In de media

‘NIDA was te lief voor de politiek van nu’

‘Ze zijn bedreven in de politiek. Scherp, maar niet meteen vol op de knie.’ Met die woorden reageert John Bijl op het terugtrekken van NIDA uit de actieve politiek. De partij, die ooit in Rotterdam begon met een op islam geïnspireerde en uitgesproken sociale agenda, kiest ervoor om verder te gaan als netwerk- en lobbyorganisatie. Een opvallende stap, zeker gezien het politieke landschap waarin hardere taal steeds vaker beloond wordt.

Redactie - 5 oktober 2021
NIDA-oprichter Nourdin El Ouali won in 2021 de prijs voor Beste Politicus in Rotterdam (foto: Periklesinstituut)

Volgens Bijl is het besluit van NIDA deels te verklaren uit het landelijke avontuur. ‘Het was erg druk met veel nieuwe partijen in de campagne, hun boodschap kreeg weinig aandacht en was net wat te abstract. Ze waren er misschien nog niet klaar voor.’ De nederlaag bij de Tweede Kamerverkiezingen, juist ook in Rotterdam, kwam hard aan. Tegelijk wijst Bijl op een structureel probleem: ‘Het is als lokale partij gewoon heel lastig om landelijk door te breken. Ook Code Oranje met Richard de Mos is dat niet gelukt.’

De partij verliest daarmee ook haar boegbeeld: Nourdin El Ouali vertrok eerder al naar SPIOR. En hoewel NIDA naar eigen zeggen nooit zo sterk was qua leden en middelen, is het politieke vertrek volgens betrokkenen een gemis. ‘Het is jammer als er maar één politieke partij is die kiezers aanspreekt met een migratie-achtergrond’, aldus Bijl. ‘Waar DENK een soort islam-SGP is, was NIDA meer een islamitische ChristenUnie – verbindend, sociaal en principieel.’

Reflectie: In een politiek klimaat waar profilering loont, verdwijnen partijen met een verbindende toon vaak geruisloos van het toneel. Maar juist hun aanwezigheid maakt het verschil tussen representatie en echo. NIDA’s vertrek laat zien dat diversiteit in opvattingen net zo belangrijk is als diversiteit in herkomst. Voor de raad, én voor de democratie.