In Hulst buigt de raad zich over een motie over kinderopvang. Maar voordat iemand goed en wel begrijpt wat er besloten wordt, zijn de inwoners alweer op weg naar huis. De Mystery Burger was erbij.
‘Welkom voor de mensen die de moeite hebben genomen hier naar toe te komen,’ zegt burgemeester Ilona Jense. En inderdaad, het is flink vol op de kleine publieke tribune van Hulst. Een warm welkom is wel fijn, want als het deze inwoners om de inhoud te doen was, hadden ze beter iets anders kunnen gaan doen.
‘Voorzittter?’ vraagt Pieter de Bruijn (D66) bij aanvang van de vergadering. ‘Ik zie dat ik van partij gewisseld ben,’ roept hij uit. Op zijn naambordje staat Forum voor Democratie in plaats van D66. ‘Meneer De Bruin heeft een verkeerd bordje,’ constateert ook burgemeester Jense verrast. ‘Hoe dan?!’ roept ze, lichtjes geamuseerd. ‘Iemand moet dat hebben uitgeprint,’ deduceert ze, al zullen we er deze vergadering niet achter komen door wie. ‘Wat een chaos!’ roept Jense vrolijk.
Snel wisselt een bode het foutieve bordje om, en kan de burgemeester door met het vaststellen van de agenda. ‘U komt vast voor de motie over de school in Nieuw Namen’, constateert ze. Het geknik op de publieke tribune bevestigd dat. ‘Zullen we die dan eerder behandelen?’ Het voorstel schuift naar voren in de agenda.
‘Er is een motie ingediend over de kinderopvang bij de St. Jozefschool in Nieuw Namen,’ zegt de burgemeester. ‘Door ongeveer iedereen,’ zegt Jense al bladerend. ‘Moeten we het hier dan nog over hebben?’ De raadsleden kijken wat verbaasd. ‘Dan gaan we er een klap op geven.’ Jense slaat met haar voorzittershamer. Ook op de publieke tribune is verwarring merkbaar. ‘Gefeliciteerd,’ zegt Jense, ‘jullie mogen hier blijven maar je kan ook terug naar Nieuw Namen.’ Ze pakt een pen en begint met schrijven.
Beduusd pakken de inwoners hun spullen en staan op. Andere bezoekers kijken schichtig heen-en-weer, ambtenaren bladeren op hun iPads. Raadsleden halen hun schouders op en fluisteren hoofdschuddend naar elkaar. ‘Voorzitter, het is niet helemaal duidelijk’ zegt Tom Willaert (Fractie Willaert), ‘ik denk dat…’. Afmaken kan-ie die zin niet. ‘Ik denk dat ik aan het woord ben,’ valt Jense streng in de rede. ‘Want ik heb u het woord niet gegeven,’ zegt ze terwijl ze van Willaert wegkijkt.
‘Ik merk dat het niet helemaal duidelijk is,’ denkt toch ook burgemeester Jense. De bewoners staan beholpen vóór de publieke tribune. ‘Weten jullie wat er besloten is?’ vraagt ze hen, met een geruststellend knikje, alsof hen net iets geleerd is. ‘U kent de tekst van de motie.’ De bewoners knikken beleefd ‘ja burgemeester’, maar ik vraag me af of ze de bestuurlijke implicaties van een motie – een slechts niet-juridische oproep van de raad – goed in de smiezen hebben. En voor de andere aanwezigen is het helemaal gissen welke afweging er precies is gemaakt. Laat staan wat de consequenties zijn.
‘Aangezien iedereen hier aanwezig zijn handtekening er onder heeft gezet, is gewoon bij hamerslag aangenomen.’ Het klinkt alsof ze het wel vaker moet uitleggen, maar het ook weer niet erg vindt dat nog eens te doen. ‘We kunnen er een kwartier over praten maar dat maakt de situatie niet anders.’ Het lijkt er niet op alsof ze verwacht dat iemand daar nog tegenin gaat. In ieder geval niet zonder eerst z’n vinger op te steken.
Terwijl de bewoners afdruipen, neemt het geroezemoes toe. Alleen Willaert doet nog een poging een applaus te beginnen. ‘Nee, nee,’ zegt Jense, ‘dat doen we hier niet.’ Ze schudt nog net niet haar vinger. ’Netjes gedragen.’ Minder rommelig wordt het er niet door. Maar als zelfs raadsleden zich hardop afvragen wat er eigenlijk besloten is, wordt duidelijk dat helderheid iets anders is dan tempo. En dat een geruststellende toon nog geen begrip garandeert. Zeker niet als je alleen maar mag luisteren.