Naam gedeputeerde gaat toch van trein af

Het plaatsen van de naam op de trein was al bijzonder, vindt Bijl. ‘Die naam had natuurlijk al nooit op die trein moeten staan.’ Volgens Bijl kan ook met de beste intenties een geschenk verkeerd uitpakken.

Dat de naam er nu af gaat is goed, maar laat. ‘Ik denk dat het morele kompas van Boerman in dit geval beter geijkt had moeten zijn.’ Lachend: ‘Misschien moet hij voor straf maar zelf zijn naam van die trein poetsen.’

Een plan van actiegroep Meer Democratie om de Haagse burgemeester via een referendum te kiezen, lijkt op het eerste gezicht een stap richting meer burgerzeggenschap. Maar volgens John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, gaat het voorstel regelrecht in tegen de bedoelingen van de wetgever. ‘Het is onwettig. Je vraagt de raad mee te doen aan iets wat helemaal niet mag. Dat druist in tegen alles wat de wetgever heeft bedoeld.’

In een open brief pleitte Niesco Dubbelboer namens de actiegroep voor een verkiezing voorafgaand aan de formele aanbeveling door de raad. Dat zou inwoners meer invloed geven. Maar Bijl ziet daarin een ondermijning van het wettelijke proces. ‘Je maakt geen kans als je niet aan het referendum meedoet, terwijl de Gemeentewet juist toelaat dat sollicitanten onbekend blijven. Dat voelt ongemakkelijk – en staat haaks op de bedoeling van de wet.’

‘Je bent eigenlijk verplicht om je bekend te maken als je burgemeester wilt worden. Het mag van de Gemeentewet onbekend blijven. Ik krijg daar een ongemakkelijk gevoel bij. Je maakt geen kans als je niet aan het referendum meedoet. Dat staat haaks op de intentie van de Gemeentewet.’

Bijl is ook kritisch op de uitleg die Dubbelboer geeft bij de recente grondwetswijziging. ‘Die is niet doorgevoerd om een gekozen burgemeester mogelijk te maken, maar om de kroonbenoeming uit de Grondwet te halen. De benoeming door de Kroon staat nog gewoon in de Gemeentewet. Die kun je niet zomaar negeren.’

Los van de juridische bezwaren, ziet Bijl ook inhoudelijke risico’s. Een burgemeester is in Nederland geen politiek bestuurder, maar een onafhankelijk ambtsdrager. ‘Zijn besluiten zijn onderworpen aan achterafcontrole en gaan over orde en veiligheid. Als je daar verkiezingsretoriek op loslaat, krijg je machtsconflicten in plaats van inhoudelijke samenwerking. In Japan en de VS zie je waar dat toe leidt: bestuurlijke verlamming als raad en burgemeester elkaar tegenwerken.’

En dat is precies wat Den Haag níet nodig heeft, benadrukt Bijl. ‘Onze democratie is zo ingericht dat de macht bij de raad ligt – 45 volksvertegenwoordigers, geen machtsblok maar een collectief. Daar zit het gezag, niet bij één gekozen functionaris. Het laatste wat Den Haag kan gebruiken is een virtuele machtsstrijd over wie het grootste kiezersmandaat heeft.’

De roep om meer burgerinvloed is begrijpelijk – maar moet wél op de juiste plek landen. De raad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Meer invloed voor inwoners begint dus bij de volksvertegenwoordiging, niet bij het benoemingsproces van een burgemeester. Wie democratie wil versterken, versterkt de raad. Niet het ambt dat erbuiten staat.

Afgelopen dinsdag moest de gemeenteraad van de Zuid-Hollandse kasgemeente op stel en sprong vergaderen. Nog volop in de vakantiestemming werden de raadsleden opgetrommeld voor een spoedoverleg.

Dat is uitzonderlijk. Hoe relevant en belangrijk de lokale politiek ook is, haast heeft het zelden. Toch vond burgemeester Anges van Ardenne het hoogst noodzakelijk dat de leden van volksvertegenwoordiging in Westland dinsdag meteen bijeenkwamen. Nadat ze op vrijdag de griffier al voorzichtig een vergaderdatum had laten polsen, ontvingen de raadsleden op de vergaderdag zelf pas de uitnodiging.

Niet dat ze daar heel veel wijzer van werden. Volgens de agenda moest er ‘urgent een besluit genomen worden in een ruimtelijk dossier’. Dat zegt niks. De Gemeentewet geeft met artikel 19 lid 2 de burgmeester dan wel de bevoegdheid om zonder opgaaf van reden een raadsvergadering uit te schrijven, maar deze vaagtaal geeft een raadslid nauwelijks kans zich voor te bereiden. Van de 276 miljoen euro die Westland jaarlijks te besteden heeft, geeft ze zelf al 52 miljoen uit aan ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Met de omzet die de gemeente met beleidsregels mogelijk maakt, mag je de waarde van dit beleidsterrein gemakkelijk vertienvoudigden.

Toch werd er vergaderd. Pas op de avond zelf wisten in ieder geval de raadsleden waarover. Met drie A4’tjes werden ze voor een uurtje de fractiekamers ingestuurd om zich in te lezen. Krap een uur later namen ze een besluit. Met excuus van Van Ardenne dat het fatsoenlijk uitnodigen er niet was van gekomen. ‘We waren met de voorbereidingen voor deze vergadering bezig,’ sprak ze.

Waar het nou over ging? Joost, of Agnes, mag het weten. Op voordracht van Van Ardenne behandelde de raad de kwestie in beslotenheid en is ook 24 uur na de vergadering nog steeds niet duidelijk wáár de gemeenteraad over heeft gesproken. Laat staan dat duidelijk is welk besluit er is genomen. Naar verluid zou het gaan om de huisvesting van vijfduizend arbeidsmigranten. Volgens de laatste geruchten zou het besluit daartoe al in het lokale huis-aan-huisblad worden gepubliceerd en was in de ambtelijke organisatie even vergeten dat eerst de raad daar over moet spreken.

Dat laatste lijkt niet te worden ontkend door de gemeentewoordvoerder. Die laat De Telegraaf weten dat het wel vaker voorkomt dat collegebesluiten als fait accompli naar de krant gaan, nog voor dat de raad er over heeft vergaderd — waarschijnlijk om de deadline van de krant te halen. Normaal gesproken zal tussen deadline en publicatie een gebruikelijke raadsvergadering zitten maar nu de raad met reces was, liep dat even anders.

Het zet Van Ardenne’s excuus in een heel ander licht. Dus wel vaker is men ‘zo druk met het maken van beleid dat de raad er even bij inschiet’. Dat getuigt niet alleen van bestuurlijk amateurisme, maar meer van een defect democratisch besef. De gemeenteraad zit er niet voor spek-en-bonen, ook niet in komkommertijd.

Ogenschijnlijk mist in Westland een noodzakelijk diep inzicht dat besluiten beter worden wanneer ze publiekelijk besproken worden door mensen die weten wat er in de lokale samenleving leeft. Eerder lijkt het er op, dat de Westlandse volksvertegenwoordiging als stempelclubje wordt gezien. Waar bestuurders zo min mogelijk last van moeten hebben. Die gedachtegang zet niet alleen de politiek, maar ook de inwoner op afstand. Dat de genomen beslotenheid dan is ingegeven om het prutswerk van de gemeente weg te stoppen in plaats van de gebruikelijke redenen, maakt het er niet fraaier op.
Terug van reces, zal de volksvertegenwoordiging van Westland zich vast nog eens buigen over deze vergaderflater. Hopelijk kijkt hij dan ook even naar de bestuurscultuur waaronder dit voorval kon ontstaan. Zodat politiek en democratie niet alleen in de samenleving, maar eerst eens bij de gemeente zelf kunnen gaan leven.

Komende dinsdag treffen de raadsleden van Westland elkaar in de raadszaal. Ze hebben er hun vakantie voor af moeten breken. Welk onderwerp op de agenda staat is niet publiek gemaakt. Ook de vergadering zelf is besloten.

Dat is ongehoord, zegt John Bijl tegen Binnenlands Bestuur. De transparantie van bestuur vraagt in ieder geval dat iedereen weet waar het over gaat.

‘Niet voor niets staat in het eigen Reglement van orde van Westland dat de gemeenteraad tenminste 48 uur van tevoren op de hoogte moet worden gesteld,’ weet Bijl. ‘En de Gemeentewet schrijft voor dat een vergadering kan worden uitgeschreven ‘met opgaaf van reden’. De gemeenteraad heeft nu niets van dit alles.’

Volgens Bijl loopt de gemeente ook nog het risico dat een rechter de gang van zaken als onzorgvuldig zal beoordelen, met als gevolg dat een eventueel raadsbesluit wordt vernietigd.

Cosijn kan het weten; hij was initiatiefnemer van de Amsterdamse Burgertop. In de jaarboekcolumn reflecteert hij op die ervaring.Op uitnodiging van de Vereniging van Griffiers schreef Bart Cosijn een column in het jaarboek 2016.

Op verschillende plekken in Nederland steken burgers hun democratische handen uit de mouwen. Niet om te stemmen, maar om burgertoppen, -raden en G1000-en te organiseren. Het is echter een hardnekkig misverstand te veronderstellen dat deze actievelingen primair de haperende representatieve democratie willen oplappen.

‘Maar volgens mij is dit wishful thinking,’ schrijft Cosijn. Ze willen alleen maar invloed op de politieke besluitvorming, zo stelt Cosijn. Hij nuanceert de diepte en mate waarin Burgertop-deelnemers mee willen doen aan de hele democratie. ‘De door burgers georganiseerde deliberatie is als een nieuwe vorm van inspraak.’

Het maakt de burgertoppen niet minder waardevol, vindt Cosijn. ‘Beter een klein gesprek aan tafel dan een grote speech met valse beloften,’ zegt hij. Daarnaast ziet hij het meedoen aan een burgertop of G-1000 als een oefening in burger-zijn. ‘Pas als je de democratie echt kan beleven, ben je bereid haar kern- waarden te verdedigen,’ schrijft Cosijn. ‘We willen niet alleen kiezer zijn, maar meepraten en onze ideeën delen.’

Lees zijn hele betoog hier.