De Rucphense gemeenteraad is moeilijk te volgen voor inwoners. Niet vanwege ingewikkeld beleid, maar door een gesloten vergadercultuur. In een interview met BN DeStem uit John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, stevige kritiek: ‘Zo weinig openbaar vergaderen en je voorbereiding niet delen: zo wordt het voor inwoners moeilijk om te begrijpen hoe je besluiten neemt.’
In Rucphen wordt opvallend kort en achter gesloten deuren vergaderd. Technische vragen – bedoeld om raadsleden beter te informeren – worden als enige in de regio niet gedeeld. Ook informatieavonden blijven binnenskamers, zonder openbare agenda. Volgens Bijl is dat niet alleen ongebruikelijk, maar ronduit onwenselijk: ‘Natuurlijk is het belangrijk om te laten zien hoe besluiten zijn genomen. Noem mij één raadsbesluit dat niet op de een of andere manier elke inwoner raakt.’
Die oproep tot openheid staat niet op zichzelf. In zijn interview wijst Bijl op de bredere democratische uitdaging waar veel gemeenteraden mee kampen: de verbinding met de samenleving staat onder druk. Terwijl de gemeenteraad volgens hem drie kerntaken heeft: maatschappelijke signalen ophalen, daarover in debat gaan én uitleggen waarom een besluit wordt genomen. ‘Het doel van politiek debat is niet om de ander over te halen naar ‘jouw’ kant, maar om een compleet beeld te krijgen van alle ideeën over een onderwerp.’
Maar dat debat vindt in Rucphen amper plaats. Uit onderzoek van BN DeStem blijkt dat de raad in heel 2024 slechts 26 uur openbaar vergaderde. In buurgemeenten ligt dat aantal twee tot vier keer zo hoog. Democratie-expert Julien van Ostaaijen (Universiteit Tilburg) noemt het gebrek aan transparantie ‘op z’n minst erg jammer’: inwoners kunnen zo nauwelijks volgen hoe besluiten tot stand komen.
De gevolgen zijn zichtbaar: lage opkomstcijfers bij verkiezingen, weinig interesse in lokaal beleid, en een publieke opinie die steeds vaker gevormd wordt in digitale echokamers. ‘De zuilen van vroeger hebben plaatsgemaakt voor bubbels’, zegt Bijl. ‘Sommige zo groot als een duikhelm: daar past precies één hoofd in.’
Toch ziet hij kansen. Meer raadsleden, meer aandacht voor democratie in het onderwijs en in lokale media, en vooral: een ander besef bij raadsleden zelf. ‘Raadsleden moeten beseffen dat hun debat niet alleen gaat over hun eigen standpunt, maar over het begrijpen van andere perspectieven. En daar vervolgens helder over communiceren.’