‘De rekeningcommissie kan constateren dat de gemeente een goede financiële uitgangspositie heeft,’ zegt Coen van Horen, voorzitter van de rekeningencommissie. Namens de raad van Deurne heeft deze de jaarrekening met de accountant doorgespit. De gemeente schrijft behoorlijk wat zwarte cijfers.
Toch is er een verbeterpuntje. ‘Zoals elk jaar vragen we aandacht voor riolering,’ zegt hij. Het geld in die pot is alweer hoger dan het onderhoudsplan nodig heeft. Datzelfde gold vorig jaar voor wegenonderhoud, maar daarvoor is de gemeente het geld wél gelukt uit te geven. ‘We adviseren die reserve af te bouwen door uitgestelde investeringen in te halen,’ zegt Van Horen.
De gemeente heeft dit jaar zeven miljoen euro over. Het geld gaat naar de algemene reserve. De commissie adviseert de raad op zoek te gaan naar ‘bijsturingsmogelijkheden,’ zegt Van Horen. De jaarrekening zelf krijgt een positief oordeel van de commissie. ‘We adviseren in te stemmen.’
‘Deurne schrijft weer zwarte cijfers,’ jubelt Mark van den Heuvel (VVD). ‘We stonden er goed voor, we staan er goed voor en we blijven er goed voorstaan,’ vindt ook Jerom Coppes (PGP Deurne). Al heeft de raad wel ambities, zegt Coppes, ‘en er zijn dossiers waar we het geduld van onze inwoners danig op de proef stellen.’ De lijst met projecten waar niets mee is gebeurd is ook langer geworden, vindt ook Van den Heuvel.
‘Zeven miljoen over en een stevig weerstandsvermogen,’ vat Janke van Dijk (DeurneNu) samen. ‘Zoals ons pap altijd zei: spek op de botten.’ Ook Van Dijk plaatst een kanttekening: ‘Als het speelveldje al jaren onderhoud vraagt en er scheuren in het fietspad zitten, voelt het alsof je op een warme dag loopt te sjouwen met een winterjas.’ Ze herhaalt de vraag of er niet tussentijds kan worden bijgestuurd. ‘Maak bijvoorbeeld het storten op de milieustraat gratis.’
‘We hebben zes keer meer weerstandsvermogen dan in een worst-case scenario,’ benadrukt Frank van Tilburg (Burgerpartij Transparant Deurne). ‘Onze inwoners verwachten dat we het uitgeven,’ vindt Benny Munsters (Onafhankelijke Groep Deurne). ‘Ik zou wel vijftig projecten kunnen noemen.’ Edmond van Ooijen (50Plus) heeft ook wel een bestemming. ‘Het rijwielpad van Neerkant naar Deurne is erbarmelijk,’ weet hij. ‘Het is maar weer een tip.’ Maar ook hij zal net als de anderen instemmen met de jaarrekening.
Volgens wethouder Tom Oomen kan de raad vandaag al bijsturen: ‘Dien moties en amendementen in.’ Elke maand is er een voortgangsrapportage. Maar wel met een waarschuwing. ‘Eerst plannen maken dan knaken,’ is volgens Oomen het mantra van het college, en dat zou ook voor de raad moeten gelden.
Ook Van Ooijen pleit nu voor voorzichtigheid. ‘Ik werkte in de jaren ’80 voor gemeenten waar we door bezuinigingen eenderde van het personeel moesten ontslaan,’ herinnert hij. ‘Zo zwart-wit is het niet,’ interrumpeert Munsters. ‘We hebben zes keer zoveel geld als onze risico’s.’ Wat is dan de grens van ons weerstandsvermogen, vraagt hij. De gemeente gaat groeien, legt Van Ooijen uit. ‘We moeten ons niet te rijk rekenen,’ vindt hij. ‘We hebben bewust geen maximum ingesteld,’ vindt Coppes. En geld voor de groei zou Deurne juist via de regio en het Rijk moeten halen, vindt Van Tilburg. ‘Ik zou daar geen eigen middelen voor inzetten,’ zegt hij.
‘Er moeten concrete plannen komen in plaats van dat wij in het wilde weg maar plannen gaan verzinnen,’ vindt Bram van Neerven (Doe!), al heb ik dat nog niemand voor horen stellen. Net zo min als dat het maken van dat concrete plan de raad niet in de weg staat. ‘Er moet een gedegen plan onder liggen,’ vindt Van Neerven.
Maar welk, daar komen we vanavond niet meer achter. De miljoenen gaan naar de reserve, waar ze veilig blijven wachten op een raad die weet wat ze ermee wil. En wie vraagt waar het geld blijft, krijgt vooral verhalen. Geen voorstellen. Maar hé — Deurne staat er wél goed voor.
Deze column verscheen op 7 juli 2025 bij Binnenlands Bestuur.
De Mystery Burger zit elke week op een willekeurige publieke tribune bij een gemeente of provincie. Elke maandag doet hij in Binnenlands Bestuur verslag van de kwaliteit van de besluitvorming en het overleg. Donderdags verschijnt de column ook als nieuwsbrief via Substack — met extra reflecties en tips voor raadsleden, burgemeesters, voorzitters en griffiers.
Wil je de column mét tips wekelijks in je inbox? Abonneer je dan hier.
In Nederland wisselt de Tweede Kamer vaak van samenstelling. Zeker nu – na de val van kabinet-Schoof en met nieuwe verkiezingen op komst – zal de Kamer opnieuw veel nieuwe gezichten krijgen. Maar wat komt er allemaal kijken bij het Kamerlidmaatschap? Hoe word je eigenlijk kandidaat? En als je eenmaal gekozen bent: hoe ziet dat eerste jaar eruit?
In deze aflevering van Het Kamergesprek bespreekt Kemal Rijken met John Bijl en voormalig Tweede Kamerleden Senna Maatoug (GroenLinks), Keklik Yücel (PvdA) en Ton Elias (VVD) het eerste jaar van het ambt. Samen bieden ze een unieke blik achter de schermen van de Tweede Kamer.
Het Kamergesprek: parlementaire debatten uitgelegd is de politieke talkshow om het parlementaire debat beter te begrijpen. Bekijk vanaf vrijdag 11 juli om 20.00 uur ‘Het Kamergesprek’ hier. Je kunt het programma ook (terug)zien op de zender NPO Politiek en Nieuws en op Salto 1 Amsterdam.
Het Kamergesprek: parlementaire debatten uitgelegd is de politieke talkshow om het parlementaire debat beter te begrijpen. Het Kamergesprek wordt gemaakt door ProDemos in samenwerking met Nieuwspoort. Bekijk de andere afleveringen van Het Kamergesprek met John Bijl hier.
De motie, ingediend door Jong Nissewaard en VOOR Nissewaard, stelt dat de raad ‘willens en wetens’ is buitengesloten. Fractievoorzitter Vincent Korbee spreekt van een ‘zeer fout precedent’. Het plan zou veel verder gaan dan het mandaat dat het college eerder kreeg, en dat via de pers te vernemen was, maakte het extra wrang. ‘Als andere partijen dit normaal vinden, zeggen ze dat je op deze wijze met de raad mag omgaan’, aldus Korbee.
Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, zijn moties van afkeuring tegen burgemeesters ‘zeer zeldzaam’. Toch begrijpt hij het signaal: ‘Ik kan me voorstellen dat de raad zegt: had ons in het proces meegenomen. En ik snap ook dat je met een moeilijke vraag naar de bevolking toe gaat. Maar de mensen verrassen is niet goed.’
De kwestie legt een bekend staatsrechtelijk spanningsveld bloot. De rol van de burgemeester in dit soort besluiten is niet altijd eenduidig in de wet geregeld, zeker wanneer het college optreedt binnen een grijs mandaat. Van Oosten stond onder druk om uitvoering te geven aan de spreidingswet, maar heeft zich mogelijk verkeken op de ruimte die de raad het college hiervoor wilde geven – of heeft verzuimd die ruimte expliciet te vragen. Die inschattingsfout heeft nu geleid tot een motie. Geen unicum in de Nederlandse politiek, maar wel een belangrijke les: goede afstemming voorkomt bestuurlijke schade.
Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, vraagt de kwestie vooral om bestuurlijke zelfbeheersing. ‘Terugtreden zou onmiddellijk worden opgevat als een schuldbekentenis. Maar ik zou hem wel adviseren in de coulissen te blijven. Geen lintjes knippen en dergelijke. Laat dat aan je collega’s over.’ Bijl wijst ook op de rol van de burgemeester: ‘Die moet erop toezien hoe ambtenaren hiermee omgaan. Want het is natuurlijk wel een hele bijzondere situatie.’
Het zijn verstandige suggesties, want de formele kaders bieden weinig houvast. Een wethouder is geen werknemer, maar een politiek ambtsdrager. Er is geen wettelijke regeling voor tijdelijke vervanging bij een strafrechtelijk onderzoek. Alleen de wethouder zelf kan besluiten zich terug te trekken.
In Rotterdam kiest Achbar ervoor om door te gaan. Dat is formeel zijn goed recht, en politiek begrijpelijk zolang de verdenking niet is onderbouwd. Maar de vraag of dat ook verstandig is, hangt vooral af van wat nodig is om het bestuur geloofwaardig te houden. Dan helpt het als een bestuurder niet alles zelf blijft doen, maar ruimte laat ontstaan – voor rust, representatie en vertrouwen.
De uitzending valt samen met het 100e VNG-congres, dat deze week plaatsvindt in Groningen. Een passend moment voor reflectie op de ontwikkelingen in het lokaal bestuur sinds de dualisering in 2002. In het gesprek gaat het onder meer over de veranderingen in het politieke landschap sinds die tijd en wat dat vraagt van raadsleden, over de groeiende verantwoordelijkheden van gemeenten als gevolg van de decentralisaties en de toenemende werkdruk die raadsleden ervaren.
Ook komt de nijpende financiële situatie van veel gemeenten aan bod, nu het ‘ravijnjaar’ nadert en gemeenteraden straks met een lege portemonnee de verkiezingen ingaan.Natuurlijk staat het programma ook stil bij de gevolgen voor gemeenten van het vallen van het kabinet. Moeten inwoners zich zorgen maken? Tot slot benadrukt Bijl dat gemeentelijk beleid vaak politieker is dan veel mensen denken — en waarom het dus belangrijk is om te gaan stemmen.
‘Als we willen dat gemeenten het verschil maken, moeten we ze daar ook de ruimte voor geven — politiek, bestuurlijk én financieel’, aldus Bijl.
De uitzending van VROEG! is live te beluisteren via NPO Radio 1 op dinsdag 18 juni van 05:00 tot 06:00 uur, en later terug te vinden als podcast. De presentatie is in handen van Merel Wielaert.
Een debat dat begint met stevige bezwaren en eindigt in instemming — dat kan natuurlijk. Maar in Rucphen gebeurde het grotendeels buiten het zicht van de publieke tribune. Wat vooraf ging aan het raadsbesluit over de nieuwbouwlocatie voor basisscholen Sint Martinus en Expeditie, riep na afloop vooral vragen op.
Wethouder René Lazeroms had ingezet op nieuwbouw naast het Munnikenheide College. Tijdens het openbare debat klonken daarover forse twijfels bij CDA, PVV en RVP. De locatie was volgens hen niet zonder risico’s: grondposities, bezwaren van omwonenden en verkeersveiligheid gaven aanleiding om voorlopig nog geen knoop door te hakken.
Na een schorsing van drie kwartier — langer dan het openbare debat zelf — stemden de fracties alsnog in met het voorstel van de wethouder. Wat hun standpunt veranderde, bleef onduidelijk voor de aanwezigen.
Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, hoeft dat niet per se verkeerd te zijn: ‘Een schorsing is een pauzeknop in een vergadering. Handig en normaal als er behoefte is aan extra overleg, aan vrijuit kunnen spreken.’ Maar, zegt hij: ‘Als zo’n schorsing je op andere gedachten brengt, is het wel de bedoeling dat je daarna duidelijk maakt waarom. De rol van de raad is niet alleen om wát besloten is te laten zien, maar ook welke afweging eraan vooraf ging.’
Delft heeft het opnieuw voor elkaar: na Marja van Bijsterveldt verwelkomt de stad binnenkort met Alexander Pechtold alweer een voormalig minister als burgemeester. Toeval is het allang niet meer. Achter het succes van deze aanstellingen schuilt een combinatie van bestuurlijke ambitie, strategisch lobbywerk én het imago van de stad.
Maar het draait niet alleen om naam en faam. Volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, zocht Delft vooral iemand die op niveau mee kan in de regionale dynamiek: ‘Delft wilde een bestuurder die zich binnen de metropoolregio niet makkelijk onder de tafel laat lullen.’ Dat Pechtold oud-minister is, is geen diskwalificatie – maar ook geen doorslaggevend argument. ‘Zijn benoeming zegt meer over zijn kwaliteiten als bestuurder dan over zijn ministerschap’, aldus Bijl.
Delft is geen doorsneegemeente. De stad heeft een eigen plek binnen de metropoolregio, een internationale universiteit, een historisch profiel én bestuurlijk aanzien. Dat maakt het aantrekkelijk voor kandidaten met een stevig cv, stelt ook oud-Kamerlid Bart Smals: ‘Iedereen kent de stad, dus het staat leuk op je cv om er te beginnen of af te sluiten.’
De vacature werd breed onder de aandacht gebracht, mede dankzij het netwerk van de vertrekkende burgemeester. In combinatie met een gezonde bestuurlijke cultuur en een solide ambtelijk apparaat maakt dat Delft tot een aantrekkelijke post — zélfs voor wie in Den Haag, Rotterdam of Amsterdam minder ver kwam. Volgens Bijl speelt ook mee dat het burgemeesterschap van een stad als Delft andere aspecten kent dat de grotere buren Rotterdam en Den Haag. De ligt de focus ligt toch meer op veiligheid. Ook van je eigen persoon. ‘Je krijgt te maken met veranderingen in je privéleven. In ieder geval het beveiligingscircus. In Delft is meer ruimte voor de romantiek: als je drie keer per week een demonstratie moet begeleiden, kom je minder snel toe aan het opspelden van een dingetje.’
Dat Delft met zorg, flair en strategie zijn burgemeester kiest, is nu wel bewezen. Wat dat betreft biedt de stad misschien wel een blauwdruk voor andere gemeenten die méér willen dan alleen een goede bestuurder.
‘Normaal zijn we wel voor mensen die willen investeren in onze gemeente’, legt Gijsbert van de Water (Verenigd West-Betuwe) uit. De gemeenteraad van West-Betuwe bespreekt mogelijke woningbouw op het landgoed Lingedijk. Van de Water is niet enthousiast. ‘Hier hebben we wat bedenkingen bij.’
Dat klinkt – hoe zal ik het zeggen – politiek correct. Van de Water heeft geen goed woord voor het plan over. ‘De bouwlocatie heeft een hoge maatschappelijke waarde,’ zegt hij. ‘Dat dreigt on-her-stel-baar aangetast te worden. Met voornamelijk dure woningen. ‘Woningbouw dient bij te dragen aan de behoefte van de bestaande bevolking, met nadruk op starters en goedkope woningen.’ Hij wijst op een eerdere uitspraak van de raad daarover. ‘Wij begrijpen niet hoe dit voorstel er door heen is gekomen,’ vindt Gert-Jan van Ochten (VVD).
‘Hoe kunnen we onze inwoners uitleggen dat dit plan voor woningen van een bepaald type doorgaat en andere initiatieven struikelen?’ vraagt Jos van Maanen (SGP). Het klinkt retorisch. Daarnaast vindt hij het voorstel ‘dun’. ‘Drie van de vijf criteria voor de ruimtelijke toetsing worden niet gehaald.’
Ad van Krieken (CDA) hekelt het participatiebeleid. ‘Er zou een inwonersavond komen; dat is niet gebeurd. Er zou een gesprek komen met de raad en de wethouder; dat is niet gebeurd.’ Van Krieken slikt even. ‘Het getuigt van zeer slechte, zorgwekkende situatie aangaande het functioneren van wethouder Hartman.’ Taal die je normaal in een motie van wantrouwen of op z’n minst afkeuring leest. ‘En van de dreigende taal van de wethouder over een mogelijke rechtsgang door de initiatiefnemer zijn we totaal niet gediend.’
‘De wethouder heeft op wat dreigende toon gepleit voor dit voorstel,’ zegt ook Petra van Kuilenburg (Leefbaar Lokaal Belang). Deze had benadrukt dat de initiatiefnemer naar de Raad van State zou stappen als hij z’n zin niet kreeg. ‘Wij zijn onaangenaam verrast door de brief van de projectontwikkelaar,’ voegt Renske de Zwart toe. In een brief noemde de ontwikkelaar de bijdrage van haar fractiegenoot ‘onfatsoenlijk en stuitend.’
‘De brief was beledigend en intimiderend,’ vindt De Zwart. ‘Wij denken dat er door medewerking van het college verwachtingen zijn gewekt,’ speculeert Linda van Willigen (ChristenUnie). Maar dat geeft geen rechten. ‘Het laatste woord ligt bij de gemeenteraad.’ Met slechts twee – on-onderbouwde – stemmen vóór, vaagt de raad het voorstel voor de villawoningen weg.
Dan maar het volgende agendapunt: een ontwikkelkader voor mogelijk 350 woningen in het dorp Deil. Het plan is nog in een vroeg stadium, maar enkele fracties willen met vier amendementen graag al iets meegeven. Gerard Kieviet (SGP) vindt dat er éérst een besluit genomen wordt over een ringweg om de nieuwe woningen bereikbaar te maken. Andrea Zierleyn (GroenLinks-PvdA) heeft liever geen vier woonlagen — en wil vastleggen dat de raad tijdens het afspraken met projectontwikkelaars kan gaan bijsturen. En Anne van Rossum (ChristenUnie) pleit voor prijsvarieteit van de woningen per bouwfase, in plaats van het hele project.
Wethouder Jacoline Hartman zou de amendementen liever ontraden. ‘U zou ons te veel vastzetten,’ zegt ze. Het zou onderhandelingen met de mogelijke projectontwikkelaar en de bouw te veel beperken, vindt ze. Geen van de amendementen haalt het.
Je zou bijna denken dat de raad het college de ruimte geeft om opnieuw verwachtingen te wekken — die ze straks niet wil waarmaken. ‘We hebben vooraf geen kaders mee kunnen geven,’ zei Rita Boer Rookhuizen (D66) al bij de bespreking van het plan Lingedijk. ‘Een gemiste kans,’ vond ze. Door de amendementen niet aan te nemen heeft de raad een kans voor kaders weer laten liggen. Ik ben nu al benieuwd naar wat Boer Rookhuizen én haar raadscollega’s daar later over vinden.
Deze column verscheen op 10 juni 2025 bij Binnenlands Bestuur.
De Mystery Burger zit elke week op een willekeurige publieke tribune bij een gemeente of provincie. Elke maandag doet hij in Binnenlands Bestuur verslag van de kwaliteit van de besluitvorming en het overleg. Donderdags verschijnt de column ook als nieuwsbrief via Substack — met extra reflecties en tips voor raadsleden, burgemeesters, voorzitters en griffiers.
Wil je de column mét tips wekelijks in je inbox? Abonneer je dan hier.
‘Democratisch gezag gaat niet over hoe hard je roept, maar over hoe je positie inneemt binnen de spelregels van de democratie’, aldus Bijl. In zijn bijdrage laat hij zien wat raadsleden zelf kunnen doen om hun gezag te versterken en politieke besluitvorming beter te maken. Aan de hand van herkenbare observaties uit zijn Mystery Burger-columns en interactie met deelnemers, onderzoekt hij hoe het debat en de raadsrol sterker kunnen worden ingevuld.
Bij de Zomerraad worden deelnemers uitgenodigd om hun eigen praktijkervaringen te toetsen aan inzichten over politiek leiderschap, bestuurlijke verhoudingen en representatieve legitimiteit. Daarbij is er expliciet aandacht voor herkenbare dilemma’s: hoe houd je als raad je rug recht tegenover een dominant college? Hoe navigeer je tussen politieke profilering en gezamenlijke verantwoordelijkheid?
De Zomerraad biedt raadsleden gelegenheid om stil te staan bij hun rol, dilemma’s te onderzoeken en nieuwe handelingsperspectieven te ontdekken. Naast John Bijl zijn er bijdragen van onder meer:
Joyce Langenacker, burgemeester van Zeist, over schakelen tussen rollen en belangen;
Sitara Edward over omgaan met polarisatie en het overstijgen van tegenstellingen;
Mirjam de Pagter (G1000.nu) over de rol van het burgerberaad en hoe je als raadslid bouwt aan vertrouwen;
Janine Harbers, trainer morele oordeelsvorming, over het omgaan met dilemma’s in belangenbehartiging;
Janneke van der Heijden en Emily Homburg over reflectie, rust en persoonlijk leiderschap;
Gerben Stormbroek en Michiel Wiersinga over de kracht van dialoog in de raad;
En tot slot Marije van den Berg, met een scherpe afsluiting over gemeenschapsgericht bestuur en het kiezen van je positie als raadslid.
Op vrijdagavond is er bovendien een dinnerspeech van een spreker uit de landelijke politiek.
De Zomerraad is bedoeld voor raadsleden die meer impact willen maken in hun raadswerk. Er is plaats voor maximaal 30 deelnemers (één per raad). Deelname kost €175, inclusief overnachting en alle maaltijden. Deze kosten zijn declarabel bij de gemeente. Aanmelden kan via de website van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden: www.raadsleden.nl.
Na het uittreden van VoorBaarn resteren nog slechts zes van de negentien raadszetels voor de overgebleven coalitiepartijen GroenLinks, D66 en PvdA. Toch lijkt niemand te staan springen om het stokje over te nemen. ‘Er is een grote wil om de rit uit te zitten’, aldus GroenLinks-fractievoorzitter Jeroen Bosman. Het recent verschenen adviesrapport van onafhankelijk onderzoeker Koos Janssen wordt daarbij breed gedragen: het college kan verder, mits het actief steun zoekt bij de gehele raad.
Volgens John Bijl is zo’n minderheidsbestuur geen democratisch tekort. ‘Als je echt alleen maar uitgaat van een meerderheidscoalitie, is er van een college inhoudelijk niks meer nodig, dat is volgens mij ook niet democratischer.’ De sleutel ligt bij het draagvlak: ‘Wethouders zíjn in principe niet van een partij, maar worden door de raad benoemd. Als het draagvlak er is, kunnen ze gewoon verder.’
Dat draagvlak blijkt ook uit de steun voor wethouder Mark Veldhuizen. Na zijn ontslag, ingediend na het vertrek van zijn partij VoorBaarn, vroeg bijna de voltallige raad hem terug te keren als onafhankelijk wethouder. Bijl ziet daarin een voorbeeld voor andere bestuursorganen: ‘Ze gaan er in Baarn volwassener mee om dan in Den Haag. Ze kijken daar: “Is dit een bestuurder die goed werk verricht? Dan kan hij blijven.”’
In plaats van politieke herverkaveling kiest Baarn voor stabiliteit en samenwerking. Het college zal nadrukkelijker op zoek moeten naar brede steun, en de raad zal zich moeten buigen over wat wel en niet nog kan deze raadsperiode. Daarmee laat Baarn zien dat democratisch bestuur niet per se over meerderheden gaat, maar over het gezamenlijk dragen van verantwoordelijkheid.