Kamerlid Freek Jansen zal de komende periode ’tijdelijk’ vervangen worden door Pepijn van Houwelingen, meldde FvD-leider Thierry Baudet. Maar zo’n wissel is tegen de geest van de wet, schrijft John Bijl in Binnenlands Bestuur.
De nét herkozen Freek Jansen (FvD) vertrekt deze week als Kamerlid. Nog geen 8 weken was hij lid. Maar kiezers, niet getreurd. ‘In zijn brief vertelt hij dat hij zijn zetel tijdelijk ter beschikking stelt’, las Kamervoorzitter Bosma bij zijn afscheid voor.
Jansens vertrek was al eerder aangekondigd. Partijleider Thierry Baudet meldde het al anderhalve week eerder in het eigen YouTube-programma Forum Inside. De partijleider, met kamerlid Jansen naast hem, legde uit dat Jansen vertrekt om plaats te maken voor zijn opvolger Pepijn van Houwelingen. Die zou ‘voor zes maanden’ zijn plaats innemen, om deel uit te kunnen maken van de enquêtecommissie over het regeringsbeleid tijdens de pandemie. ‘Je gaat ze daar helemaal gek maken’, zei Baudet tegen Van Houwelingen.
Kan dit zomaar? Het venijn zit in het woordje ‘tijdelijk’. Kamerleden kunnen natuurlijk opstappen. Zeker de laatste jaren gebeurt het maar al te vaak dat een Kamerlid zijn termijn niet afmaakt, meestal om een andere betrekking te vervullen. Maar zo’n vertrek is definitief. Een volksvertegenwoordiger kan de Kamer verlaten door ziekte of zwangerschap. Dat is inderdaad tijdelijk; de Kieswet heeft het mogelijk gemaakt dat voor een vaste periode van 16 weken dit lid door zijn opvolger op de kieslijst wordt vervangen. Daarna neemt het gekozen Kamerlid zijn zetel automatisch weer in.
Maar van ziekte – laat staan zwangerschap – is bij Jansen geen sprake. De enige manier waarop deze tijdelijkheid tot stand gekomen zou kunnen zijn, is wanneer Jansen en Van Houwelingen daar zélf afspraken over hebben gemaakt. Jansen moet dan Van Houwelingen hebben beloofd terug te treden als Kamerlid wanneer Van Houwelingen op zijn beurt toezegt na het afgesproken halfjaar weer uit de Kamer te vertrekken.
Ook in gemeenteraden komen deze onderhandse vervangingdeals weleens voor
Jansens ‘tijdelijke vervanging’ bestaat in ons kiesstelsel gewoon niet. En dat is niet voor niets. Je kunt Kamerleden niet als voetballers ‘even’ wisselen omdat het de wedstrijd beter uitkomt. Met de verkiezingen hebben kiezers zich uitgesproken wie hen moet vertegenwoordigen. Kamerleden zijn geen personeel waarvan een partij, een fractie of zelfs het Kamerlid zelf kan bepalen dat iemand tijdelijk het klusje beter zou kunnen doen.
Zo’n onderhandse afspraak is tegen de geest van de wet, en misschien ook wel tegen de letter. Wanneer Van Houwelingen straks de eed of belofte aflegt, verklaart hij ‘om iets in dit ambt te doen of te laten’ geen ‘belofte [heeft] aangenomen of zal aannemen’. In de regel wordt daarbij aan een geldelijke afspraak of financieel gewin gedacht, niet per se de invloed of aandacht die Van Houwelingen ongetwijfeld krijgt. Toch wordt Van Houwelingen ook financieel beter van deze onderhandse afspraak. Zonder de toezegging terug te treden zou Van Houwelingen geen Kamerlid worden. Hij krijgt erdoor een halfjaar schadeloosstelling, twintig procent meer dan zijn huidige wachtgeld. Ook kan hij rekenen op een verlenging van zijn aanspraak op toekomstig wachtgeld. De ironie wil dat juist plaatsvervangers vanwege ziekte of zwangerschap géén aanspraak kunnen maken op wachtgeld; door de onderhandse afspraak kan Van Houwelingen dat wel. Door het halfjaar extra komt Van Houwelingen ineens in aanmerking voor de maximum wachtgeldperiode van 3 jaar en 2 maanden.
Bij elkaar houdt Van Houwelingen aan deze afspraak ruim 56 duizend euro over. Genoeg reden om in te grijpen. Door de Kamer zelf. Om geïnstalleerd te kunnen worden zal de Kamer Van Houwelingens zogeheten geloofsbrieven moeten controleren. De openbaar gemaakte afspraak zijn zetel weer op te geven zou goedkeuring van die geloofsbrieven in de weg moeten staan. Op z’n minst zou de Kamer een toelichting en een bevestiging moet vragen dat er niets is afgesproken over enig terugtreden, of Van Houwelingen direct een sanctie opleggen.
Eerlijk is eerlijk, Van Houwelingens deal is niet uniek. In 1977 maakte drie PvdA’ers een vergelijkbare afspraak. Ook in gemeenteraden komen deze onderhandse vervangingdeals weleens voor. Zo maakte een Haags raadslid eens plaats voor een lijstopvolger toen ze voor ziektevervanging zelf Kamerlid werd. Ze zou daarna als raadslid terugkeren. De studentenpartijen in Groningen, Delft en Utrecht kennen de onwettige afspraak dat de gekozen raadsleden na twee jaar ‘vrijwillig’ het veld ruimten voor hun opvolgers. Meerdere partijen kennen niet te handhaven clausules dat de zetel moet worden opgegeven wanneer het Kamerlid om wat voor reden dan ook de fractie verlaat. Ook elke gemeentelijke of provinciale commissie geloofsbrieven zou kandidaatsstellingsformulieren moeten controleren op afspraken die met de ambtseed in de knel komen.
Dat deze voorvallen tot nu toe zijn gedoogd zijn ook niet goed uit te leggen. Niet in de gemeente, en niet in de Kamer. Dat de FvD-fractie met deze brutale overtreding van democratische principes Kamerleden met willekeur vervangt, is een prima aanleiding om er strenger in te worden. En onjuridische afspraken om tot het ambt te komen als sta-in-de-weg voor een benoeming te zien. Regels veranderen is er niet voor nodig, ze handhaven is genoeg.
Dit artikel verscheen eerst in Binnenlands Bestuur.