Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen behaalden lokale partijen bijna dertig procent van de stemmen. Toch blijven zij verstoken van financiële steun, terwijl landelijke partijen jaarlijks een budget van vijfentwintig miljoen euro ontvangen, bedoeld voor opleiding en professionalisering. ‘Plaatselijke afdelingen van landelijke partijen profiteren hiervan, terwijl onafhankelijke partijen het zelf moeten uitzoeken,’ stelt oud-wethouder Winnie Prins, verbonden aan het Kennispunt Lokale Politieke Partijen.
Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) erkent dat de lokale democratie versterking verdient, maar gaf aan dat er ‘geen budget is om nu iets extra’s te doen’. Ze liet doorschemeren dat financiële steun voor lokale partijen alleen mogelijk is als de huidige subsidiepot voor landelijke partijen wordt herverdeeld.
Volgens Bijl speelt er meer. ‘Lokale partijen worden nog steeds niet voor vol aangezien, terwijl het meestal solide verenigingen zijn van mensen die de lokale democratie willen verbeteren.’ Hij hekelt ook de suggestie dat lokale partijen vatbaarder zouden zijn voor integriteitsproblemen. ‘Er is geen enkel bewijs dat zij vaker in de fout gaan dan afdelingen van landelijke partijen.’
Het raadslidmaatschap staat open voor iedere stemgerechtigde Nederlander. ‘Het kan via een groepering, maar ook met een zogenaamde blanco lijst. Dan stort je 112,50 euro borg. Als je een zetel haalt, krijg je je geld terug’ verklaart Bijl. De wet ziet een raadslid als individu, niet als partijvertegenwoordiger. ‘Afsplitsen van een partij is dan ook geen zetelroof, maar een rechtmatige optie.’
Toch roept die openheid vragen op. Hoe wenselijk is het dat iemand met een lange strafbladgeschiedenis in de gemeenteraad terechtkomt? In theorie kan een rechter iemand het kiesrecht ontnemen, maar volgens Bijl gebeurt dat ‘al jaren niet meer’. Dat betekent dat het aan politieke partijen en uiteindelijk de kiezer is om te bepalen of een kandidaat met een beladen verleden geschikt is voor het raadswerk.
Dat dit in de praktijk tot discussies leidt, blijkt uit voorbeelden als Steve Brown, een voormalig drugshandelaar die in 2018 meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam, of wethouder Wim Vrijhoef, die ondanks een veroordeling voor fraude een bestuurlijke comeback maakte. ‘De meeste partijen hebben in hun statuten staan dat je geen lid kunt zijn van een andere fractie in een raad waar zij zelf ook in zitten. Dus als je als CDA-lid raadslid wordt voor Burgerbelang, leidt dat tot royement bij het CDA’, zegt Bijl.
De open toegankelijkheid van het raadslidmaatschap onderstreept de democratische principes in Nederland, maar laat tegelijkertijd ruimte voor ethische vragen. Hoeveel transparantie mogen kiezers verwachten? En is het verstandig om iedereen, ongeacht verleden, de kans te geven op een politieke functie?
Volgens Bijl ligt het probleem deels bij de manier waarop kandidaten worden geworven. ‘Lijstmakers zoeken vooral binnen hun eigen kring. Dat betekent dat de diversiteit achterblijft en dat vooral mannen uit bestaande netwerken doorgroeien naar politieke functies.’ Dit patroon houdt ongelijkheid in stand en belemmert een bredere vertegenwoordiging.
Het doorbreken van deze patronen vraagt om bewuste keuzes, stelt Bijl. ‘Partijen moeten zich realiseren dat hun netwerk niet de hele samenleving weerspiegelt. Ze kunnen actief zoeken naar vrouwelijk talent, trainingen aanbieden en een cultuur creëren waarin vrouwelijke kandidaten zich gesteund voelen.’
Volgens Bijl is het tijd dat partijen verantwoordelijkheid nemen. ‘Het argument dat vrouwen minder willen of niet beschikbaar zijn, houdt geen stand. Je moet ze actief benaderen en serieus nemen. Politieke vernieuwing begint bij een bredere blik.’
De discussie over de representatie van vrouwen op kandidatenlijsten is urgent. Zonder actieve verandering blijft de politieke arena een weerspiegeling van de oude structuren.
Net als voor veel andere gemeenten, was de start van het werken met een raadsakkoord voor de gemeenteraad van Velsen een onzeker pad. De keuze te gaan werken met het brede akkoord is welbewust en doordacht gemaakt, toch bleek het een sprong in het duister waarin steeds moest worden geleerd hoe die werkwijze kan worden gebruikt.
‘Het was nog pionieren toen wij er aan begonnen,’ schrijft burgemeester Frank Dales in het voorwoord van de rapportage. ‘Mede omdat wij er op onze eigen manier invulling aan gegeven hebben.’ Het heeft veel ervaringen opgeleverd. Die kennis wenst de gemeenteraad met de rapportage te bundelen.
In het verslagtrekken de onderzoekers van het Periklesinstituut dat het bestaan van het akkoord ervoor zorgde dat raad en college goed naar de invullen van hun rollen moesten kijken. ‘In zekere zin voeg het de bestuur=lijke verhoudingen opnieuw uit te zoeken,’ zegt John Bijl van het Periklesinsituut. ‘De samenwerking in het gemeentebestuur stond daardoor ineens in ieders aandacht.’
Vooral de bereidwilligheid te blijven reflecteren en leren heeft het werken met het akkoord relatief succesvol gemaakt, stelt Bijl in het verslag. Hij beveelt aan vooral de structuur die is ontstaan te behouden. ‘De Velsense raad werkte met een zogeheten regiegroep, een werkgroep van raadsleden die met een wethouder en de griffier steeds naar de manier van werken en verwachtingen keek. Dat heeft enorm geholpen.’ Het Periklesinsituut komt met vijf aanbevelingen voor de komende bestuursperiode. Deze moeten helpen de raad en het college het samenspel in het gemeentebestuur verder te verbeteren.
Het verslag van het werken met een raadsakkoord wordt op 3 maart 2022 door de raad besproken. Op 20 januari werd het concept al in een raadscommissie besproken. De rapportage is hier te lezen.
Het raadswerk is een forse tijdsbesteding. Corrie Janssen besteedt zeker 25 uur per week aan het raadswerk. ‘Het geeft mij uitdaging en voldoening. Meedenken, iets betekenen voor de inwoners. Alleen vergaderen is zeker niet genoeg.’ En de waardering is er niet altijd naar, weet gedeputeerde Eddy van Huijm. ‘Op een of andere manier lijken we de waardering en het respect ervoor een beetje kwijt te raken,’ zegt hij.
John Bijl weet uit ervaring dat het raadswerk zwaar en veeleisend is. ‘Maar je kan op menselijk vlak veel doen en dat maakt het leuk,’ zegt jij tegen de krant. Plezier van je werk is er altijd wel. ‘Zoek het niet per se in grote dingen. Zelf zorgde ik als raadslid bijvoorbeeld dat struiken op 1.20 meter worden gesnoeid in plaats van 1.40. Daarmee voelen bestuurders van scootmobielen zich veiliger. Als je het groots en meeslepend wilt, raak je snel teleurgesteld.’
Hij raadt aan het werk niet alleen te doen. Zoek de samenwerking op, ook met politici van een ander gesternte. ‘Politiek is een groepsactiviteit. Je moet onderhandelen met mensen waarmee je het totaal oneens bent. Het gaat om de uitleg. Het is niet welles-nietes. Die afweging moet duidelijk naar buiten worden gebracht. Die maak je met elkaar en niet individueel.’
Drie ambtenaren gaven aan dat hun inbreng nauwelijks is verwerkt in het onderzoek van Necker van Naem. Een van hen verklaarde onder ede dat er ‘minuscuul’ weinig van hun input in het rapport terecht is gekomen. Volgens Bijl zijn er drie mogelijke scenario’s: ‘Het rapport klopt helemaal, het is onzorgvuldig, of de betrokken ambtenaren hebben gelogen. Maar van dat laatste geloof ik niets.’
Opvallend vindt Bijl ook dat vanuit de Somerense politiek wordt gesuggereerd dat het gemeentebestuur antwoorden mag aanpassen. ‘Een wethouder mag politieke kleur geven aan beleid, maar niet aan een onafhankelijk onderzoek. Als drie ambtenaren twijfels uiten, moet de burgemeester op onderzoek uit.’
De zaak heeft al tot politieke onrust geleid. De gemeenteraad ontsloeg in februari 2021 de wethouder nadat hij een motie van wantrouwen negeerde, een zeldzame stap. Nu blijken er ook vraagtekens bij het rapport. ‘Dit is niet zoals het hoort,’ concludeert Bijl.
De Ondernemingsraad van de gemeente overlegt nog over de situatie en komt later met een reactie.
Met de verkiezing vragen de organisaties aandacht voor het belang van de lokale politiek. ‘Ruim 8.000 raadsleden zetten zich met hart en ziel in voor hun gemeente. Ze werken aan belangrijke dossiers zoals jeugdzorg en openbare orde en veiligheid, die veel impact hebben op het dagelijkse leven. Met de verkiezing proberen we de schijnwerpers op het raadswerk te zetten’, aldus Alex Klusman van BKB.
‘In de afgelopen jaren hebben gemeenten meer verantwoordelijkheden gekregen. Tegelijkertijd doen raadsleden het werk naast hun reguliere baan. De werkdruk is hoog. Des te meer reden om raadsleden in het zonnetje te zetten’, aldus John Bijl van het Periklesinstituut.
Na de nominatiefase buigt een jury bestaande uit afgevaardigden van de organiserende partijen zich over de top 50 die de meeste stemmen hebben binnengehaald. Op basis van criteria zoals effectiviteit, communicatieve vaardigheden en integriteit kiest de jury een top 12. De teller wordt op nul gezet en kiezers mogen opnieuw stemmen. Op vrijdag 11 maart wordt de top 4 in de uitzending van De Nieuws BV bekendgemaakt. De winnaar van de verkiezing wordt op maandag 14 maart in talkshow M gekroond. In de vorige editie werden meer dan 80.000 stemmen uitgebracht.
De eerste editie van de verkiezing werd gewonnen door Ron Meyer, SP-raadslid in Heerlen. Johnas van Lammeren, raadslid voor de Partij voor de Dieren in Amsterdam, werd zijn opvolger in de tweede editie van de verkiezing in 2018. Kiezers kunnen raadsleden nomineren en op hen stemmen tot dinsdag 1 maart om 10:00 uur ‘s ochtends.
Nomineer nu je favoriete raadslid of stem op www.besteraadslid.nl.
‘De kaasschaaf is nu wel stuk hoor,’ zegt John Bijl van het Periklesinstituut. Volgens hem hebben decentralisaties en bezuinigingen het voor de gemeenten bijzonder moeilijk gemaakt. ‘Een paar jaar geleden noemde koning Willem Alexander de gemeente nog de eerste overheid. Belachelijk als die niet goed wordt gefinancierd. Gevestigde partijen kunnen daardoor weinig beloven.’
‘De regering vult met incidenteel geld de grootste gaten, maar daarmee is de situatie structureel niet op orde,’ zegt ook gedeputeerde Eddy van Hijum. Burgemeester Sander de Rouwe van Kampen noemt de gebrekkige financiering van gemeenten een ‘stille ramp’.
Terwijl de verkiezingen volgens Bijl van historische betekins kunne worden. ‘We gaan meer merken van ontzuiling, nieuwe partijen, mondige burgers en polarisatie,’ aldus Bijl. Hij is er bang voor dat vooral populistische partijen allemaal dingen beloven wat niet uitvoerbaar is. Bijvoorbeeld omdat de gemeente er niet over gaat. ‘Neem het puntenplan van Forum. Dat zijn vooral onderwerpen waar een gemeente niet over gaat. Dat zagen we eerder bij de Statenverkiezingen ook al. Toen werden dingen over kerncentrales beloofd, terwijl het echt niet zo is dat als de gemeenteraad van Zwartewaterland een thoriumcentrale wil, die er ook kan komen. Daar gaan ze niet over.’
Wie denk dat de gemeenteraadsverkiezingen een afspiegeling zijn van de landelijke politiek heeft het mis, vertelt Bijl. Hij legt uit wat het verschil in macht is tussen de landelijke en de gemeentelijke politiek: ‘In principe heeft de gemeente meer te vertellen over ons dagelijks leven dan dat de Tweede Kamer dat heeft.’
Volgens Bijl komt dit omdat gemeenten zelf aan het hoofd staan van het gemeentelijk beleid, ze kunnen zelf bepalen waar huizen komen te staan, wanneer het vuil opgehaald wordt en waar een school komt. ‘Alles wat een gemeente doet raakt je veel meer dan wat de Tweede Kamer besluit.’
De hele uitzending is terug te luisteren als podcast of op de site van NPO.
Bijzonder, zegt John Bijl tegen de Gelderlander. ‘Het komt vaker voor dat een raadslid een ander standpunt inneemt, maar ik ken geen gevallen waarbij een raadslid uit het niets zijn eigen fractie volkomen verraste.’ Henk Bouwmans, directeur van de Nederlandse vereniging voor Raadsleden, is ook verrast. ‘Een raadslid moet zich vrij voelen om een afwijkend standpunt in te nemen en dat kunnen bespreken met zijn fractie. Als een raadslid dat niet durft, dan is iets niet in orde.’
De woordkeus van Van de Vooren stelt Bijl niet gerust. ‘Ik schrik ervan als het Biltse raadslid zegt dat zij zich niet veilig voelde in haar eigen fractie om een afwijkend standpunt te delen. Dan zou ik me als CDA-afdeling zorgen maken en snel mijn eigen organisatie tegen het licht houden.’
Maar goedkeuren doet hij zonder vooroverleg anders stemmen niet. ‘Ieder raadslid heeft een vrij mandaat om tegen het standpunt van zijn fractie te stemmen. Je hart volgen mag. Maar hoe CDA-raadslid Margriet van de Vooren het aanpakte in De Bilt, vind ik onbehoorlijk.’