In de media

Versplintering is geen probleem – tenzij je het negeert

Waarom meer partijen in de raad juist kan leiden tot betere politiek

Redactie - 26 maart 2022
Het oude stadhuis van Maastricht (foto: Periklesinstituut)

De gemeenteraad van Maastricht telt zestien partijen. In Almelo zijn het er inmiddels vijftien. En in heel Nederland stijgt het aantal fracties, eenpitters en nieuwe partijen gestaag. Dat leidt tot ingewikkelde formaties en langere vergaderingen. Maar is dat erg?

Volgens John Bijl van het Periklesinstituut hoeft dat helemaal geen probleem te zijn – zolang raden zelf het heft in handen nemen. ‘Je kunt als raad ouderwets wachten tot het college met plannen komt, maar bij grote thema’s als klimaat of wonen is het beter om vooraf duidelijke uitgangspunten vast te stellen.’ Hij vergelijkt de raad met een koper van een huis: ‘Dan geef je de architect – het college – liever van tevoren je wensen mee, in plaats van pas te klagen als het huis er al staat.’

Een manier om dat te doen is het werken met een raadsakkoord: een gezamenlijk gedragen agenda voor de komende bestuursperiode. Dat vraagt om breed overleg, maar levert uiteindelijk veel op. In steeds meer gemeenten wint deze werkwijze aan populariteit. Werkten er in 2014 nog 27 gemeenten met zo’n akkoord, inmiddels zijn dat er ruim 70.

Toch blijft het zoeken naar de juiste balans. Burgemeester Arjen Gerritsen van Almelo waarschuwt dat raadsakkoorden ook kunnen leiden tot vage compromissen als te veel partijen worden binnengehaald. Maar voor voormalig raadslid Joris Wijsmuller uit Den Haag bood de versplintering juist ruimte voor inhoudelijke vernieuwing. Bewoners kregen meer invloed en plannen ontstonden in samenspraak met de stad.

John Bijl ziet in de verscheidenheid vooral kansen. Liever een coalitie met zes partijen dan eentje met twee, zegt hij. Want dan is er tenminste geluisterd, gepraat en gewikt. En juist dat maakt de lokale democratie sterker.