John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, benadrukt het belang van zo’n register. ‘Het is er niet alleen om vast te leggen welke geschenken worden aangenomen, maar ook om inzichtelijk te maken wie politici benadert en met welke intenties.’ Volgens Bijl is het problematisch als er geen zicht is op ontvangen giften. ‘Het register beschermt de democratie tegen ongewenste beïnvloeding en helpt politici ook zelf om “nee” te zeggen tegen ongepaste aanbiedingen.’
Het Rotterdamse beleid schrijft voor dat geschenken boven de 75 euro eigendom worden van de gemeente en openbaar worden gemaakt. Toch blijkt uit onderzoek dat de registratie sinds 2022 stilligt. Dit roept vragen op over hoe serieus de gemeente haar eigen integriteitsregels naleeft. Volgens Bijl is het ongeloofwaardig dat er in drie jaar tijd geen enkele gift is geweest die geregistreerd had moeten worden.
Naast Rotterdam houden slechts enkele andere gemeenten een geschenkenregister bij. Transparency International Nederland concludeerde in 2021 dat bij 83 procent van de onderzochte gemeenten een dergelijk register niet openbaar beschikbaar is. Bijl benadrukt dat transparantie essentieel is voor het vertrouwen in het openbaar bestuur. ‘Alle belangen in de samenleving moeten op hun eigen merites worden gewogen, niet op basis van persoonlijke banden met politici.’
De kwestie onderstreept de noodzaak van actieve handhaving van integriteitsregels binnen het lokaal bestuur. De komende periode zal moeten blijken of de gemeente Rotterdam het register alsnog gaat bijwerken en maatregelen neemt om herhaling te voorkomen.
De recente afsplitsing van Mylou Deurloo uit VoorBaarn voegt een nieuwe dimensie toe aan de politieke complexiteit in Baarn. Hoewel ze glimlachend werd ontvangen in haar eerste raadsvergadering als eenmansfractie, leidde haar stap ook tot kritiek. ‘Politiek beschamend,’ vond VoorBaarn-fractievoorzitter Maike Koenders, die benadrukte dat Deurloo vorig jaar nog vergelijkbare acties van een ander raadslid afkeurde.
Bijl plaatst het fenomeen van ‘afsplitsers’ in perspectief: ‘Het zou heel raar zijn als je je blijft binden aan een partij waar je jezelf niet meer thuisvoelt,’ zegt Bijl. ‘Het is als een relatiebreuk. Je kunt kiezen voor een vechtscheiding of de inboedel eerlijk verdelen.’
De verhoudingen in Baarn lijken relatief harmonieus, maar CDA-fractievoorzitter Rik van Hardenveld erkent dat de fragmentatie de besluitvorming bemoeilijkt: ‘Het wordt ingewikkelder naarmate de raad gefragmenteerder wordt.’ Bijl is het daar mee eens. ‘Het betekent dat je moet kiezen welke onderwerpen je wel oppakt en welke je laat liggen. Dat is voor raadsleden die alles belangrijk vinden heel moeilijk.’
Toch biedt de situatie ook kansen. Door het ontbreken van een meerderheid wordt de raad gedwongen meer samen te werken en inhoudelijk te debatteren. ‘Het wegvallen van een meerderheid kan voorkomen dat de coalitie achteroverleunt. Dat is positief voor de democratie.’
De Baarnse casus weerspiegelt een landelijke trend van toenemende fragmentatie in gemeenteraden. Het is een uitdaging om een balans te vinden tussen diversiteit aan stemmen en slagvaardig bestuur. De vraag blijft of fragmentatie een verrijking of een obstakel voor de lokale democratie is. Eén ding is zeker: de verantwoordelijkheid voor samenwerking rust op ieders schouders.
De plannen van wethouder Robert Barker (Partij voor de Dieren) om vervuilende voertuigen te weren vanaf 2026, zorgen voor controverse. Het CDA, ondanks haar eerdere steun, dreigt nu tegen te stemmen. Ondernemers uit Scheveningen, waaronder prominente stemmen zoals Allie Simonis, hebben hun verzet uitgesproken, en hun druk lijkt effect te hebben. Deze draai maakt de breuklijnen binnen de coalitie zichtbaar.
Het is niet de eerste crisis. Eerder botsten Denk en GroenLinks over het autoluw maken van het Hobbemaplein, een plan dat uiteindelijk werd ingetrokken. De coalitie, al verzwakt door het verlies van twee raadsleden aan Hart voor Den Haag, hangt nu volledig af van eenheid binnen de partijen en de steun van de oppositie.
John Bijl relativeert de heiligheid van coalitieafspraken: ‘Een coalitieakkoord is een stapel compromissen, geen bindend contract.’ Toch benadrukt hij dat het CDA’s draai politieke gevolgen kan hebben, zoals andere partijen die concessies eisen. De kern van de problematiek? Een minderheidscoalitie zonder stevige basis.
Donderdag wordt gestemd over de zero-emissiezone. Ongeacht de uitkomst, blijft de vraag hoe Den Haag kan ontsnappen aan een bestuursstijl die gekenmerkt wordt door crises. Kan het bestuur ooit weer ‘saai’ worden, zoals Bijl hoopt? Of is het huidige gekrakeel de nieuwe norm?
Het voordeel van partijloze bestuurders is duidelijk: ze worden als neutraal gezien. Nelly Kalfs, burgemeester van Lingewaard, illustreert dit. Ondanks haar achtergrond bij overheidsinstellingen stond zij politiek ongeschreven. ‘Ik word als burgemeester nooit in verband gebracht met uitspraken van een partij,’ aldus Kalfs. Deze perceptie maakt partijloze bestuurders geschikt om boven politieke verdeeldheid uit te stijgen.
Toch brengt neutraliteit ook uitdagingen met zich mee. ‘Ik heb echt de politiek moeten leren kennen,’ zegt Kalfs. Voor bestuurders zonder politieke ervaring kan het gebrek aan affiniteit met partijstructuren een leercurve betekenen. Bijl benadrukt echter dat de waarde van partijloze bestuurders vooral ligt in de frisse perspectieven die zij inbrengen: ‘Het is verfrissend als iemand met een andere ervaring en een andere manier van besturen de politiek in komt.’
Bijl wijst echter ook op een zorgelijke tendens. ‘In de publieke opinie wordt te vaak iemand weggezet vanwege partijlidmaatschap,’ stelt hij. Het idee dat partijgebonden bestuurders per definitie niet neutraal kunnen zijn, vindt hij onterecht. ‘Daar is in hun gedrag vaak geen aanleiding voor.’
De verschuiving naar meer partijloze bestuurders roept vragen op over hoe we neutraliteit en competentie waarderen. Kunnen partijgebonden en partijloze bestuurders elkaar versterken? Dat debat is cruciaal om het vertrouwen in het openbaar bestuur te behouden.
De kwestie begon in september 2022, toen NRC onthulde dat het presidium van de Tweede Kamer een onderzoek wilde instellen naar Aribs functioneren als Kamervoorzitter. Journalisten hadden vertrouwelijke documenten ingezien, waarop het presidium aangifte deed van lekken. De Rijksrecherche sloot de betrokkenheid van Kamerleden uit en richtte zich op de toenmalige voorlichter van Bergkamp, die nu vervolgd wordt.
Volgens integriteitsexpert John Bijl is de kans dat lekken wordt bestraft klein. ‘De afgelopen jaren zijn enkele gemeenteambtenaren en een raadslid vervolgd voor het doorspelen van geheime informatie, maar dat leidt zelden tot een rechtszaak.’ Wat deze zaak extra opmerkelijk maakt, is dat het draait om een medewerker van de Tweede Kamer. ‘Kamerleden en bewindspersonen hebben een aparte juridische positie: alleen de procureur-generaal bij de Hoge Raad mag hen vervolgen.’
De vraag die in de rechtszaal centraal staat, is de motivatie achter het lek. ‘Er zijn drie soorten lekken’, zegt Bijl. ‘Sommigen doen het uit eigenbelang of vriendjespolitiek, anderen vanuit een intrinsieke motivatie als klokkenluider. De derde categorie lekt met politieke motieven, bijvoorbeeld om strategisch voordeel te behalen.’ Als de verdediging kan aantonen dat het hier om een klokkenluider gaat, zou de verdachte mogelijk zonder straf kunnen worden veroordeeld.
De kernvraag: wie draagt de verantwoordelijkheid voor geheimhouding? Verdonk beticht Vavier van het delen van vertrouwelijke informatie met buurtbewoners, terwijl dit nog in de raad besproken moest worden. Bewoners kregen een brief, maar mochten de inhoud niet delen. Dit leidt tot verwarring over de juridische en ethische kaders van geheimhouding. Bijl is kritisch: ‘Je kan burgers niet zomaar verplichten om iets geheim te houden. Burger zijn is geen ambt.’ Ook hoogleraar Geerten Boogaard onderschrijft dit: ‘De norm van geheimhouding geldt alleen voor functionarissen, niet voor gewone inwoners.’
Naast de juridische implicaties benadrukt Bijl het amateurisme van het college. Hij hekelt de werkwijze: ‘Geheime stukken horen in een dubbele envelop met duidelijke markeringen. Als het halverwege een brief staat, is dat niet serieus te nemen.’ Het college reageerde door te stellen dat de geheimhouding conform de wet is opgelegd, maar volgens Verdonk mist deze redenering overtuigingskracht. ‘Zonder instemming van de raad is dit gewoon lekken.’
Burger zijn is geen ambt
De gevolgen kunnen aanzienlijk zijn. Bijl schetst een scenario waarin niet alleen Vavier, maar het hele college onder vuur komt te liggen: ‘De raad kan het college ontslaan. Het is niet uitgesloten dat zij straks allemaal met een taakstraf staan.’
Deze zaak raakt een breder vraagstuk: hoe zorgvuldig gaan lokale overheden om met vertrouwen en geheimhouding? Het roept vragen op over transparantie en verantwoordelijkheid. Bijl: ‘Wethouders die geheime informatie bewust delen met inwoners, maken zich schuldig aan een kwalijke praktijk.’
Voor gemeenteraadsleden, griffiers en burgemeesters is deze kwestie een les in politieke verantwoordelijkheid. Het laat zien hoe cruciaal het is om niet alleen juridisch, maar ook moreel correct te handelen. Zoals Bijl het scherp samenvat: ‘Dit college heeft het dom en amateuristisch aangepakt.’
Parlementaire debatten doen ertoe en hebben impact op iedereen, maar wat wordt er nou echt besproken en waarom? En bovenal: wat heb jij als burger aan weer zo’n urenlang Kamerdebat? Het Kamergesprek is de politieke talkshow om het parlementaire debat beter te begrijpen.
Deze aflevering van Het Kamergesprek gaat over de verschillende vormen van Kamerdebatten die er zijn. In het panel zitten John Bijl als hoofddeskundige met voormalig Kamerlid Salima Belhaj, voormalig raadslid en campagnestrateeg Huub Bellemakers en debettrainer Patricia Wouda. Het Kamergesprek is te kijken op het YouTube-kanaal van ProDemos en de Amsterdamse tv-zender Salto. Na de uitzending wordt het programma herhaald op NPO Politiek.
Het Kamergesprek is een productie van ProDemos in samenwerking met perscentrum Nieuwspoort,naar een idee van Kemal Rijken.
Fabian Pieterse, vrijwilliger bij metalfestival Willems Wondere Weiland in Amersfoort, reageert geschokt: ‘Bolsius scheert een grote groep liefhebbers over één kam. Bij ons gaat het vooral om bier, niet om drugs. Het festival trekt lokaal publiek en wordt door de regeldruk nu zelfs stopgezet.’ Ook Leon van Rijnsbergen, organisator van het Rotterdamse Baroeg Open Air, herkent zich niet in de woorden van de burgemeester: ‘Onze bezoekers komen voor muziek en ontmoeting, niet voor drugsgebruik.’
John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, reflecteert kritisch: ‘Niet handig, of beter gezegd: niet handig genoeg. In de politiek moet je oppassen met generalisaties. Het punt gaat over risico-inschattingen, niet over waar mensen vandaan komen.’ Daarnaast twijfelt Bijl, zelf Rotterdammer, aan het waarheidsgehalte van Bolsius’ opmerking. ‘Je merkt dat de Rotterdamse oud-wethouder Bolsius al een tijd geleden Rotterdam verlaten heeft. Je zult in Rotterdam-Zuid snuivende hardrockfans met een lampje moeten zoeken.’
De brief bevatte volgens Verdonk vrijwel dezelfde informatie als een geheim raadsstuk, en dat maakt de kwestie extra gevoelig. Terwijl inwoners openlijk over het onderwerp praten, zijn raadsleden gebonden aan geheimhouding. Het democratische proces komt hierdoor onder druk te staan, aldus de aanklacht van het raadslid.
Het college staat echter op het standpunt dat de raad zelf de mogelijkheden heeft gecreëerd geheime informatie te delen. De raad nam in september 2023 een zogeheten leidraad aan die inderdaad die mogelijkheid bevat. Met de bepaling dat het delen ‘noodzakelijk moet zijn voor het voeren van het dagelijks bestuur’.
In het AD plaatst Bijl kritische kanttekeningen bij de werkwijze van het college. ‘Is dit voor het dagelijks bestuur noodzakelijk? Dat laatste is nog maar de vraag, het lijkt een politieke afweging van het college. Daarnaast zijn “delen met derden” en “we zetten het in een brief naar inwoners” echt wel twee verschillende dingen. Dit zou betekenen dat de raad totaal de grip en controle op geheimhouding verliest. Zo hebben we de wet niet bedoeld.’
De kwestie raakt aan de kern van politiek-bestuurlijke integriteit. Wanneer is het delen van informatie noodzakelijk, en wanneer overschrijdt het de grenzen van geheimhouding? Het antwoord op die vraag heeft directe gevolgen voor het vertrouwen in de politiek en het bestuur.
Het incident benadrukt hoe belangrijk het is om zorgvuldig om te gaan met informatie. Transparantie kan alleen bestaan naast een strikte naleving van de regels. Het is aan raadsleden, griffiers en bestuurders om steeds die balans te bewaken. Zoals Bijl concludeert: ‘Dit vraagt om een hernieuwde blik op hoe we vertrouwen in het openbaar bestuur behouden.’