In steeds meer gemeenten is het politieke landschap na de verkiezingen kleurrijker dan ooit. De gemeenteraad van Apeldoorn telt inmiddels veertien fracties. Ook elders doen partijen als Volt, Forum voor Democratie en Partij voor de Dieren hun intrede. Is dat reden tot zorg, of juist een kans?
Volgens John Bijl van het Periklesinstituut verdient de trend een andere benaming: pluriformisering. ‘Kiezers zijn steeds specifieker in wat ze willen. Ze zijn die traditionele blokvorming zat.’ Voor de raadsformatie betekent dat volgens hem: niet wegkijken van de verscheidenheid, maar die serieus nemen. ‘Neem met zijn allen verantwoordelijkheid voor het vormen van een gemeentebestuur’, is zijn advies aan de fractievoorzitters.
Dat persoonlijke verhoudingen daarin doorslaggevend zijn, beamen oud-formateurs als Ton Kunneman en Jenny Elbertsen. Niet het partijprogramma is bepalend in de eerste dagen, maar vertrouwen: wie gunt wie de ruimte?
De verscheidenheid aan fracties kan ook spanning opleveren. Kleinere, nieuwe partijen hebben minder capaciteit om complexe dossiers te volgen. Dat ondergraaft de controlerende taak van de raad, waarschuwt politicoloog Henk van der Kolk. Toch ziet hij inhoudelijk veel ruimte voor samenwerking: ‘Op lokaal niveau zijn de politieke verschillen kleiner. De meeste partijen vinden elkaar wel.’
Of het nu versnippering is of verrijking: het nieuwe politieke jaar vraagt om leiderschap, durf én een open houding. In de woorden van John Bijl: ‘Laat je niet verlammen door het verschil. Begin bij de gezamenlijke verantwoordelijkheid.’