Om gemeentelijke samenwerkingen democratischer te maken, moeten er raadskringen komen. Een soort tussenlaag waar raadsleden zeggenschap uitoefenen over een of meerdere samenwerkingsverbanden. John Bijl, zelf betrokken bij verschillende regelingen, is niet enthousiast. ‘raadsleden moeten zelf de verantwoordelijkheid pakken.’
Te veel raadsleden zeggen grip op de gemeenschappelijke regeling te missen. Maar het starten van raadskringen, zoals in een enquete van de van de Nederlandse Verenging voor Raadsleden wordt gesuggereerd, draagt niet bij aan de oplossing.
‘Je verlegt een verantwoordelijkheid alleen maar verder van de gemeenteraad,’ vindt Bijl. Hij sprak met Binnenlands Bestuur over het plan.
‘Waarom er geen gemengde regeling van maken?’, vraagt Bijl zich af. ‘Daar zitten raadsleden naast collegeleden in het algemeen bestuur. Dan zitten er altijd gemeenteraadsleden bij als de plannen worden gemaakt. Ik vraag het weleens: waarom hebben jullie er geen gemengde regeling van gemaakt? Dan wisten ze niet wat ze daar zaten te doen, of dat het te veel tijd kost.’
Bijl legt uit dat hij in de regelenigen waar hij mee werkt de raadsleden in het Algemeen Bestuur betrekt bij het opstellen van de Kaderbrief. Zij moeten er dan voor zorgen dat het debat in de raad erover wordt gevoerd.
‘Ik noem ze weleens rapporteurs, analoog naar hoe het in het Europees Parlement gaat. Zij moeten zorgen dat de discussie in de gemeente kan plaatsvinden. Dat is weleens moeilijk voor raadsleden, want dan moet je tegen bijvoorbeeld een SP-raadslid zeggen dat hij daar niet zit als vertegenwoordiger van zijn politieke kleur, maar om te zorgen dat het debat in de raad plaatsvindt.’
Dat het raadswerk met een gemeenschappelijke regeling ingewikkelder is geworden, weet Bijl ook. Net zo goed als dat hij beseft hoeveel meer tijd het kost. ‘Ik zou graag zien dat raadsleden die zich inzetten voor een gemeenschappelijke regeling beter ondersteund worden,’ zegt hij.