Bevoegdheden ter discussie bij Brielse windmolens

In de kern gaat het om twee besluiten: een afspraak met de provincie om een hoger vermogen voor de windmolens toe te staan dan aanvankelijk was voorzien, en een overeenkomst met de ontwikkelaar over kostenverdeling. Volgens gemeentepolitiekdeskundige John Bijl hangt de rechtmatigheid van deze besluiten af van de mandaten die de gemeenteraad vooraf aan het college heeft verstrekt. ‘Een college kan zelfstandig besluiten nemen binnen de kaders die de raad heeft vastgesteld. Als raadsleden constateren dat een besluit buiten die kaders valt, moeten zij dat direct aankaarten.’

Deze casus laat zien hoe de bevoegdheden binnen het lokale bestuur soms diffuus kunnen zijn, vooral bij complexe beleidsdossiers zoals energietransitie. Voor gemeenten ligt de uitdaging om te zorgen voor een transparante besluitvorming, waarbij zowel het college als de raad zich bewust is van de juridische en politieke grenzen van hun rol.

Bijl, die al twintig jaar lokale politici begeleidt en traint, merkt op dat dergelijke bedreigingen helaas geen uitzondering meer zijn. ‘Het gebeurt vaak dat lokale bestuurders te maken krijgen met agressie en geweld,’ zegt hij. ‘Ik weet zeker dat die 341 andere burgemeesters allemaal denken: dat had ik ook kunnen zijn. Het komt te dichtbij.’

De impact van deze bedreigingen is groot, niet alleen op de politici zelf, maar ook op hun naasten. ‘Ze vrezen voor zichzelf, maar misschien nog wel meer voor hun familieleden,’ aldus Bijl. ‘Dat die nu ook letterlijk onder vuur komen te liggen, omdat jij je in wil zetten voor de samenleving, is toch eigenlijk te gek voor woorden.’

Deze toename in bedreigingen heeft ook gevolgen voor de werving van nieuwe politici. Bijl signaleert dat het steeds moeilijker wordt om kandidaten te vinden voor functies als burgemeester, wethouder of raadslid. ‘Als ik vraag aan mensen waarom ze dit niet willen, dan is een van de redenen: “Je staat wel op een hele kwetsbare positie in een glazen huis.”‘

Hoewel extra beveiligingsmaatregelen een tijdelijke oplossing kunnen bieden, benadrukt Bijl dat dit geen duurzame aanpak is. ‘Je kunt lokale politici niet afschermen van de samenleving, want dan kunnen ze hun werk niet meer doen.’

Het nieuwe kabinet onder leiding van Dick Schoof heeft een afgeleid democratisch mandaat. Hij heeft dus geen inbreng gehad in de vorming van het hoofdlijnenakkoord. Toch moet hij leiding geven aan de uitvoering ervan en zorgen dat de politieke spelers van de coalitiedragende partijen tot bloei kunnen komen – onderwijl de eenheid in de ploeg bewakend. Meer dan ooit lijkt de rol van de komende minister-president daarmee op die van een burgemeester.

Zeker, er zijn ook verschillen. Schoof zal de Tweede Kamer niet voorzitten, zoals een burgemeester dat wel met de gemeenteraad doet. Ook gaat een burgemeester over de openbare orde in zijn gemeente en die rol ligt in ons land op nationaal niveau niet bij de minister-president (waar dan wél is een heel andere discussie).

En toch: een burgemeester wordt niet gekozen, maar benoemd. De gemeenteraad heeft een belangrijke rol bij die benoeming en zo heeft de burgemeester dus, net als Dick Schoof straks, een afgeleid mandaat.

Bij de coalitievorming in gemeenten is de burgemeester doorgaans niet of maar zeer beperkt betrokken. In het gunstigste geval krijgt hij of zij aan het eind van het proces de kans om wat opmerkingen te maken, waarbij het nog maar de vraag is of die opmerkingen ook tot aanpassing van het akkoord leiden. Dick Schoof werd pas aangezocht als kandidaat-premier toen het hoofdlijnenakkoord al klaar was. Een burgemeester kan niet kiezen met welke wethouders zij of hij moet samenwerken: dat bepaalt de gemeenteraad op basis van de uitslag van de verkiezingen. Toch wordt de burgemeester, samen met de wethouders in het college, vol verantwoordelijk voor de uitvoering van de afspraken die de raad heeft gemaakt.

Een burgemeester kan die rol alleen maar vervullen door toe te zien op een getrouwe uitvoering van die afspraken en door te sturen op een goed verkeer tussen college en raad in politieke zin. De weg naar succes voor een burgemeester ligt hem erin dit zo a-politiek mogelijk te doen en alle politieke betrokkenen juist maximaal in hun rol te zetten. De uitvoering ligt in handen van het college, op basis van de kaders die de raad meegeeft. Waar de raad dan vervolgens weer op kan controleren. Met de burgemeester als bestuurlijk procesbegeleider. Hier kan premier Schoof zomaar een voorbeeld aan nemen. Zo bezien kan dit komende kabinet nog een succesvolle ontwikkeling in ons staatsrecht worden. Het hoofdlijnenakkoord is een politiek feit. Schoof heeft al verklaard dat zijn enige opdracht is om dat uit te voeren. Hij zal zijn ministers moeten aansporen om daar de politieke verantwoordelijkheid voor te nemen en tegelijkertijd met zijn kabinet moeten uitstralen dat de Tweede Kamer het politieke voortouw heeft. De premisse daarbij is dan wel dat de Kamer óók zijn politieke rol pakt, duidelijke kaders blijft stellen en eerlijk controleert op de voortgang. Het kortste lijntje zal Schoof in dat geval dan niet moeten hebben met Geert Wilders, maar met Kamervoorzitter Bosma.

Dit artikel verscheen op 5 juli 2024 bij NRC.

De helft plus één, maar dan voor jezelf. Gezien het aantal actieve politieke verengingen dat bij gemeenteraadsverkiezingen keislijsten inlevert én de steeds selectiever wordende keizer is het haast ondenkbaar. Toch gebeurde het in Barendrecht, Hilvarenbeek en Zeewolde. Een lokale lijst – respectievelijk Echt voor Barandrecht, HOI Werkt en Leefbaar Zeewolde – verzamelende na de verkiezingen meer dan de helft van de raadszetels. Ook in Hellendoorn haalde één lijst zo’n absolute meerderheid, maar splitste de fractie zich een jaar na de verkiezingen.

In Barendrecht, Hilvarenbeek en Zeewolde gaan deze grote fracties door. Gevaarlijk? ‘Vergelijk het met een scherp keukenmes: je kunt er de lekkerste gerechten mee bereiden, maar je kunt jezelf er ook lelijk  mee in de vingers snijden,’ zegt John Bijl tegen VNG. Hij werkte al met gemeenteraden waar er een de absolute meerderheid had.

De fractie moet er vooral voor zorgen dat de democratie blijft functioneren. Dat betekent tóch het debat aangaan, ook al weet je dat je de meerderheid hebt. ‘Dan maak je vaak dezelfde fout als de politieke tegenstander die je verslagen hebt.’

De grootste zijn betekent ook de kans om te investeren in de bestuurlijke cultuur van de gemeente. Dat doe je niet door alles maar even naar je hand te zetten. ‘Doe je dat wel, dan investeer je alleen maar in wantrouwen in de politiek, en is het snel gedaan met je absolute meerderheid.’ Investeren in de kwaliteit van het politieke debat acht Bijl onontbeerlijk. ‘Blijf als partij vooral het debat aangaan en zorg dat je afwegingen helder en zichtbaar zijn. Zo verwond je niet je vingers, maar benut je de mogelijkheid om als grootste partij echt iets voor elkaar te krijgen.’

NRC beschreef hoe het Eerste Kamerlid Kemperman (BBB) informatie van lobbygroep Vastgoed Belang overnam voor het stellen van vragen over het ontwerp voor de Wet betaalbare huur (17/6).

Maar is dit een echt een probleem? Kamerleden zitten er om belangen uit de samenleving te vertegenwoordigingen en deze in te brengen in het debat. Een voormalig boer mag boerenbelangen vertegenwoordigen, een oud-leraar mag opkomen voor onderwijs, en een particulier verhuurder voor particuliere verhuurders. Het is juist aan de Kamer deze belangen af te wegen tegen andere belangen. Pas zo ontstaat het algemeen belang. Het is Kemperman dus vrij om door hem relevant gevonden belangen te brengen in het wetgevingsproces. En daar vragen over te stellen, ook als die afkomstig zijn uit de sector wiens belangen op het spel staan.

Let op: dit ontslaat Kemperman niet van de plicht uit te leggen waarom deze vragen passen bij zijn politieke overtuiging of ideologische uitgangspunten. Daarnaast hoort hij te laten zien hoe hij de antwoorden op deze vragen gebruikt in het politieke debat: de antwoorden moeten relevant zijn voor het wetgevingsproces – niet alleen voor de sector. Maar vooral moet hij uitleggen waarom hij vindt dat met het dienen van het belang van de particuliere verhuurders ook het algemeen belang wordt gediend. Iets waar de andere senatoren hem ook best op mogen bevragen. Of dit alles gaat gebeuren, moet nog blijken. Het is nu veel te vroeg en zelfs onheus om Kemperman daarop te beoordelen. Hooguit kun je Kemperman naïviteit verwijten, door lukraak stukken van een belangenorganisatie over te nemen.

Dit artikel verscheen op 20 juni 2024 in NRC.

Een van de mogelijke oorzaken ligt bij de manier waarop gemeenten hun profielschetsen opstellen. ‘Soms is een sollicitatieprofiel zo breed dat iedereen zich erin kan vinden, maar in Bunschoten lijkt juist het tegenovergestelde te gebeuren,’ merkt bestuurskundige John Bijl van het Periklesinstituut op. ‘De profielschets klinkt bijna als een waarschuwing vooraf. Dat kan kandidaten afschrikken.’

Bunschoten staat bekend om zijn hechte gemeenschap en uitgesproken karakter. De gemeenteraad benadrukt in de profielschets dat ‘mensen van buiten vreemden worden genoemd’ en dat ‘gezag soms moeite kan opleveren’. Dit roept de vraag op of de formulering van de vacature bijdraagt aan het gebrek aan geschikte sollicitanten. ‘Ze hebben dit met de beste intenties opgeschreven, omdat het dorp dit zo ervaart,’ zegt Bijl. ‘Maar het kan de indruk wekken dat een burgemeester van buiten niet welkom is.’

Voormalig burgemeester Melis van de Groep was achttien jaar lang een uitzondering op de regel dat burgemeesters doorgaans van buiten de gemeente komen. Zijn lange ambtstermijn zou kandidaten kunnen intimideren, maar Bijl betwijfelt dat dit de doorslag geeft. ‘Het is een grote verantwoordelijkheid, maar dat zou eerder een uitdaging moeten zijn dan een belemmering.’

Met de stopgezette procedure blijft Bunschoten na september voorlopig met een waarnemend burgemeester werken. De vacature gaat in 2025 opnieuw open. ‘Misschien zou de gemeente er goed aan doen de vacaturetekst iets aan te passen,’ suggereert Bijl. ‘En dan hoop ik dat er iemand wordt aangenomen op zijn kwaliteiten. Het wordt nooit een Melis-2, maar het zou mooi zijn als de Bunschoters hun nieuwe burgemeester uiteindelijk toch in de armen sluiten.’

In principe heeft de Commissaris van de Koning (kortweg CdK)  eenzelfde positie als die van burgemeester, legt Brok uit. Maar dan wel zonder de portefeuille Openbare orde en veiligheid, vult Bijl aan. ‘De commissaris van de Koning heeft samen met de gedeputeerden vooral een coördinerende rol,’ vertelt Bijl. ‘Bijvoorbeeld bij de provinciale plannen voor woningbouw, de opvang van asielzoekers en de energietransitie en zal soms moeten bemiddelen.’

Daarnaast heeft de CdK als Rijksheer een zorgtaak voor de burgemeesters. ‘De commissaris van de Koning begeleidt het proces rondom burgemeestersbenoemingen, maar fungeert ook als een soort coach voor burgemeesters. Zuid-Holland telt vijftig gemeenten, dus dat zijn aardig wat telefoontjes en bezoekjes,’ legt Bijl uit.

Het is 100 procent zeker dat het er komt, zei Isabella over het AZC. Volgens inwoner Danny Snijders toont de burgemeester zich partijdig en zou hij van het dossier af moeten en zich er niet meer over mogen uitspreken. Via de rechter probeert Snijders dat nu af te dwingen.

‘Kansloos,’ vindt John Bijl tegen het AD. ‘Als bestuurder mag hij een mening hebben,’ zegt Bijl. ‘De enige die zou dit zou kunnen eisen is de gemeenteraad,’ legt Bijl uit. Maar daar is al een meerderheid gebleken voor het AZC, iets wat de uitspraak van Isabella ook zou kunnen verklaren. Ook de in januari aangenomen spreidingswet verplicht gemeenten tot opvang van asielzoekenden.

Daarnaast kan de rechter niet eens bepalen waar een bestuurder zich wel of niet over uitspreekt, zegt Bijl. ‘Het wordt een korte rechtszaak.’

‘Bokito-gedrag’ van burgemeester leidt tot bijzondere rechtszaak: boze Houtenaren eisen onpartijdigheid (AD, 13 mei 2024)

Rotterdam zoekt op dit moment een opvolger voor Ahmed Aboutaleb. Nog dit jaar moet zijn opvolger worden geïnstalleerd. Op verschillende manieren doet de gemeente haar best om ook de inwoners te betrekken bij wat er van de nieuwe burgemeester mag worden verwacht. Vers Beton vond daarin een aanleiding om maar eens op te schrijven wat nu precies de functie is van een burgemeester.

Er zijn nogal wat misvattingen over. Vers Beton legde er vijf voor aan John Bijl van het Periklesinstituut.

Een bijzin in een artikel bracht wethouder Karin Walters in politieke problemen. Bij een bezoek aan een bijeenkomst met informatie om naar Belarus te emigreren tekende een verslaggever op dat een ‘prominent lokaal bestuurder’ had gezegd ‘Nederland helemaal zat was’. Het bleek om Walters te gaan, maar die ontkende bij de bijeenkomst te zijn geweest. Later beweerde ze slechts met een kennis te bijeenkomst te hebben bezocht. Mede door het steeds bijstellen van haar verhaal verloor ze het vertrouwen van haar collega’s in het college, en de raad.

De kwestie is extra gevoelig omdat het hier gaat om mogelijke verhuisplannen naar Rusland, een land waarmee Nederland ‘in oorlog is’. Dat roept vragen op over haar loyaliteit. Had Walters meteen erkend dat iemand in haar omgeving interesse had in een verhuizing naar Belarus of Rusland, dan had dat volgens Bijl veel kunnen schelen. ‘Ze had kunnen zeggen: “Dit was stom, ik had daar niet moeten zijn. Ik ging mee met iemand die ik goed ken, en in vriendschappen steun je elkaar.”’

Volgens Bijl is het een misvatting dat politici hun privé-opvattingen volledig kunnen scheiden van hun functie. ‘Je gaat de politiek in vanwege je persoonlijke overtuigingen, dus die spelen altijd mee.’ Hij wijst op eerdere incidenten, zoals een wethouder in Zeewolde die moest opstappen vanwege uitgesproken standpunten over het coronabeleid.

In Walters’ geval spelen twee zaken extra zwaar mee. Ten eerste: haar mogelijke vertrek suggereert dat ze Nederland zat is, terwijl ze zelf bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt. En ten tweede: ze is daar niet transparant over geweest. Dat maakt de situatie des te problematischer.