemeentebestuur verder te verbeteren.
Het verslag van het werken met een raadsakkoord wordt op 3 maart 2022 door de raad besproken. Op 20 januari werd het concept al in een raadscommissie besproken. De rapportage is hier te lezen.
Het raadswerk is een forse tijdsbesteding. Corrie Janssen besteedt zeker 25 uur per week aan het raadswerk. ‘Het geeft mij uitdaging en voldoening. Meedenken, iets betekenen voor de inwoners. Alleen vergaderen is zeker niet genoeg.’ En de waardering is er niet altijd naar, weet gedeputeerde Eddy van Huijm. ‘Op een of andere manier lijken we de waardering en het respect ervoor een beetje kwijt te raken,’ zegt hij.
John Bijl weet uit ervaring dat het raadswerk zwaar en veeleisend is. ‘Maar je kan op menselijk vlak veel doen en dat maakt het leuk,’ zegt jij tegen de krant. Plezier van je werk is er altijd wel. ‘Zoek het niet per se in grote dingen. Zelf zorgde ik als raadslid bijvoorbeeld dat struiken op 1.20 meter worden gesnoeid in plaats van 1.40. Daarmee voelen bestuurders van scootmobielen zich veiliger. Als je het groots en meeslepend wilt, raak je snel teleurgesteld.’
Hij raadt aan het werk niet alleen te doen. Zoek de samenwerking op, ook met politici van een ander gesternte. ‘Politiek is een groepsactiviteit. Je moet onderhandelen met mensen waarmee je het totaal oneens bent. Het gaat om de uitleg. Het is niet welles-nietes. Die afweging moet duidelijk naar buiten worden gebracht. Die maak je met elkaar en niet individueel.’
Drie ambtenaren gaven aan dat hun inbreng nauwelijks is verwerkt in het onderzoek van Necker van Naem. Een van hen verklaarde onder ede dat er ‘minuscuul’ weinig van hun input in het rapport terecht is gekomen. Volgens Bijl zijn er drie mogelijke scenario’s: ‘Het rapport klopt helemaal, het is onzorgvuldig, of de betrokken ambtenaren hebben gelogen. Maar van dat laatste geloof ik niets.’
Opvallend vindt Bijl ook dat vanuit de Somerense politiek wordt gesuggereerd dat het gemeentebestuur antwoorden mag aanpassen. ‘Een wethouder mag politieke kleur geven aan beleid, maar niet aan een onafhankelijk onderzoek. Als drie ambtenaren twijfels uiten, moet de burgemeester op onderzoek uit.’
De zaak heeft al tot politieke onrust geleid. De gemeenteraad ontsloeg in februari 2021 de wethouder nadat hij een motie van wantrouwen negeerde, een zeldzame stap. Nu blijken er ook vraagtekens bij het rapport. ‘Dit is niet zoals het hoort,’ concludeert Bijl.
De Ondernemingsraad van de gemeente overlegt nog over de situatie en komt later met een reactie.
Met de verkiezing vragen de organisaties aandacht voor het belang van de lokale politiek. ‘Ruim 8.000 raadsleden zetten zich met hart en ziel in voor hun gemeente. Ze werken aan belangrijke dossiers zoals jeugdzorg en openbare orde en veiligheid, die veel impact hebben op het dagelijkse leven. Met de verkiezing proberen we de schijnwerpers op het raadswerk te zetten’, aldus Alex Klusman van BKB.
‘In de afgelopen jaren hebben gemeenten meer verantwoordelijkheden gekregen. Tegelijkertijd doen raadsleden het werk naast hun reguliere baan. De werkdruk is hoog. Des te meer reden om raadsleden in het zonnetje te zetten’, aldus John Bijl van het Periklesinstituut.
Na de nominatiefase buigt een jury bestaande uit afgevaardigden van de organiserende partijen zich over de top 50 die de meeste stemmen hebben binnengehaald. Op basis van criteria zoals effectiviteit, communicatieve vaardigheden en integriteit kiest de jury een top 12. De teller wordt op nul gezet en kiezers mogen opnieuw stemmen. Op vrijdag 11 maart wordt de top 4 in de uitzending van De Nieuws BV bekendgemaakt. De winnaar van de verkiezing wordt op maandag 14 maart in talkshow M gekroond. In de vorige editie werden meer dan 80.000 stemmen uitgebracht.
De eerste editie van de verkiezing werd gewonnen door Ron Meyer, SP-raadslid in Heerlen. Johnas van Lammeren, raadslid voor de Partij voor de Dieren in Amsterdam, werd zijn opvolger in de tweede editie van de verkiezing in 2018. Kiezers kunnen raadsleden nomineren en op hen stemmen tot dinsdag 1 maart om 10:00 uur ‘s ochtends.
Nomineer nu je favoriete raadslid of stem op www.besteraadslid.nl.